Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 04

Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer AV/CAM/2005/19247 333

Onderwerp Datum Contactpersoon Wetsvoorstel medezeggenschap 21 maart 2005
werknemers (29818)

Tijdens het Algemeen Overleg Emancipatiezaken van donderdag 27 januari 2005 heb ik op een vraag van de heer Eski toegezegd bij de behandeling van het wetsvoorstel Wet medezeggenschap werknemers na te gaan of het informatierecht dat in dit wetsvoorstel is opgenomen met betrekking tot beloningsverhoudingen tussen diverse functiegroepen zich daartoe beperkt of dat het zich ook kan uitstrekken tot beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen.

Het informatierecht over beloningsverhoudingen in de onderneming is opgenomen in artikel 6:6 WMW. Na onderzoek ben ik van mening dat dit artikel zich niet leent voor een informatierecht van de ondernemingsraad over beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen.

Wel kan dit informatierecht voor de ondernemingsraad over beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen worden verbonden met artikel 6:16, derde lid, WMW waarin de ondernemingsraad wordt opgedragen om in het algemeen te waken tegen discriminatie in de onderneming en de gelijke behandeling van mannen en vrouwen (waarvan gelijke beloning een onderdeel is) in het bijzonder te bevorderen.
De ondernemingsraad heeft dus een wettelijke bewakings- en stimuleringsrol inzake gelijke behandeling van mannen en vrouwen in de onderneming.

Om deze taak te kunnen vervullen heeft de ondernemingsraad recht op sociale informatie. Artikel 6:5, eerste lid, WMW verplicht de ondernemer ten minste een maal per jaar aan de ondernemingsraad schriftelijk gegevens te verstrekken over de aantallen en de verschillende groepen van de in de onderneming werkzame personen, en over het door de ondernemer in het afgelopen jaar ten aanzien van die personen gevoerde sociale beleid, in het bijzonder met betrekking tot die aangelegenheden als bedoeld in artikelen 6:16, 6:18, 6:21 en 6:25 WMW.

2

Op basis van die bepalingen is de ondernemer verplicht de ondernemingsraad, c.q. groepsondernemingsraad, centrale ondernemingsraad (artikel 6:17, eerste lid, juncto artikel 6:7, eerste lid, WMW) of personeelsvertegenwoordiging (artikel 6:9, derde lid, WMW) jaarlijks per functieniveau een overzicht mee te delen van de verhouding tussen mannelijke en vrouwelijke functiehouders en de eventuele beloningsverschillen (na correctie voor deeltijdfactor) per functieniveau tussen mannen en vrouwen.

Dit zijn geen nieuwe opdrachten voor de betreffende medezeggenschapsorganen of verplichtingen voor de ondernemer. Zij gelden reeds op basis van de huidige Wet op de ondernemingsraden (artikel 28, derde lid, WOR juncto artikel 31b, eerste lid, WOR; artikel 34, zesde lid, WOR; artikel 35, vierde lid, WOR).

Op basis hiervan concludeer ik dat het thans voorliggende wetsvoorstel en de huidige regelgeving het informatierecht van de ondernemingsraad met betrekking tot beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen afdoende regelt.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

( mr. A. J. de Geus)