Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Inleiding tijdens de eindbijeenkomst van Bureau Administratieve Lasten

Inleiding door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de heer dr. C.P. Veerman, tijdens de eindbijeenkomst van Bureau Administratieve Lasten, op woensdag 16 maart in Den Haag

Twee jaar geleden zijn we met 'alle hens aan dek' begonnen om de administratieve lasten te verlagen. We hebben onze doelstelling voor 2006 nu al gehaald hebben: 25 procent minder administratieve lasten bij LNV. Ik heb hierover ook een brief aan de Tweede Kamer gestuurd. We zijn nog maar op de helft van de gestelde termijn. En ik vind dat we in de toekomst nog verder moeten durven gaan. Dat betekent dat we de 'min 30 procent' misschien zelfs nog wel gaan halen.

De reductie van 25 procent is niet vanzelf gegaan. Er is een forse inspanning geleverd door het gehele departement, onder aanvoering van het Bureau Administratieve Lasten (BAL). De medewerkers van BAL hebben iedereen weten te enthousiasmeren. Vandaag draagt BAL het vaandel over aan de Directie FEZ. En het is nu aan héél LNV om 'de geest te bewaren'. De kunst is nu om deze 25 procent reductie structureel vast te houden: niet alleen op papier, maar juist ook in de praktijk. Het feit dat we vandaag het Bureau Administratieve Lasten opheffen, betekent dus niet dat onze aandacht voor administratieve lastenverlichting mag verslappen. Het betekent juist dat we bij beleidsontwikkeling en -uitvoering steeds de administratieve lasten blijven meewegen. En het betekent ook: oog voor de 'beleefde lasten', met andere woorden: je steeds afvragen hoe de ondernemer bepaalde lasten ervaart. Het punt is dat je lastendruk op verschillende manieren kunt 'beleven'. Ook al lijkt het - met de rekenmachine gecalculeerd - wel mee te vallen, toch kan de 'gevoelstemperatuur' heel anders liggen, en kan het zijn dat ondernemers zich doodergeren.

Maar niet alleen de ondernemer 'beleeft' administratieve lastendruk. Je kunt de hele problematiek ook vanuit het perspectief van de LNV-er bekijken. Vandaag wil ik even door de bril van de ondernemer kijken én door de bril van de LNV-er. In de loop van mijn verhaal zal dan blijken dat zij langzamerhand ook een gezamenlijk perspectief krijgen, namelijk op hoe het in de toekomst verder moet met de administratieve lasten.

Om te beginnen het pe rspectiefvandeondernemer.MoniquevanderLaan gaat daar overigens straks ook op in. Tijdens een rondgang langs vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, klonk gematigd optimisme door over het daadwerkelijk terugdringen van deze vorm van bureaucratie. Maar het is opvallend dat de mate van optimisme en vertrouwen in de toekomst van persoon tot persoon verschilt. Bestuurders zijn het meest positief. Ook hangt het optimisme van de sector af, van de schaalgrootte van het bedrijf en van de motieven die iemand heeft om boer te zijn en boer te blijven. De meeste agrariërs kiezen nog steeds voor boer of tuinder zijn vanwege de kwaliteit van leven die het met zich meebrengt. Die kwaliteit van leven wordt in de beleving van boeren sterk aangetast door regeldruk en dat veroorzaakt ongenoegen en irritaties.

Het verwijt van ondernemers aan LNV is ook wel dat we alleen 'dor hout' hebben weggekapt. Het kappen van dor hout en het oogsten van laaghangend fruit is altijd relatief gemakkelijk en de ondernemer merkt dan weinig verschil. Maar deze actie is slechts de opmaat geweest naar een nieuwe manier van regelgeving: kritisch op de noodzaak, slim in de vormgeving en doordacht op uitvoerings- en handhavingsaspecten. Er wordt dus ook serieus gesnoeid. Alleen, dat merk je als ondernemer niet altijd onmiddellijk. Het duurt eventjes, voordat je de doorwerking ervaart van het schrappen, vereenvoudigen en verbeteren van de regelgeving op het gebied van bijvoorbeeld diergezondheid, visserij, gewasbescherming. En ik ben er van overtuigd dat de sector volgend jaar wel degelijk iets zal merken van de vermindering van de administratieve lasten in het nieuwe mestbeleid en in het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouw Beleid.

