De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk: VD. 2005/909
datum: 16-03-2005
onderwerp: De oproep van de Productschappen Vee, Vlees en Eieren (PVE)
om kippen binnen te houden TRC 2005/1139
Bijlagen:
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen gesteld door lid Vos
(GroenLinks) over de oproep van de Productschappen Vee, Vlees en
Eieren (PVE) om kippen binnen te houden.
1
Is het waar dat de Productschappen Vee, Vlees en Eieren (PVE)
pluimveehouders die biologische kippen houden of kippen in de
'uitloop' hebben (freiland), hebben opgeroepen hun kippen binnen te
houden (op te hokken)? Brief PVE, 11 februari jl.
Antwoord op vraag 1
Ik heb vernomen dat de Productschappen Vee, Vlees en Eieren (PVE),
sectorafdeling Pluimvee(vlees) en Eieren (PPE) de pluimveehouders
hebben geadviseerd om het pluimvee met vrije uitloop binnen te houden
tot eind april 2005.
2
Is het waar dat de PVE met deze oproep zonder legitieme aanleiding
(een verklaring van veterinaire noodzaak) oproepen tot overtreding van
de wet- en regelgeving die tot de uitloop verplicht? Zo neen, waarom
niet?
Antwoord op vraag 2
De PVE geven een advies aan de pluimveehouders. In Verordening (EG)
nr. 1652/2001, Verordening (EEG) nr. 1274/91, Verordening (EEG) nr.
1907/90 van de Raad van de Europese Gemeenschappen betreffende
bepaalde handelsnormen voor eieren en Verordening (EEG) nr. 2092/91
van de Raad van de Europese Gemeenschappen inzake de biologische
productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en
levensmiddelen, is aangegeven wanneer eieren als vrije uitloop of
biologisch mogen worden aangemerkt. Wanneer een pluimveehouder het
advies van de PVE opvolgt, kan hij de geproduceerde eieren niet meer
verhandelen als eieren van hennen met vrije uitloop of als biologische
eieren. De eieren kunnen dan uitsluitend als scharreleieren worden
verhandeld. Deze eieren moeten dan ook dienovereenkomstig gestempeld
worden.
Wanneer een onjuiste handelsbenaming gebruikt wordt, zal dit blijken
bij controle door de controle-instellingen Skal en CPE, waarna
maatregelen tegen deze pluimveehouders zullen worden getroffen die
uiteindelijk kunnen leiden tot een berechtingsrapport of het intrekken
van hun certificaat.
De PVE hebben de pluimveehouders - voor zover mij bekend - niet op
deze consequentie gewezen in hun brief.
3
Wat is uw opvatting over het feit dat de PVE deze oproep nu doen,
nadat zij herhaaldelijk om een verklaring van veterinaire noodzaak
hebben verzocht, waar telkens geen aanleiding toe bleek?
4
Hoe beziet u de genoemde oproep in het licht van vergelijkbare stappen
die de PVE vorig jaar rond deze tijd namen, waarbij eveneens sprake
was van een verordening tot ophokken, vooruitlopend op de aangevraagde
veterinaire verklaring die toen ook niet verstrekt werd?
Antwoord op vraag 3 en 4
Kennelijk is hier sprake van een verschil van inzicht, in welke mate
ophokken van buitenlopend pluimvee tijdens de vogeltrek bijdraagt aan
het verminderen op het risico van insleep van laag pathogene Aviaire
Influenza, respectievelijk of er van een noodzaak sprake is.
De aanleiding voor het advies van de PVE is de uitbraak van Aviaire
Influenza in Azië. Het ophokken van het pluimvee wordt door de PVE
gezien als een middel om insleep door trekvogels van het Aviaire
Influenzavirus uit Azië in Nederland te voorkomen. Ook vorig jaar werd
door de PVE tijdens de vogeltrekperiode uiteindelijk een advies
gegeven aan de pluimveehouders om het pluimvee met vrije uitloop
binnen te houden.
Een veterinaire noodzaak voor een dergelijke maatregel acht ik echter
niet aanwezig, daar de vogeltrek die jaarlijks over Nederland
plaatsvindt van Zuidwest-Europa of (Noord) West-Afrika naar
Noord-Europa, Scandinavië en Noord-Rusland gaat en weer terug. Er zijn
geen trekroutes vanuit Azië over Nederland/West-Europa.
Daarbij komt dat de wilde watervogels, die het natuurlijk reservoir
zijn van laag pathogene Aviaire Influenza, niet alleen als trekvogels
in Nederland voorkomen maar ook als standvogels. Daardoor is er het
hele jaar door een kleine kans op insleep van laag pathogene Aviaire
Influenza. Een tijdelijke ophokplicht kan niet de garantie bieden dat
er geen insleep plaatsvindt van laag pathogene Aviaire Influenza.
Verhoogde waakzaamheid bij de pluimveehouders en snelle melding van
verschijnselen die kunnen wijzen op de aanwezigheid van laag pathogene
Aviaire Influenza, is een zeer doeltreffend middel om de kans op het
ontstaan van hoog pathogene Aviaire Influenzastammen te beperken. Deze
verplichte meldingen van verschijnselen liggen vast in de Regeling
Monitoring Aviaire Influenza 2003; daarnaast is er ook een periodieke
serologische monitoring van alle commercieel gehouden pluimvee in
Nederland.
5
Welke maatregelen zult u treffen tegen de PVE, vanuit het gezichtspunt
dat de genoemde oproep tot overtreding van de wet de PVE niet past, en
dat bovendien sprake is van een terugkerend patroon?
Antwoord op vraag 5
De PVE kunnen autonoom adviezen geven aan de sector. Ik zal de PVE
echter verzoeken voortaan volledig te zijn in hun advisering aan de
pluimveehouders.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit