Veilig Amsterdam


Driehoek Amsterdam - Amsterdam wordt veiliger
16/03/2005 - Index meet veiligheid op buurtniveau Amsterdam wordt veiliger. Dit blijkt uit de eerste Amsterdamse Veiligheidsindex die de Driehoek vanochtend (woensdag 16 maart) heeft gepresenteerd. Samen met de Veiligheidsrapportage Amsterdam 2005 (VRA) geeft deze index een beeld van de staat van de veiligheid in de stad. Geconcludeerd mag worden dat de acties uit het Veiligheidsplan in combinatie met bestaand beleid een positieve uitwerking hebben. De Veiligheidsindex laat op buurtniveau de ontwikkelingen in de periode 2003-2004 zien.

De leden van de Driehoek (burgemeester Cohen, Hoofdofficier van Justitie De Wit en Korpschef Welten) werken intensief samen aan de uitvoering van het Veiligheidsplan Amsterdam: het planmatig verbeteren van de veiligheid in de stad. Om de resultaten van het beleid goed te kunnen volgen, hebben de driehoekspartners hun gegevens bijeengebracht en gebundeld in twee meetinstrumenten. De Veiligheidsrapportage meet in hoeverre de beleidsdoelstellingen van het Veiligheidsplan Amsterdam worden gerealiseerd. De Veiligheidsindex geeft inzicht in de veiligheid tot op het niveau van de buurt of combinatie van buurten. De index biedt de mogelijkheid om op buurtniveau de belangrijkste indicatoren van zowel de objectieve als de subjectieve veiligheid te onderscheiden. Dat betekent dat zowel op stedelijk als op stadsdeelniveau het beleid kan worden aangepast en verdere maatregelen kunnen worden genomen.

De belangrijkste conclusies van de rapportages zijn de volgende: Het aantal (opgenomen) aangiften bij de politie is in Amsterdam met ongeveer 11% gedaald van ongeveer 95.300 in 2003 naar 86.500 in 2004. Ten opzichte van 2000 is het aantal aangiften gedaald met 25%. De geregistreerde criminaliteit en overlast (inclusief slachtofferschap) is in 2004 met 5% afgenomen ten opzichte van 2003. De door Amsterdammers ervaren veiligheid is in 2004 met 7% verbeterd ten opzichte van 2003.
In 2003 was van 30 van de 77 buurtcombinaties de indexscore slechter dan het Amsterdamse gemiddelde. In 2004 zijn dat er nog maar 20. De vermogenscriminaliteit neemt met 12% af van ongeveer 76.000 in 2003 naar 67.000 in 2004.
Het aantal aangiften van geweldsdelicten blijft redelijk stabiel op ongeveer 10.000.
Het Openbaar Ministerie handelt ruim 18% meer zaken af dan in 2000. Het percentage Amsterdammers dat zegt vaak overlast van groepen jongeren te ervaren, is gedaald van 23% in 2003 naar 18% in 2004. De meest onveilige gebieden van de Veiligheidsindex hebben de drugsproblematiek gemeenschappelijk. De drugsscenes, zoals beschreven in het rapport Strategische drugsanalyse: Vier Amsterdamse scenes, bevinden zich in die gebieden. Het college van B&W heeft dit rapport, dat door het COT is gemaakt, gisteren (dinsdag 15 maart) besproken.

Aanpak krachtig voortzetten
De aanpak uit het Veiligheidspan leidt tot goede resultaten. Daarom wordt deze aanpak door het college en de driehoek met kracht voortgezet. Dat betekent concreet: jaarlijks komen 200 veelplegers in een Inrichting voor Stelselmatige Daders, waardoor zij maximaal twee jaar van hun vrijheid zijn beroofd. Een periode waarin de inzet is hen zo goed mogelijk op een beter spoor te brengen. Ook wordt er voor gezorgd dat 1500 harde kernjongeren in jeugdinrichtingen of een ander passend traject worden geplaatst. Om dat te realiseren zijn in de hele stad door het Arrondissementsparket zogenoemde ketenunits opgezet, waar veelplegers en harde kernjongeren op maat worden afgehandeld.

Het moet nog beter
Het behalen van goede resultaten wil niet zeggen dat er geen veiligheidsproblemen meer bestaan. Het onveiligheidniveau in de stad is over de gehele linie nog te hoog. Overlastincidenten zorgen voor onrust onder de Amsterdamse bewoners. Daarom is de aanpak van overlast aangescherpt en vindt stedelijke coördinatie plaats.

Verder blijkt uit de Veiligheidsindex dat een aantal buurten slechter dan het stedelijk gemiddelde scoort. Het gaat om de buurten Burgwallen-oude zijde, Burgwallen-nieuwe zijde en Nieuwmarkt/Lastage in het stadsdeel Amsterdam-Centrum, om de Dapperbuurt in het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer en om de buurten Bijlmer-Centrum, Bijlmer-Oost in het stadsdeel Zuidoost.

Met de betrokken stadsdelen zijn afspraken gemaakt over maatregelen om de veiligheidssituatie hier per 2006 zichtbaar te verbeteren.

Een belangrijke opgave voor de komende periode is ook het vergroten van de aangiftebereidheid onder de Amsterdamse bevolking, die op dit moment lager is dan het landelijke gemiddelde. De aangifte- en meldingsbereidheid van de Amsterdammer moet omhoog naar het niveau van het landelijke gemiddelde.

Pb-048