Communicatie hierover tussen ondernemers en LNV is heel belangrijk. Het gaat niet om meer informatiebulletins in de brievenbus of op internet, want dat is juist één van de grote irritatiefactoren ('we worden doodgegooid met informatie over nieuwe regelingen en nieuwe formulieren'), maar het gaat om slimmer en beter communiceren. LNV moet aangeven wat er werkelijk is verbeterd voor de ondernemer, vanuit het perspectief van die ondernemer. Dan gaat het misschien niet altijd om een enorme, feitelijke daling van het aantal uren dat aan formulieren en dergelijke besteed moet worden, maar dat hoeft ook niet altijd. Als je de irritatie kunt wegnemen, is dat ook een bijdrage aan een leefbare samenleving. En ik vraag me vaak af: als een ondernemer meer tijd krijgt, wat doet-ie daar dan mee? Ik herinner me nog wel dat ik zelf altijd zat te dromen van meer vrije tijd, terwijl ik bezig was met allerlei formulieren voor Brussel

Tot zover het perspectief van de ondernemer. Het tweede perspectief dat ik wil bespreken, is dat van de LNV-er. Een rondgang langs de beleidsdirecties heeft aan het licht gebracht dat het denken over AL redelijk goed verinnerlijkt is, zowel in de hoofden van alle medewerkers, als in de procedures die we dagelijks hanteren. Dat blijkt ook uit een internet-enquête die ACTAL - het externe, onafhankelijke Adviescollege Toetsing Administratieve Lasten - heeft gehouden bij LNV. Maar helaas blijkt het in mindere mate uit ons interactieve personeelsmedium 'Met Name online'. We zijn er dus nog niet.

De vraag is: hoe nu verder om de administratieve lasten structureel laag te houden? Administratieve Lasten blijken een goede hefboom te zijn om veranderingen binnen de overheid te bewerkstelligen. Professor Paul Frissen zal daar straks waarschijnlijk ook iets over zeggen. Hij sluit met zijn gedachtegoed mooi aan bij mijn filosofie 'van zorgen voor naar zorgen dat'. Het is een zoektocht naar andere vormen van samenwerken, waarbij de ondernemer en de burger centraal staan. Dit zijn trajecten die alleen succesvol zijn door inzet en initiatief van het bedrijfsleven. Het kaderstellende 'Toezicht op Controle' en 'SALDO' zijn goede voorbeelden, maar eerder ook al het succesvol introduceren van CLIENT. Maar ik wil ook de introductie van 1 relatienummer (BRS-nummer) noemen per 1 januari 2005. Dat is één van de wegen waarlangs we bij LNV opgeslagen gegevens meervoudig kunnen gebruiken.

Ik wil deze veranderingen in de toekomst krachtig voortzetten. Daarvoor zal ik een beroep blijven doen op alle medewerkers van LNV om mee te gaan in deze andere manieren van denken en van werken die in 'van zorgen voor naar zorgen dat' passen. En ik wil dat we er op een 'beleefde' manier voor zorgen dat er niet weer een woud aan regels komt.

Overigens wil ik alle LNV-ers die met de vermindering van de administratieve lastendruk bezig zijn, oproepen om problemen aan mij voor te leggen. Schuwt u niet om zaken te 'politiseren'. Dat geldt niet alleen voor de beleidskeuzes die er gemaakt moeten worden, maar in nog sterkere mate voor de keuzes van de verschillende uitvoeringsvarianten.

Dat brengt ons als vanzelf op het derde perspectief dat ik vandaag wil behandelen: het gezamenlijk toekomstperspectief van overheid en bedrijfsleven. Hoe gaan we samen verder? Hoe houden we de lasten in de hand? Hoe gaan we om met de belangen, invloeden en wensen van 'derden'?

