KPMG


Ondernemingen willen af van pensioenrisico

21 maart 2005

Bedrijven met een zelfstandig ondernemingspensioenfonds zijn niet langer bereid de kosten en risico's van de eigen oudedagsvoorziening te dragen.

Daarnaast spelen de voorschriften van de De Nederlandsche Bank, de eisen in het kader van het Financieel Toetsingskader, de aandacht voor behoorlijk bestuur en de moeizame beleggingsmarkt de bedrijven steeds vaker parten. Van de bedrijven met een zelfstandig pensioenfonds zal 30% op kort termijn overgaan tot opheffing. Bijna 20% van de bedrijven zal de oudedagsvoorziening onderbrengen bij een verzekeraar door middel van een verzekeringscontract. Een kleine 10% verwacht aansluiting te zoeken bij een bedrijfstakpensioenfonds. Dit blijkt uit onderzoek van KPMG onder honderd Nederlandse ondernemingen met een eigen pensioenfonds.

Hoewel de meeste bedrijven eigenlijk controle willen houden op de oudedagsvoorziening en invloed willen kunnen uitoefenen op zowel kosten, kwaliteit als de risicos die met de oudedagsvoorziening samenhangen, wordt de druk de ondernemingen toch te groot, constateert Geert van Til, partner bij KPMG Financial Services. Naast de kosten vinden de bedrijven dat zij onevenredig veel tijd kwijt zijn aan het voldoen aan allerlei regelgeving, zoals pension fund governance en IFRS. Van de onderzochte bedrijven vindt 40% de kosten van de pensioenregeling te hoog. Ruim 30% vindt dat de kosten onacceptabel zijn. Ook de uitvoeringskosten voor administratie van pensioen en vermogensbeheer vindt 40% aan de hoge kant. Om de pensioenen betaalbaar te houden heeft bijna 90% van de pensioenfondsen haar pensioenregeling de afgelopen drie jaar aangepast of zal dat de komende jaren doen. Bijna de helft van de bedrijven is overgestapt van een eindloon- naar een middelloonregeling.

Hoewel ondernemingen met een eigen pensioenfonds veel aandacht geven aan de nieuwe eisen van het Financieel Toetsingskader (FTK) dat vanaf 2006 het toezicht op pensioenfondsen regelt, blijft een aantal andere zaken vooralsnog achterwege. Van Til: In samenhang met nieuwe verslaggevingsregels en de nieuwe Pensioenwet, zullen ook regelingen, financieringsovereenkomsten en het beleggingsbeleid moeten worden herzien. Dit betekent bijvoorbeeld dat moet worden vastgesteld welke indexatieambities de onderneming heeft en welk reserveringsbeleid zij zal volgen. Bijna de helft van de pensioenfondsen heeft in haar regeling echter nog geen concrete indexatie ambitie voor de lange termijn geformuleerd.

Hoewel volgens Van Til het water de meeste bedrijven aan de lippen staat is het liquideren van het pensioenfonds een beslissing waar zij heel zorgvuldig mee moeten omgaan Van Til: Opheffing is onomkeerbaar en niet altijd noodzakelijk. Er zijn alternatieven.die zorgvuldig moeten worden beoordeeld op risico, kwaliteit, kosten en mogelijke wet- en regelgeving, voordat we met zn allen het Nederlandse pensioensysteem overboord gooien.

Voor nadere informatie: Andy Bellm, telefoon (020) 656 7039

© 2005 KPMG Holding N.V., member of KPMG International, a Swiss cooperative. All rights reserved.