Nr.47
21 maart 2005
'Schoon en heel' topprioriteit voor Rotterdammers
Rotterdammers vinden stad verbeterd
Meer Rotterdammers merken iets van de acties van het gemeentebestuur om de stad te verbeteren. Sinds de eerste meting (feb.03) is het percentage dat iets merkt van de acties toegenomen met 10%. Het aantal Rotterdammers dat vindt dat de stad erop vooruit is gegaan is sinds de eerste meting gestegen met 10%. Het aantal Rotterdammers dat vindt dat de stad achteruit is gegaan daalde van 30 naar 20%. Bij de topvijf van onderwerpen die Rotterdammers als het belangrijkst ervaren groeit de waardering voor de aanpak van schoon en heel en de aanpak van overlast door verslaafden. De waardering voor de aanpak van een veilig Centraal Station is sinds vorig jaar iets gedaald: goed ( 11( 8%), voldoende ( 36(28%), slecht (9(13%). Dit blijkt uit de resultaten van de zesde belevingsmonitor die het College van B en W liet houden. Het onderzoek is uitgevoerd door het Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS).
Door middel van de belevingsmonitor verzamelt het College informatie over de voortgang van het collegebeleid, de waardering voor het collegebeleid en de herkenbaarheid van het College bij Rotterdammers.
Aanpak fraude boven privacy
Naast het beantwoorden van standaardvragen konden Rotterdammers reageren op enkele actuele stellingen.
Opmerkelijk is dat Rotterdammers het bestrijden van overlast en fraude belangrijker vinden dan het respecteren van privacy. Zo vindt 75% van de respondenten dat de gemeente bij vermoedens van fraude persoonlijke gegevens mag inzien bij de belastingdienst en uitkeringsinstanties. En 63% onderschrijft de stelling dat de gemeente bij vermoedens van overlast persoonlijke gegevens mag inzien bij politie en justitie.
De stelling dat het goed is dat in sommige wijken alleen nog mensen mogen komen wonen die meer dan 120% van het minimuminkomen verdienen is in dit onderzoek herhaald. Ten opzichte van de vorige meting zijn minder mensen het met deze stelling eens (48(42% en meer mensen zijn het niet met deze stelling eens (33(37%).
De stelling dat als een school te zwart wordt, witte kinderen voorrang moeten krijgen, wordt onderschreven door 41% van de respondenten.
De vijf belangrijkste onderwerpen waar het gemeentebestuur volgens de Rotterdammers aan moet werken zijn: schoon en heel op straat, terugdringen van overlast door jongeren, terugdringen van illegale en onveilige woonsituaties, terugdringen van overlast door verslaafden en een veiliger openbaar vervoer.
Ook in deze enquête is gevraagd over welke wethouders de Rotterdammers de afgelopen maanden het meest hebben gehoord en gelezen. Wethouder Van Sluis wordt het vaakst genoemd gevolgd door wethouder Pastors.
Het College scoort beter op vrijwel alle imagokenmerken van de Rotterdamse Aanpak. De meeste vooruitgang is geboekt op de kenmerken "staan voor de waarden en normen", "nemen burgers serieus", "gedogen weinig overtredingen van regels", en "pakken grote problemen snel aan". Een lichte vooruitgang is geboekt op het imagokenmerk "zorgen voor begrip en respect tussen burgers".
De belevingsmonitor is de uitkomst van een schriftelijke enquête onder 1250 willekeurig geselecteerde Rotterdammers van 16 jaar en ouder. De respons was deze keer 42% . De belevingsmonitor is een meting van de herkenning en waardering van het College en de inspanningen die het verricht. Het is geen beleidseffectrapportage of een voortgangsmonitor, zoals bijvoorbeeld de Veiligheidsindex.
noot voor de redactie/
Gemeente Rotterdam