Ons uiteindelijke doel is meer ruimte bieden om te kunnen ondernemen en om te kunnen innoveren. Maar er zijn nog wel wat hobbels te nemen. Dat vraagt interdepartementale samenwerking en de samenwerking met de andere overheden, ook in Europees verband. Het zal nog een hele toer worden om onze inspanningen in Brussel te bewaken. Op nationaal niveau hebben veel ondernemers behalve met LNV-regelgeving ook te maken met lasten die worden veroorzaakt door fiscale en sociale wetgeving.

Daarom heeft het kabinet zich ten doel gesteld om ook rijksbreed -dat betekent ook voor alle sectoren - 25 procent minder lasten te realiseren. Het kabinet heeft aan de Kamer gemeld hoe het die reductie wil realiseren. Wat rijksbreed dus nog moet starten, is bij ons al een feit. Daar mogen we trots op zijn. Als 'boegbeeld' kunnen wij ons inzetten om bij al onze interdepartementale beleidstrajecten een maximale beperking van de administratieve lasten te realiseren.

Inspecties bepalen bij een ondernemer voor een belangrijk deel de beleefde lasten. We kunnen nog veel winnen bij meer samenwerking tussen de overheidsinspecties onderling, én met die van het bedrijfsleven. We hebben daarvoor het Beleidskader Toezicht op Controle. Dit beleidskader ligt momenteel ter tafel in het kabinet.

Kortom: we zetten nu eens kleine en dan weer grote stappen richting een toekomst met minder administratieve lastendruk. Kleine veranderingen kunnen wezenlijk zijn in een sector als de landbouw, waar immers de winstmarges over het algemeen ook smal zijn. Maar we zetten ook grote stappen, die een fundamentele invloed hebben op de toekomst van het ondernemerschap, zoals het nieuwe mestbeleid voor de intensieve- en de melkveehouderij en het nieuwe GLB met z'n eisen van cross compliance voor alle sectoren. Ook de nieuwe Europese eisen voor het water- en bodembeheer (kaderrichtlijnen water en bodem) en de levensmiddelenvoorschriften (General Food Law) zullen een bepalende invloed hebben op het ondernemerschap van de toekomst.

Tot slot wil ik een oproep doen aan alle politici om samen met mij te blijven waken voor nieuwe regeldruk. Nieuwe regelgeving leidt niet altijd tot de oplossing. Bovendien moet regelgeving uitvoerbaar en handhaafbaar zijn. We willen geen situatie waarin de ene helft van Nederland de andere helft controleert. Waarmee ik niet wil zeggen dat we alles maar goed moeten vinden. Ik geloof erin dat je een overtreder moet proberen te raken in zijn portemonnee. Dat is een gevoelige plek voor elke ondernemer. En eigen verantwoordelijkheid betekent ook: zelf het financiële risico dragen van een wetsovertreding.

Nu ik alle betrokkenen heb genoemd en aangesproken op zijn taken en verantwoordelijkheden, wil ik besluiten met een woord van dank aan de medewerkers van het Bureau Administratieve Lasten. Dank voor uw voortreffelijke werk en uw inzet. U vliegt uit naar andere functies en taken, maar als LNV blijven wij gezamenlijk waken over de administratieve lasten. En wie kan daarbij beter het voortouw nemen dan de Directeur FEZ? Hij zal de regelmeter en de lastenmeter, waar ik iedere dag langs loop en die ik scherp in de gaten houdt, vanaf vandaag gaan bijhouden. Maar hij zal ook in de gaten moeten gaan houden waar de nieuwe AL-druk in de toekomst vandaan gaat komen. Een hulpmiddel daarbij zijn de observaties die Bureau Administratieve Lasten heeft gebundeld in de rapportage Beleefde Lasten. Ik hoop dat alle LNV-ers het ondernemersklimaat goed in de gaten blijven houden.

Dank voor uw aandacht.