Gemeente Gouda


rechtbank verklaart beroep gemeente gouda ongegrond (15/03/05)

Op dinsdag 11 januari 2005 diende de beroepszaak van de gemeente Gouda over de artikel-12-uitkering bij de Rechtbank 's-Gravenhage, sector Bestuursrecht. De rechtbank heeft op 4 maart uitspraak gedaan en deze op 10 maart aan de gemeente toegezonden. De rechtbank heeft ons beroep op alle aangevoerde gronden ongegrond verklaard.

Een belangrijke overweging is dat aan de beheerders van het Gemeentefonds - de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de staatssecretaris van Financiën - bij de vaststelling van de aanvullende uitkering een ruime mate van beleidsvrijheid toekomt. Dit houdt in dat de rechtbank een uit hoofde van die beleidsvrijheid genomen beslissing slechts terughoudend kan toetsen.

Wethouder Siebe Keulen: "Een zeer teleurstellende uitspraak. Ik kan niet anders dan concluderen dat het de rechtbank ontbreekt aan moed om een uitspraak te doen die raakt aan de beleidsvrijheid van de minister. Gouda heeft inhoudelijke argumenten om haar recht op extra uitkering te onderbouwen. Deze komen echter nauwelijks aan de orde. Helaas, gelijk hebben is nog niet gelijk krijgen. Het spreekt dan ook voor zich dat Gouda hiermee geen genoegen neemt en in hoger beroep gaat."

Het hoger beroep dient bij de Raad van State. Het is nog niet bekend wanneer dit plaatsvindt. De kosten voor het hoger beroep liggen tussen de 25.000 en 30.000. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om bij de eerstvolgende begrotingswijziging deze middelen ter beschikking te stellen.

Korte terugblik

Op 14 december 2001 heeft de minister van Binnenlandse Zaken de afkoopsom voor Gouda in het kader van de artikel-12-aanvraag vastgesteld. Bij de vaststelling van de afkoopsom is Binnenlandse Zaken

afgeweken van de door deskundigen bepaalde minimaal noodzakelijke onderhoudsbudgetten voor wegen, plantsoenen en dergelijke. De gemeente Gouda is van mening dat dit een onjuiste beslissing is en de afkoopsom daardoor te laag is vastgesteld.

Tegen de beschikking heeft het gemeentebestuur dan ook bezwaar aangetekend. Op 16 oktober 2002 is dit bezwaar door de minister ongegrond verklaard, waartegen het gemeentebestuur beroep bij de rechtbank heeft aangetekend.

Dit beroep werd na een zitting in november 2003 niet ontvankelijk verklaard, omdat de gemeente - volgens de rechtbank - tegen de verkeerde beschikking bezwaar had gemaakt.

Op 8 september 2004 heeft de Raad van State deze uitspraak vernietigd en de zaak naar de rechtbank terugverwezen.


- einde bericht - Footer