Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4
Den Haag Directie Mensenrechten en
Vredesopbouw
Afdeling Mensenrechten
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag

Datum 23 maart 2005 Behandeld Sonja van der Meer
Kenmerk DMV/MR-05/109 Telefoon 070-3484584

Blad 1/5 Fax 070-3485049

Bijlage(n) Sonja-vander.meer@minbuza.nl


Betreft Beantwoording vragen van het lid Tjon-A-Ten over hulp aan kinderen in de Democratische Republiek Congo

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Tjon-A-Ten over hulp aan kinderen in de Democratische Republiek Congo. Deze vragen werden ingezonden op 14 februari 2005 met kenmerk 2040508460.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

Antwoord van mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van het lid Tjon-A-Ten (PvdA) over hulp aan kinderen in de Democratische Republiek Congo.

Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het UN Daily News bericht "UN Children's Fund to feed and inoculate 10.000 families in DR of Congo"? 1)

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Bent u van plan ook steun te verlenen aan het in dit bericht genoemde project? Zo neen, waarom niet? Heeft Nederland (ook) andere plannen om in dit gebied en/of in aangrenzende gebieden als Noord-Oeganda en Zuid-Soedan, soortgelijke activiteiten te ondernemen?

Antwoord
Nederland financiert humanitaire hulpactiviteiten van VN-organisaties, waaronder UNICEF, via zogenaamde kanaalfinancieringsovereenkomsten (KFO's). De Nederlandse bijdragen worden binnen het raamwerk van de KFO's geoormerkt op landenniveau en niet naar project. Reden hiervoor is dat de bijdragen worden gegeven op basis van zogenaamde Consolidated Appeals (CAP's), die tot stand komen onder de coördinerende leiding van de UN Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA). Nederland is sterk voor deze coördinatie en moedigt de VN-organisaties aan om aan dit proces deel te nemen door humanitaire fondsen waar mogelijk binnen het raamwerk van een CAP ter beschikking te stellen. De betreffende VN-instelling kan vervolgens ter plaatse zelf bepalen hoe het (Nederlandse) geld het best kan worden besteed binnen de marges van hetgeen in het CAP door de instelling is gepresenteerd.

Nederlandse bijdragen binnen het raamwerk van de KFO's aan humanitaire hulpactiviteiten van UNICEF zijn voor het jaar 2005 geoormerkt ten behoeve van onder andere DR Congo, Oeganda en Soedan. UNICEF ontwikkelt in deze landen uiteenlopende activiteiten, waaronder ook het bovengenoemde project voor kinderen met name op het gebied van gezondheid en voeding, water en sanitair en onderwijs.

Vraag 3
Op welke wijze geeft de Nederlandse regering bij deze plannen/activiteiten uitvoering aan de EU-Richtlijnen voor Kinderen in Gewapend Conflict?

Antwoord
EU-Lidstaten dienen zoveel mogelijk prioriteiten uit de EU-Richtlijnen voor Kinderen en Gewapend Conflict, onder andere door humanitaire hulpactiviteiten, in hun projecten tot uitdrukking te laten komen (paragraaf 15 van de Richtlijnen). Nederland geeft door middel van bovengenoemde bijdragen uitvoering aan de EU-Richtlijnen.

Vraag 4
Deelt u de mening dat de EU-Richtlijnen voor Kinderen in Gewapend Conflict versterking behoeven door een betere institutionele verankering van de genoemde Richtlijnen in de uitvoerende EU-organen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke wijze wilt u hier uitvoering aan geven?

Vraag 5
Gaat u zich inspannen voor de instelling van een speciale gezant voor de EU-Richtlijnen voor Kinderen in Gewapend Conflict die zich met ambtelijke ondersteuning inzetten voor de implementatie, versterking en praktische uitwerking van deze Richtlijnen door EU-lidstaten, onder andere door het vergaren van beste en slechtste praktijken? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke wijze?

Antwoord
Nederland heeft zich tijdens het EU-voorzitterschap buitengewoon ingespannen voor de benoeming van een persoonlijk vertegenwoordiger voor de mensenrechten van de Hoge Vertegenwoordiger Solana. Deze persoonlijk vertegenwoordiger heeft aangegeven dat de implementatie van de EU-Richtlijnen op het gebied van mensenrechten, waaronder richtlijnen inzake kinderen en gewapend conflict, een van zijn prioriteiten zal zijn. Ik ben van mening dat niet ieder mensenrechtenthema als op zichzelf staand moet worden behandeld, maar in relatie tot andere mensenrechtenthema's. Het is ook in dat opzicht goed dat het onderwerp deel uitmaakt van het mandaat van de persoonlijk vertegenwoordiger. Deze persoonlijk vertegenwoordiger heeft voor zijn activiteiten de beschikking over personele ondersteuning vanuit het Raadssecretariaat.

Zoals blijkt uit een inventarisatie die vorig jaar is uitgevoerd, draagt de Europese Commissie reeds aanzienlijk bij aan projecten op het gebied van kinderen en gewapend conflict. Onlangs kondigde de Commissie bovendien aan haar inspanning op dit terrein nog te willen vergroten en hierover op korte termijn met UNICEF te zullen overleggen. Voor wat betreft de inzet van de Commissie zie ik derhalve geen aanleiding om te pleiten voor betere institutionele verankering.

Uiteraard zal Nederland zich als lidstaat blijven inspannen voor implementatie van de EU-Richtlijnen op het gebied van kinderen en gewapend conflict, met name door uitvoering van het EU actieplan dat tijdens het Nederlands EU-voorzitterschap werd aangenomen en waarover u reeds eerder bent geïnformeerd.


1) Issue DH/4327 Tuesday, 8 February 2005; zie ook Associated Press, 8 February: UNICEF relief operation to assist 50,000 displaced in eastern DRC.