Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken
en WerkgelegenheidDirectie
Communicatie

17 maart 2005

Nr. 05/047

Eerste arboconvenanten afgerond: 265 miljoen euro minder verzuimkosten

De doelstellingen van in 2004 afgeronde arboconvenanten om ziekteverzuim en WAO-instroom terug te dringen zijn over het algemeen (ruim) gehaald. Werkgevers uit deze sectoren besparen daardoor jaarlijks 265 miljoen euro op ziektekosten. Hierbij spelen uiteraard ook andere factoren een rol, zoals de economische situatie en de Wet verbetering Poortwachter. Wel is duidelijk dat het ziekteverzuim harder daalt in sectoren met een arboconvenant dan in sectoren zonder convenant. Het gaat bijvoorbeeld om de convenanten voor academische ziekenhuizen, gemeenten en geestelijke gezondheidszorg.

Dit staat in de Jaarrapportage arboconvenanten 2004 die staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. In arboconvenanten maken overheid en werkgevers en werknemers afspraken over de verbetering van de arbeidsomstandigheden en afname van ziekteverzuim en het aantal WAO ers in een specifieke sector. Inmiddels zijn de resultaten van negen in 2004 afgeronde convenanten bekend geworden.

Van Hoof is positief over de tussentijdse resultaten van de arboconvenanten. Het ziekteverzuim in sectoren mét een arboconvenant is voor het tweede jaar sterker gedaald dan in sectoren zonder. In 2003 daalde het ziekteverzuim in de sectoren met een convenant met 12,3 procent, in vergelijking met een daling van 10,3 procent in sectoren zonder convenant. Het jaar ervoor was die daling al 8,9 procent voor de sectoren met en 1,4 procent voor de sectoren zonder convenant. Als de doelstellingen uit alle arboconvenanten worden gehaald, dan levert dat werkgevers jaarlijks een besparing van 900 miljoen euro op het ziekteverzuim op (inclusief de behaalde resultaten van de voltooide convenanten). Hier staat een eenmalige investering van bijna 300 miljoen euro tegenover.

In totaal waren eind 2004 62 arboconvenanten gesloten. De helft van de Nederlandse werknemers viel onder de gemaakte afspraken. Als in 2005 de laatste zes arboconvenanten zijn gesloten, valt 52 procent van de werknemers (3,7 miljoen werknemers) onder een convenant. De meest gemaakte afspraken gaan over het aan de slag helpen van zieke werknemers en het verminderen van werkdruk en lichamelijke belasting.

Uit de rapportage blijkt dat het merendeel van de sectoren (57 procent) de gemaakte afspraken over arbeidsomstandigheden bevestigen en uitwerken in CAO-afspraken. Van Hoof verheugt zich hierover, omdat de CAO-afspraken juridisch harder zijn en kunnen zorgen dat sociale partners blijvende aandacht hebben voor de arbeidsomstandigheden in de eigen sector.