Partij van de Arbeid


Den Haag, 16 maart 2005


Vragen van het lid Hamer (PvdA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap


over de leerplicht van vierjarigen


1) Bent u op de hoogte van het feit dat basisscholen vierjarige kinderen op grote schaal minder onderwijs dan de standaarduren in groep 1 aanbieden?(1)


2) Klopt het dat zowel u als de Inspectie geen bezwaar heeft tegen het in de wacht zetten van kinderen op vierjarige leeftijd op grond van financiële dan wel organisatorische bezwaren van de school?


3) Is dit niet in strijd met de wet om vierjarige kinderen de toegang tot volwaardig onderwijs, gedurende kortere of langere periode te onthouden?


4) Bent u op de hoogte van het bestaan van een groep 0? Zo ja, welke wettelijke basis heeft een dergelijke groep 0 dan?


5) Op welke wijze verdisconteert u de lestijdverdeling bij leerlingen die door verhuizing gedurende een schooljaar op verschillende scholen onderwijs genieten?


6) Op welke wijze wordt aan kinderen de garantie geboden minimaal 7520 uren onderwijs te kunnen genieten indien vierjarigen geen recht hebben op volwaardig onderwijs?


7) Moet de berekening van het totaal en als dan ander aantal uren niet worden gerekend vanaf groep 2 in verband met verschillende instroomdata van vierjarige leerlingen, omdat thans het ontwikkelingsniveau en niet de instroomdatum het criterium is voor doorstroom?


8) Om welke reden worden vierjarige leerlingen wel meegenomen voor bekostiging van de school , maar kunnen zij hieraan geen rechten ontlenen?


9) Wat zijn de gevolgen voor de arbeidsparticipatie van vrouwen, als de school van hun kind slechts een zeer beperkt en gefragmenteerd onderwijs aanbiedt, waarbij kinderdagverblijven zijn bestemd voor kinderen in de leeftijd tot 4 jaar?


(1) Antwoord ministerie OCW op vraag ouder over leerplicht vierjarigen, ondershands meegezonden.