Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Justitie

Persbericht ministerraad
4 maart 2005

KABINET: MEER BEVOEGDHEDEN TEGEN TERRORISME

Bijzondere opsporingsbevoegdheden als observatie, infiltratie, pseudo-koop en de telefoontap zijn straks inzetbaar bij aanwijzingen dat een terroristische aanslag wordt voorbereid. Er komen ook meer mogelijkheden om informatie in te winnen, personen in bewaring te nemen en preventief te fouilleren. Dit staat in een wetsvoorstel van minister Donner van Justitie waarmee de ministerraad heeft ingestemd. De dreiging van terrorisme rechtvaardigt snel en preventief overheidsoptreden. De gebeurtenissen in Amsterdam en Den Haag hebben duidelijk gemaakt dat ruimere bevoegdheden om terreur te voorkomen wenselijk zijn. De maatregelen zijn in september 2004 al aangekondigd.

Voor inzet van bijzondere opsporingsbevoegdheden bij terrorisme is niet langer een redelijk vermoeden van een strafbaar feit nodig; aanwijzingen zijn voldoende. Daarvan is sprake als feiten en omstandigheden duiden op de voorbereiding van een terroristische aanslag. Ook dreigingsanalyses van de AIVD kunnen aanwijzingen opleveren. De officier van justitie moet toestemming geven voor gebruik van een bijzondere opsporingsbevoegdheid. Bij de telefoontap is een machtiging van de rechter-commissaris nodig.

Op grond van het wetsvoorstel mag de officier van justitie in bepaalde gebieden personen preventief laten fouilleren en voertuigen en voorwerpen laten onderzoeken. Zo kan het nodig zijn alle voertuigen rond een voetbalstadion of evenemententerrein te controleren bij berichten dat explosieven zijn aangevoerd voor een aanslag. Zo'n omgeving is doorgaans niet voor lange tijd doelwit van terrorisme. Bij zogeheten veiligheidsrisicogebieden zoals luchthavens, industriecomplexen, stations en overheidsgebouwen kan dat anders zijn. Het kabinet wil dat de politie in die veiligheidsrisicogebieden zonder voorafgaande toestemming van de officier van justitie personen preventief kan fouilleren, en voertuigen en voorwerpen kan onderzoeken om een terreurdaad te voorkomen

Verder komen er meer bevoegdheden om in een verkennend onderzoek informatie te verzamelen over groepen van personen waarbinnen mogelijk een aanslag wordt beraamd. De officier van justitie kan namen, adressen, woonplaatsen, klantnummers en bankrekeningnummers opvragen. Daarmee kan hij verbanden tussen groepen personen en situaties beter in kaart brengen. Ook mogen bestanden van private en publieke instellingen en organisaties met elkaar vergeleken worden om verborgen patronen in handelingen of gebeurtenissen van personen boven tafel te krijgen. De officier van justitie mag deze bestanden alleen opvragen met toestemming van de rechter-commissaris.

Verdachten kunnen bij een terreurdreiging eerder in bewaring worden genomen dan nu het geval is. Niet langer zijn bij een verdenking van een terroristisch misdrijf ernstige bezwaren vereist; een redelijk vermoeden van schuld is voldoende. Dit is nodig omdat aan het begin van een onderzoek naar de voorbereiding van een terroristisch misdrijf er soms slechts een lichte verdenking is, terwijl de overheid ingrijpen niet kan uitstellen vanwege mogelijk grote aantallen slachtoffers. De officier van justitie krijgt zo meer tijd om de verdenking te onderbouwen. Bewaring is de eerste fase van de voorlopige hechtenis, en duurt maximaal veertien dagen.

Tenslotte wil het kabinet het mogelijk maken dat volledige inzage van processtukken van een terroristisch misdrijf wordt uitgesteld, als voortijdige openbaarmaking de voorbereiding van de zaak tegen een verdachte bemoeilijkt of schadelijk is voor de voorbereiding van strafzaken tegen eventuele medeverdachten. De dagvaarding van een verdachte bij een terroristisch misdrijf kan dan maximaal twee jaar worden uitgesteld. Dat betekent niet dat documenten die essentieel zijn voor de beoordeling van de rechtmatigheid van verdere verlenging van het voorarrest buiten het procesdossier kunnen worden gehouden. Overigens is ook nu voorarrest van twee jaar in beginsel mogelijk voordat het tot een inhoudelijke berechting komt.

De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

RVD, 04.03.2005