Gemeente Den Haag

maart 2005
Gemeente Den Haag: Traha Brug biedt Antilliaanse en Arubaanse jongeren perspectief (8 maart)

Minder voortijdig schoolverlaters, minder werklozen en minder criminaliteit en overlast. Dat zijn de doelstellingen in Den Haag voor Antilliaanse en Arubaanse jongeren. Dit is beschreven in het Actieprogramma Aanpak Antillianen en Arubanen Traha Brug 2005-2008. Het college van B&W is met dit voorlopige actieprogramma akkoord gegaan. Het actieprogramma wordt binnenkort besproken met vertegenwoordigers van de Antilliaanse en Arubaanse gemeenschap in de stad en wordt ingebracht in de raadscommissie Onderwijs, Sociale zaken, Cultuur en Integratie (OSCI). Wethouder Pierre Heijnen: "Onderwijs en perspectief op werk moeten crimineel gedrag door Antilliaanse en Arubaanse jongeren voorkomen."

Om de problematiek rond Antilliaanse en Arubaanse jongeren aan te pakken werd door het ministerie van BZK voor de periode 2001-2005 geld beschikbaar gesteld. In Den Haag werd het actieprogramma Traha Brug opgesteld, om Antilliaanse en Arubaanse jongeren te ondersteunen bij hun ontwikkeling naar zelfstandige volwassenen. De eindevaluatie van dit actieprogramma vindt eind 2005 plaats. De tussenrapportages zijn echter positief, daarom wil de gemeente Den Haag graag vervolg geven aan het actieprogramma. Voor de periode 2005-2008 stelt het Rijk opnieuw geld beschikbaar: ruim 574.000,- per jaar. Het Rijk verwacht daarbij vijftig procent medefinanciering door de gemeente Den Haag.

Traha Brug
Het actieprogramma Traha Brug richt zich de komende jaren naast inburgering en de aanpak van taalachterstanden op het terugdringen van werkloosheid onder meer via het op maat aanbieden van werktrajecten. Verder gaan mentoren en coaches jongeren bij hun werk begeleiden en zijn tegelijkertijd aanspreekpunt voor de jongeren. Door gezinsondersteuning en projecten voor begeleid wonen wil Traha Brug jongeren een stabiele thuissituatie bieden. Om de doelstellingen van Traha Brug te realiseren, zet de gemeende Den Haag meer leerplichtambtenaren in en komen er specifieke
inburgeringsprogramma's. Het jongerenwerk voor Antilliaanse en Arubaanse jongeren krijgt een impuls in de stadsdelen Centrum en Escamp. Op een aantal scholen worden leraren aangewezen die het contact onderhouden en aanspreekpunt zijn voor de Antilliaanse leerlingen. Voor het terugdringen van criminaliteit wordt nauw samengewerkt met de politie. De politie zet voor dit doel onder meer twee contactfunctionarissen in. Uiteraard zijn samenwerking met en betrokkenheid van de Antilliaanse en Arubaanse gemeenschap voorwaarde voor het slagen van het actieprogramma. Daarom overlegt de gemeente intensief met vertegenwoordigers uit die gemeenschap.

Mede door de slechte economische situatie op de Nederlandse Antillen en Aruba zijn de laatste jaren een flink aantal Antilliaanse en Arubaanse jongeren naar Nederland gekomen. In Den Haag woonden in 2004 ruim 11.000 geregistreerde Antillianen en Arubanen. Ongeveer 2.500 van hen zijn in de leeftijd van 12 tot 24 jaar. Zij zijn vaak onvoldoende opgeleid om hier aansluiting op het onderwijs te krijgen, mede door vaak onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal. Daardoor missen zij de startkwalificaties voor de aansluiting op de arbeidsmarkt. Daarnaast speelt nog dat zij vaak buiten het gezinsverband leven en met culturele verschillen moeten omgaan. Door het ontbreken van structuur in hun leven, lopen zij een verhoogd risico de aansluiting op de samenleving te missen.