Koninklijke Nederlandse Schaakbond

Meesterklasse ronde 8: Hotels.nl soepel langs Utrecht

Het werd een ruime 7-3 overwinning voor de Groningers, die daarmee zo goed als zeker een plaats in de play-offs veilig stelden. Alleen als Hotels.nl in de laatste ronde verliest en HMC-Calder wint van ZZICT, dan zou het nog het mis kunnen gaan. Van Utrecht-zijde minder vrolijke berichten: na deze nederlaag is degradatie vrijwel onafwendbaar. Slechts een overwinning op HSG in de slotronde kan nog uitkomst bieden. Wie dat gelooft, mag het zeggen...

Jammer dat het ongesponsorde Utrecht uit de Meesterklasse verdwijnt. Het is een jong team, getalenteerd, gemotiveerd, goeie teamgeest, maar er worden te weinig punten gehaald. Bijna ieder team heeft tegenwoordig wel een paar kanonnen aan de topborden, zonder sponsor valt het niet mee om je te handhaven.

Dan de wedstrijd zelf. Die verliep volgens een scenario dat de ervaren KNSB-speler bekend voor zal komen. De ploegen hielden elkaar drie uur lang in evenwicht, maar in het vierde speeluur kantelde bijna alles in de richting van de hoogste ratings.

Klik hier om de partijen online na te spelen.

De score werd geopend door Yge Visser, die opvallend gemakkelijk won van Jeroen Willemze. Tegen de Caro-Kann haalde Visser weer eens een flutvariantje van stal, maar hij hield er wel het loperpaar aan over. Dan is het zaak om met zwart heel omzichtig te manoeuvreren, maar tot mijn stomme verbazing gooide Willemze alles open. Tja, dan wordt zon loperpaar binnen de kortste keren heel sterk. Op een vraag uit het publiek hoe je toch moet spelen met het loperpaar antwoordde schaakdocent Visser heel kernachtig: De boel opentrekken, en ervoor zorgen dat je zowel links als rechts wat rommel overhoudt.

2-0 werd het door Jan Werle, die bezig is aan een geweldig seizoen. Een TPR van 2700+ in de KNSB, in de Bundesliga wint hij alles en tussendoor werd hij ook nog even NOSBO-kampioen. Deze keer moest Martijn Dambacher eraan geloven. Heel bewust liet Dambacher zich in op een afwikkeling van toren + pion tegen twee lichte stukken, maar Werle had de zaak beter getaxeerd. Hij kon zijn spullen goed laten samenwerken en won in de aanval.

Na een remise bij Joris Brenninkmeijer-Thomas Willemze won Harmen Jonkman van Joost Berkvens. Dit was de genadeklap voor Utrecht. Berkvens stond een pion voor, maar zag een trucje over het hoofd. (26...Pd8!) Zulke punten tellen dubbel, de wedstrijd was nu beslist.

De partij tussen Luuk van Kooten en Robert Ris was veel te moeilijk voor mij. Twee kenners aan het werk in een mode-variant van het Slavisch, maar wel een variant waarin wit momenteel geweldig scoort. Ook in deze partij stond zwart voortdurend onder druk. Zijn koning stond onveilig, zijn toren deed niet mee en uiteindelijk stortte het zaakje in. Kortom, een prima overwinning van Van Kooten.

Gert Ligterink tegen Jelmer Jens, ook zon partij die moeilijk te bevatten was voor de oppervlakkige toeschouwer. Zwart leek opgerold te worden op de damevleugel, maar er volgde een gevaarlijke counter op de koningsvleugel. In tijdnood offerde Jens vrolijk een paar pionnetjes voor dreigingen tegen de witte koning. Het leek me een beetje bluf, maar Ligterink vertrouwde de zaak niet en wikkelde af naar remise.

Marc Erwich deed wat terug namens Utrecht door Tea Lanchava te verslaan. Een uitstekende overwinning, hij sprong als het ware in de gaten die Tea liet vallen bij het opzetten van een koningsaanval.

Daan Brandenburg stelde de twee matchpunten veilig met een remise tegen Vincent Diepeveen. Na pittige verwikkelingen in een Scheveninger bleef er een gelijk eindspel over.

Ook het titanengevecht aan het eerste bord tussen Ruud Janssen en Sergei Tiviakov eindigde onbeslist. Eerst stond Janssen duidelijk aan het roer, maar in het middenspel nam onze man het initiatief over. Tivi kwam dreigend de witte stelling binnenzeilen, maar ondanks zware tijdnood bleef Janssen knap op de been. In de slotstelling staat zwart een pion voor, maar wit krijgt tegenspel met 42.Dh4 Pe6 43.Ld5.

Als laatsten waren Alexander van Beek en ikzelf bezig. Ook voor deze partij geldt: te moeilijk voor de oppervlakkige toeschouwer! Ik durf de partij niet eens te beschrijven, de kansen wisselden zo ongeveer per zet. Vrijwel geen enkele zet van mijn tegenstander zag ik aankomen, en vermoedelijk gold dat ook voor hem. Uiteindelijk bereikte ik een gunstig eindspel, en na ruim zes uur spelen was de buit binnen. En dat de winstvoering van toevalligheden aan mekaar hing, ach dat hoeft niemand te weten.

Tiviakov-Janssen rem
Visser-J. Willemze 1-0
Werle-Dambacher 1-0
Brenninkmeijer-T. Willemze rem
Jonkman-Berkvens 1-0
Ligterink-Jens rem
Lanchava-Erwich 0-1
Hoeksema-Van Beek 1-0
Brandenburg-Diepeveen rem
Van Kooten-Ris 1-0


---