kamervragen over het plaatsen van automatische externe defibrillators
in de auto's van de noodhulpdienst van de politie
Antwoorden op kamervragen over het plaatsen van automatische externe
defibrillators in de auto's van de noodhulpdienst van de politie
2 maart 2005
Vragen van het lid Externe link Algra (CDA) aan de minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het plaatsen van
automatische externe defibrillators in de auto's van de noodhulpdienst
van de politie.
---
1. Vraag
Bent u op de hoogte van de mogelijkheden van de Automatische Externe
Defibrillator (AED), waarvoor de Hartstichting tijdens het congres `de
AED in uw omgeving' op 20 januari 2005 in Amsterdam aandacht vraagt?
2. Vraag
Hoeveel minuten is de noodhulpdienst van de politie gemiddeld sneller
ter plaatse dan de andere hulpdiensten, bij noodmeldingen waar sprake
is van een hartaanval?
1 en 2. Antwoord
Ik ben op de hoogte van de functionaliteiten van de Automatische
Externe Defibrillator.
Tevens ben ik op de hoogte van de mogelijkheden ten aanzien van de
inzet van de AED door hulpverleningsdiensten en de verspreiding van de
AED bij andere instanties dan de hulpverleningsdiensten, waar de
Hartstichting op het congres `de AED in uw omgeving' aandacht voor
heeft gevraagd. Bij de politie wordt geen structureel databestand
opgebouwd over gemiddelde aanrijdtijden bij noodmeldingen op basis
waarvan ik uw tweede vraag gefundeerd kan beantwoorden. Wel ben ik op
de hoogte van de resultaten van onderzoek van de afdeling Cardiologie
van het Academisch Medisch Centrum Amsterdam waaruit blijkt dat de
politie in staat is om gemiddeld enkele minuten sneller bij een
noodmelding, waar sprake is van een hartaanval, ter plaatse te zijn
dan de daarvoor aangewezen geneeskundige hulpverleningsdiensten.
3. Vraag
Deelt u de mening dat het redden van een mensenleven, zonder daarvoor
uitvoerige medische handelingen te hoeven verrichten, aangemerkt dient
te worden als noodhulp passend bij de taakomschrijving van de politie?
3. Antwoord
Het voornaamste bestanddeel van de politietaak is de daadwerkelijke
handhaving van de rechtsorde. Tot de taak van de politie hoort ook het
verlenen van hulp aan hen die deze hulp behoeven. Het redden van een
mensenleven zonder daarvoor een medische handeling te verrichten, past
binnen deze taakomschrijving. Echter, het redden van mensenlevens
waarbij een vorm van medisch handelen, zoals het toepassen van een
AED, vereist is vind ik in eerste instantie de verantwoordelijkheid
van geneeskundige hulpverleningsdiensten. Voor de goede orde,
defibrilleren wordt niet meer als een wettelijk aan medici
voorbehouden handeling beschouwd.
4. Vraag
Welke mening heeft u over invoering van de AED als extra hulpmiddel op
alle politiewagens die worden ingezet voor de noodhulp?
4. Antwoord
De druk op de politie om te voorzien in de toenemende vraag naar
veiligheidszorg is, ook vanuit de Tweede Kamer, uitermate groot. Ik
ben van mening dat de politie zich hierbij moet concentreren op de
taken waarvoor ze unieke wettelijke bevoegdheden heeft gekregen. De
organisatie van medische noodhulp behoort niet primair tot de
verantwoordelijkheid van de politie. Wel ben ik van mening dat de
politie benaderbaar moet zijn om binnen haar taakomschrijving
medewerking te verlenen aan de organisatie van medische noodhulp. Dit
zou kunnen betekenen dat de politie hierbij gebruik maakt van extra
hulpmiddelen. Indien de minister van VWS het gebruik van dit
hulpmiddel door de politie ten behoeve van de noodhulp een adequate
voorziening acht, zal ik op zijn verzoek met hem in overleg treden
over de condities waaronder invoering ervan bij de politie kan
plaatsvinden.
5. Vraag
Welke argumenten heeft de raad van hoofdcommissarissen in 2003 doen
besluiten een succesvolle proef met de AED op politiewagens in enkele
regio's niet om te zetten in een landsbrede invoering?
5. Antwoord
De Raad van Hoofdcommissarissen heeft in 2003 aangegeven politieauto's
niet standaard te willen uitrusten met een AED omdat politieambtenaren
niet opgeleid zijn om medische handelingen te verrichten en omdat het
reageren als `first responder' op een noodmelding van medische aard de
primaire taak van de politie, het handhaven van de rechtsorde, onder
druk zet.
6. Vraag
Welke kosten zijn gemoeid met invoering van de AED op alle
noodhulpwagens van de politie?
6. Antwoord
Uitgaande van de verhoudingsgetallen uit bovengenoemd onderzoek van
het AMC schat ik de initiële aanschaf- en trainingskosten van de
invoering van de AED op alle noodhulpvoertuigen op EUR 5,8 mln.
Structureel schat ik de kosten die met training en afschrijving
gemoeid zijn op EUR 1,4 mln. Naast bovengenoemde kosten zou de politie
voor de invoering van de AED ook tijd moeten vrijmaken. De tijd die de
politie daarbij zou moeten investeren bedraagt naar schatting 105.000
uur (omgerekend 81 fte) voor de initiële training van 30.000 fte.
Structureel zou de politie 5.8000 uur (omgerekend 45 fte) moeten
investeren in het trainen en toepassen van de AED door deze 30.000
fte.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties