Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

KNMI meet Unieke temperatuurstijging

Woensdagmiddag is op verschillende plaatsen in het zuiden van ons land meer dan 20 graden gemeten. In Arcen werd het zelfs 21 graden. De 16e maart is daarmee landelijk de eerste warme dag (maximumtemperatuur 20,0 graden of meer) van het jaar geworden. Dat is bijzonder vroeg in het jaar maar geen record: op 18 februari 1920 werd in Maastricht al meer dan 20 graden gemeten.

Uniek is wel de temperatuurstijging dit voorjaar. De nacht van 3 op 4 maart was de koudste ooit in maart met een temperatuur van -20,7 graden in Marknesse. Twaalf dagen later wijzen de thermometers in ons land meer dan 20 graden aan, een verschil van ruim 40 graden! Volgens de klimatologische archieven van het KNMI is het temperatuurverschil in maart in elk geval sinds 1901 nog nooit zo groot geweest. Het record voor De Bilt stond op naam van 1965 met een minimum van -10,0 graden en een maximum van 21,2 graden, een verschil van 31,2 graden. Landelijk was maart 1968 recordhouder met -5,9 graden op 12 maart in Eelde en +25,6 graden op 29 maart in Venlo en Gemert. Het voorjaar van 1968 kende meer grote temperatuurschommelingen. Na de vroegste zomerse dag op 29 maart wees de thermometer op 8 april in Twenthe weer -7,1 graden aan. Nog geen twee weken daarna was het tropisch warm: op 21 april 1968 noteerde Venlo 32,2 graden.

Grote temperatuurschommelingen zijn karakteristiek voor het voorjaar. In het noorden van Europa is het nog volop winter, terwijl het zuiden van het continent al met de zomer te maken heeft. Door een draaiing van de wind van noord naar zuid kan het weer in ons land in korte tijd van winters in zomers veranderen.