Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Wet houdende wijziging van de Werkloosheidswet in verband
met het preventief inzetten van reïntegratie-instrumenten, het
opdragen van de reïntegratietaak aan overheidswerkgevers,
het ondersteunen van WAO-herbeoordeelden bij scholing, het
subsidiëren van scholing in het kader van de WAJONG en enkele
andere wijzigingen in wetten die de reïntegratie-instrumenten
betreffen

Voorstel van wet

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is reïntegratie-instrumenten preventief in te zetten voor met werkloosheid bedreigde werknemers, overheidswerkgevers de taak op te dragen de inschakeling in de arbeid van overheidswerknemers te bevorderen, WAO-herbeoordeelde werklozen te ondersteunen bij scholing en een grondslag te creëren voor nieuwe financiering van scholing van jonggehandicapten met ernstige scholings- belemmeringen. Dat het voorts wenselijk is in wetten nog enkele technische wijzigingen aan te brengen in artikelen over reïntegratie- instrumenten.
Zo is het dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I. Wijziging van de Werkloosheidswet

De Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 72, eerste lid, komt te luiden:

1. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen heeft tot taak de inschakeling in de arbeid te bevorderen van: a. werknemers, niet zijnde overheidswerknemers, die recht op uitkering hebben op grond van hoofdstuk IIa of IIb,


2

b. werknemers, niet zijnde overheidswerknemers, die kunnen
aantonen dat de dienstbetrekking binnen vier maanden zal eindigen en van wie naar het oordeel van de Centrale organisatie werk en
inkomen redelijkerwijs valt aan te nemen dat zij recht zullen hebben op een uitkering op grond van hoofdstuk IIa of IIb.

B

Artikel 72a komt te luiden:

Artikel 72a

De overheidswerkgever heeft tot taak de inschakeling in de arbeid te bevorderen van een persoon die uit hoofde van een dienstbetrekking als overheidswerknemer met die overheidswerkgever recht heeft op
uitkering op grond van hoofdstuk IIa of IIb.

C

Artikel 76 wordt als volgt gewijzigd:


1. In het tweede lid wordt "in het eerste lid" vervangen door: in het eerste en derde lid.

2. Na het tweede lid worden twee leden toegevoegd, luidende:

3. In afwijking van het eerste lid, blijft het recht op uitkering op grond van hoofdstuk IIa of IIb van de herbeoordeelde bestaan totdat de, naar het oordeel van het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen noodzakelijke opleiding of scholing is
beëindigd, indien de opleiding of scholing deel uit maakt van een plan als bedoeld in artikel 29, derde lid, dat binnen drie maanden na de datum van verlaging of intrekking van de
arbeidsongeschiktheidsuitkering is opgesteld en met de opleiding of scholing is aangevangen voor de duur van de uitkering verstrijkt.
4. Onder herbeoordeelde als bedoeld in het derde lid wordt verstaan: de werknemer wiens arbeidsongeschiktheidsuitkering is verlaagd of ingetrokken als gevolg van de toepassing van artikel 34, vierde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, artikel 35,
vijfde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering
zelfstandigen of artikel 28, vijfde lid, van de Wet
arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, of de
persoon, bedoeld in artikel 2, derde lid, van het Besluit eenmalige herbeoordelingen arbeidsongeschiktheidswetten, wiens
arbeidsongeschiktheidsuitkering is verlaagd of ingetrokken.

D

In artikel 93, onderdeel k, wordt "onderdeel o" vervangen door:
onderdeel n.


3

E

In artikel 97f, eerste lid, vervalt, onder verlettering van de onderdelen n en o tot onderdelen m en n, onderdeel m alsmede onderdeel p en
wordt de puntkomma na het tot n vernummerde onderdeel vervangen
door een punt.

F

Aan Hoofdstuk XB wordt een artikel waarvan de nummering aansluit
op het laatste artikel van dat hoofdstuk, toegevoegd, luidende:

1. Een aanvraag als bedoeld in artikel 4 van het Tijdelijk besluit preventieve inzet wachtgeldfondsen van een werknemer als bedoeld
in artikel 3 van dat besluit wordt vanaf 1 juli 2005 aangemerkt als een aanvraag om werkzaamheden waarmee de taak, bedoeld in artikel 72, eerste lid onderdeel b, wordt uitgevoerd.

2. Een traject als bedoeld in artikel 4 van het Tijdelijk besluit preventieve inzet wachtgeldfondsen dat is aangevangen voor 1 juli