De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk: VD. 2005/649
datum: 16-03-2005
onderwerp: Aankondiging samenvoeging BRD/BBD met agentschap CBG TRC
2005/1112
Bijlagen:
Geachte Voorzitter,
Geheel in lijn met de uitgangspunten scheiding beleid en uitvoering,
minder regels en meer synergie tussen overheidsdiensten, zijn de
werkwijze en positionering van de uitvoerende activiteiten die
samenhangen met de diergeneesmiddelenwetgeving onder de loep genomen.
Op dit moment is de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) beleidsmatig verantwoordelijk voor de uitvoering van de
diergeneesmiddelenwetgeving.
Enkele bepalingen uit de diergeneesmiddelenwetgeving worden uitgevoerd
in overeenstemming met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport (VWS).
De uitvoerende activiteiten die samenhangen met de
Diergeneesmiddelenwet zijn belegd bij het Bureau Registratie
Diergeneesmiddelen/Bureau Bijwerkingen Diergeneesmiddelen (BRD/BBD).
Deze, in Wageningen gevestigde, bureaus maken op dit moment
organisatorisch deel uit van een van de beleidsdirecties van het
ministerie van LNV. Deze positie verhoudt zich echter niet met de
ingezette beleidslijn om beleid en uitvoering te scheiden. Dit is mede
aanleiding geweest om een onderzoek in te stellen naar de
herpositionering van de bureaus. De uitkomst daarvan is al volgt.
Omdat BRD/BBD gering in omvang is (17,2 fte), is de inrichting van een
afzonderlijke uitvoerende dienst niet te rechtvaardigen.
Uit het ingestelde onderzoek is gebleken dat het logisch is om de
uitvoerende activiteiten die samenhangen met de
diergeneesmiddelenwetgeving onder te brengen bij het Agentschap
College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (A.CBG) van het ministerie
van VWS. Dit vanwege de overeenkomsten tussen diergeneesmiddelen en
geneesmiddelen ten behoeve van menselijk gebruik in de Europese
wetgeving, de nationale en internationale registratieprocedures, de
benodigde expertise en in navolging van een aantal andere lidstaten.
Het A.CBG is uitsluitend belast met de uitvoering van de
geneesmiddelenwetgeving, terwijl het ministerie van VWS
verantwoordelijk is voor het beleid.
Gezien het bovenstaande en mede vanwege de synergiewinst die voort zal
komen uit de bundeling van expertise delen wij u mede dat wij hebben
besloten om met ingang van 1 maart 2005 het BRD/BBD onder te brengen
bij het A.CBG van VWS.
Concreet behelst dit een puur organisatorische wijziging. De
verantwoordelijkheidsverdeling tussen de ministers van LNV en VWS
wijzigt derhalve niet ten opzichte van de huidige situatie. Ook is
wijziging van wetgeving niet aan de orde.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
De minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. J.H. Hoogervorst
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit