Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer ARBO/PAC/2005/13001

Onderwerp Datum Contactpersoon Jaarrapportage arboconvenanten 2004 17 maart 2005

Aanleiding
In mei 2004 heb ik u de `Jaarrapportage arboconvenanten 2003' doen toekomen (Kamerstuk 2003-2004, 25883, nr. 25). Via deze rapportage heb ik u geïnformeerd over de stand van zaken voor wat betreft de arboconvenanten en over de resultaten die tot en met december 2003 zijn bereikt met de convenantenaanpak. Eveneens heb ik in de aanbiedingsbrief bij de rapportage over 2003 alvast een blik geworpen op 2004; het jaar dat in het teken zou gaan staan van de tweede fase en van de implementatie van lopende trajecten én het jaar waarin een aantal eerstefasetrajecten het einde van de looptijd zou gaan bereiken. Bijgaand bied ik u de nota `Jaarrapportage arboconvenanten 2004' aan.

2004 in vogelvlucht
Het jaar 2004 gaat voor de arboconvenanten van start met een grootschalig congres `Arboconvenanten: het betere werk' in de Passenger Terminal in Amsterdam. Gedurende dit congres staan de elementen `doorwerking naar de werkvloer' en `borging van resultaten' centraal. Ter gelegenheid van dit congres zijn allerlei succesvolle projecten en kansrijke initiatieven gebundeld in een uitgave, welke inmiddels ook in het Engels beschikbaar is. Een programma- onderdeel van het congres is de lancering van de website www.arboconvenanten.szw.nl, een site die een digitaal platform biedt voor iedereen die zich professioneel inspant om van de arboconvenanten een succes te maken. Kort daarna verschijnt de eerste editie van de Nieuwsbrief Arboconvenanten, een uitgave die bedoeld is voor iedereen die in het dagelijkse werk te maken heeft met arboconvenanten en die - naast de website ­ fungeert als medium om kennis en ervaring uit te wisselen. De nieuwsbrief verschijnt inmiddels maandelijks in een oplage van 1800 exemplaren.

Een volgende mijlpaal dateert van april 2004, wanneer de ondertekening van het laatste eerstefaseconvenant plaatsvindt. Het aantal eerstefaseconvenanten komt daarmee uit op 50, een aantal dat de verwachtingen bij de start van de aanpak in 1999 veruit heeft overtroffen. De periode van het afsluiten van eerstefaseconvenanten is in 2004 dus geëindigd en de aandacht verschuift

2 ARBO/PAC/2005/13001

volledig naar het proces van implementatie en in een aantal trajecten zelfs al naar de afronding. In totaal hebben 10 trajecten in 2004 het einde van de looptijd bereikt; deze trajecten leveren waardevolle informatie op, onder meer doordat hiermee de contouren zichtbaar worden van de structurele veranderingen, waarvoor de arboconvenanten als impuls dienen (zie resultaten).

In het hele jaar 2004 nemen de onderhandelingen over de tweedefasetrajecten een prominente plaats in, de trajecten waarin verzuim en reïntegratie centraal staan. De gesprekken met een aantal kandidaatsectoren stagneren in de periode rondom de verwikkelingen over de totstandkoming van het Najaarsakkoord. In totaal komen in 2004 12 sectoren tot een akkoord over een tweedefaseconvenant. Het totaal aantal tweedefasetrajecten zal uiteindelijk uitkomen op 18, een aantal dat nauwelijks afwijkt van de verwachtingen. Wat mij verheugt om u mede te delen, is dat bij 6 tweedefasetrajecten afspraken zijn gemaakt over de reïntegratie van WAO-ers. Een voorbeeld daarvan is het convenant met de Grafimedia: hierin is afgesproken om (1) ten minste 660 inactieve arbeidsongeschikten uit het zittend WAO-bestand te motiveren tot het starten van een reïntegratietraject en (2) het percentage trajecten dat eindigt in een duurzame plaatsing bij een werkgever te verhogen van 35% tot ten minste 50%. Om deze doelstellingen te realiseren, is er ­ in de vorm van een pilot - nauwe samenwerking gezocht met het UWV en is in overleg besloten tot het aanpassen van het UWV-reïntegratietraject. Ook in het tweedefaseconvenant met de uitzendbranche, dat begin januari 2005 is ondertekend, zijn bijzondere afspraken gemaakt met het UWV. Een kernelement van de aanpak is dat vanuit het convenant wordt aangesloten bij de herbeoordelingsoperatie van het UWV door de afgeschatte WAO-ers als doelgroep te nemen. Vanzelfsprekend zal ik het verloop van deze en andere experimenten op het WAO-terrein binnen de arboconvenanten nauwlettend volgen en u daarover informeren.

Resultaten
Vorig jaar heb ik u gemeld dat sociale partners en andere betrokkenen bij de convenantenaanpak veel inspanningen plegen om van de arboconvenanten een succes te maken. Of zij daar daadwerkelijk in slagen, kan ik pas vaststellen ná 1 juli 2007, de datum waarop de laatste arboconvenanten zullen aflopen. Maar de tussentijdse resultaten leiden in elk geval tot positieve verwachtingen daarover; een aantal feiten wil ik dan ook graag onder uw aandacht brengen.

In de eerste plaats zijn dat de voorspoedige ontwikkelingen op het gebied van verzuim en WAO- instroom. In die afgeronde trajecten, waar doelstellingen zijn geformuleerd op deze onderwerpen, hebben partijen over het algemeen de reducties bereikt, waaraan zij zich bij ondertekening van het convenant hebben gecommitteerd. Overigens hebben daarbij ook externe factoren een rol gespeeld. Met het behalen van deze doelstellingen, is volgens berekening een jaarlijkse besparing van 265 miljoen aan ziekte- en WAO-kosten gemoeid. Dat bevestigt, dat het aanpakken van verzuim loont.
Dat blijkt ook uit de opnieuw uitgevoerde analyse naar de ontwikkeling van het verzuim in convenantsectoren versus die in niet-convenantsectoren. De geactualiseerde analyse wijst uit dat het verzuim in convenantsectoren nog steeds harder daalt dan dat in niet-convenantsectoren: in convenantsectoren is het verzuimpercentage in 2003 (ten opzichte van 2002) met 12,3% afgenomen, in de niet-convenantsectoren bedraagt dit percentage ­10,3. In 2002 was het verschil in ontwikkeling nog groter en bedroegen deze cijfers nog respectievelijk ­8,9% en ­1,4%.

3 ARBO/PAC/2005/13001

Indien deze tendensen zich voortzetten en de convenantpartijen álle reductiedoelstellingen op het gebied van verzuim en WAO-instroom weten te realiseren aan het einde van de looptijd, dan levert dit een jaarlijkse besparing voor werkgevers op van ruim 900 miljoen vanwege een reductie in verzuim- en WAO-kosten. Om deze doelstellingen te behalen, hebben SZW en sociale partners gezamenlijk tot nog toe eenmalig een bedrag van 300 miljoen geïnvesteerd.

In de tweede plaats gaat het om de aanpak van de arbeidsrisico's. Partijen ondernemen tal van activiteiten op preventief vlak, variërend van voorlichting via brochures, websites en trainingen tot de ontwikkeling van allerlei instrumenten en arbeidsmiddelen om de blootstelling aan arbeidsrisico's te verminderen. Een strategie die succesvol lijkt te zijn in het kader van de preventie, is die van een persoonlijke benadering van werkgevers en werknemers, bijvoorbeeld in de vorm van ergocoaches, arbovoorlichters of RSI-consulenten. In een aantal afgeronde trajecten zijn er effecten waarneembaar van alle inspanningen op de blootstelling aan de risico's dan wel op de naleving van een aantal vanuit het convenant ontwikkelde normen. In diverse trajecten hebben partijen op andere fronten successen geboekt bij de vormgeving van het bronbeleid, bijvoorbeeld via het bespreekbaar maken en het agenderen van belangrijke problematiek in de branche, via het aanzetten van individuele werkgevers en werknemers tot actie en het stimuleren van de toepassing van andere werkwijzen onder deze doelgroep en via het totstandkomen van nieuwe normen. Ik verwacht dat van de inzet op het terrein van de arbeidsrisico's een langdurig effect uitgaat, ook ná afloop van de convenanten.

Dat brengt mij bij het derde en laatste aspect: de borging, het structureel verankeren van de thema's vanuit het convenant, zodat sectoren ook ná afloop van een traject blijven profiteren van het arboconvenant. In de trajecten die inmiddels het einde hebben bereikt, hebben partijen verschillende manieren bedacht om een duurzame werking van de resultaten van het arboconvenant te waarborgen: bijvoorbeeld via voortzetting van activiteiten vanuit het convenant of het vasthouden aan gewijzigde procedures en werkwijzen vanuit het convenant, via het vastleggen van afspraken in een beleidsregel of andere vorm van normering of via het verankeren van afspraken in een CAO- bepaling. In veel sectoren brengen partijen al een koppeling aan tussen convenantafspraken en CAO-afspraken: bij ruim de helft van alle trajecten (57%) is er in 2004 sprake van een doorwerking van het convenant naar de CAO. In 2003 ging het nog om 50% van alle trajecten. Het is verheugend dat sociale partners het CAO-instrument benutten om de convenantafspraken te versterken en ik hoop dat de stijgende tendens die zich lijkt af te tekenen in deze doorwerking, door blijft zetten.

Vooruitblik 2005
Ik wil de gelegenheid niet voorbij laten gaan om met u alvast vooruit te kijken naar 2005. In het eerste kwartaal vinden de laatste (formele) ondertekeningen plaats, namelijk in de (1) taxibranche, (2) beveiligingsbranche, (3) detailhandel AGF, bloemen en vis, (4) de Dienst Justitiële Inrichtingen en (5) contractcatering. Wanneer ook deze sectoren aan de slag zijn met een arboconvenant, komt het totaal aantal trajecten uit op 68. Mogelijk komt daar nog een traject in de kinderopvang bij. Gezamenlijk zijn alle trajecten van toepassing op 3,7 miljoen werknemers; dat is 52% van de werkzame beroepsbevolking.
Na het eerste kwartaal zal de aandacht volledig verschuiven naar het beheer en de borging. Vanuit het departement zal dan onder meer gewerkt gaan worden aan de opzet van de finale evaluatie,

4 ARBO/PAC/2005/13001

welke in 2007 zal plaatsvinden. Verder zullen ook in 2005 een aantal convenanttrajecten expireren: in totaal zullen naar verwachting 7 trajecten het einde van de looptijd bereiken.

Ter afsluiting
Via de jaarrapportage arboconvenanten 2004 wil ik u niet alleen informeren over feiten, cijfers en resultaten, maar ik streef ernaar u tegelijkertijd deelgenoot te maken van het commitment en de creativiteit van iedereen die bij de arboconvenanten betrokken is. Om die reden is er ­ naar aanleiding van de jaarrapportage ­ een speciale editie van de Nieuwsbrief Arboconvenanten uitgebracht. Een exemplaar daarvan heb ik voor u bijgesloten.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)

Bijlagen:

· Jaarrapportage arboconvenanten 2004

· Nieuwsbrief Arboconvenanten