Gemeente Rotterdam

Het debat over de stelling van burgemeester Opstelten dat veiligheid boven privacy gaat is gesloten. De burgemeester heeft een samenvattend stuk geschreven dat u hieronder vindt. De eerdere bijdragen aan het debat kunt u terugvinden in het debatarchief

Beste Stadsdebaters,

Er is in de afgelopen weken door veel Rotterdammers gereageerd op mijn stelling 'Veiligheid gaat boven privacy'. Mensen die het met mij eens waren, of juist helemaal niet. Rotterdammers die hun eigen ervaringen beschreven en praktijkvoorbeelden aandroegen - heel nuttig om te lezen
- en een Gemeenteraadslid dat net als ik de politieke discussie niet uit de weg ging. Ook enkele media, zowel binnen als buiten Rotterdam, volgden het debat.

Al die aandacht voor het Stadsdebat vind ik belangrijk. Het geeft aan dat er burgers zijn die zich heel sterk betrokken voelen bij politiek. Het geeft aan dat Rotterdammers met elkaar van willen en durven discussiëren, soms op het scherpst van de snede, over onderwerpen die hun eigen leefomgeving sterk raken.

Want dat is natuurlijk de reden waarom mijn stelling veel reacties uitlokte. Veiligheid en privacy zijn zaken uit iemands directe woon- en leefomgeving. Je wilt dat de overheid veiligheid zo veel mogelijk garandeert. Tegelijkertijd wil je dat die overheid zo weinig mogelijk deel uitmaakt van jouw privé-domein. Die twee belangen kunnen elkaar bijten. En daar waar het wringt, zal de overheid - op lokaal of op nationaal niveau - keuzes moeten maken. Je zult zaken moeten afwegen: wat ben ik bereid om in te leveren, in ruil voor iets anders? Het is een afweging van belangen, en dus niet, zoals PvdA-raadslid Cremers schrijft, "veiligheid als alternatief voor privacy".

Mijn stelling maakt duidelijk waar ik voor sta. Want in die afweging van belangen van veiligheid en privacy kies ik uiteindelijk voor het eerste. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat ik altijd voor het eerste kies. Want de inbreuk op iemands privé-omgeving mag nooit te groot worden. De overheid, de burgemeester, is er om daarover te waken. Ik wil twee redenen noemen waarom die inbreuk ook nooit te groot zal worden.

Ten eerste zullen maatregelen op het gebied van veiligheid, zoals cameratoezicht, altijd proportioneel moeten zijn. Dat zijn ze dus ook. Het is echt onjuist om te denken dat de hele stad bedolven zal worden onder camera's, zoals iemand schreef, of dat de overheid haar burgers "schaduwt". Cameratoezicht is aan strenge voorwaarden gebonden. Zo mogen ze niet zomaar ergens worden opgehangen en moeten de camerabeelden na zeven dagen worden gewist. Maar regelmatig gebeurt het dat we in die zeven dagen, met behulp van de camerabeelden, misdrijven - soms met dodelijke afloop - kunnen oplossen. De techniek biedt ons wat dat betreft ook steeds meer mogelijkheden. Die wil ik als burgemeester benutten om plegers van misdrijven in onze stad op te kunnen pakken!

Er werd ook veel geschreven over een andere maatregel: preventief fouilleren. Bijvoorbeeld door Marjan Harts, die schrijft over de fouilleeractie op metrostation Coolhaven. Laat ik dat instrument kort toelichten, om misverstanden te voorkomen. De Gemeenteraad heeft de burgemeester de bevoegdheid gegeven om gebieden aan te wijzen waar preventief gefouilleerd mag worden: veiligheidsrisicogebieden. Ik ga pas over tot het feitelijk aanwijzen van zo'n gebied wanneer de korpschef mij daartoe een goed onderbouwd voorstel doet. Daarvan wordt de Gemeenteraad op de hoogte gebracht en het voorstel wordt bovendien besproken met de hoofdofficier van Justitie. Hij is ook degene die op een gegeven moment bepaalt, op basis van gegevens van de politie en het OM, op welke datum en op welk tijdstip preventief gefouilleerd wordt. Dus geen willekeur, ook geen Oost-Europese toestanden, zoals een enkeling schrijft, maar gerichte acties om zaken als illegaal wapenbezit te kunnen aanpakken en veiligheid zoveel mogelijk te garanderen. Daar gaat het uiteindelijk om!

Ten tweede zullen dit soort maatregelen altijd rechtsstatelijk moeten zijn - ze moeten dus passen binnen de wet. Die wet staat boven ons allemaal. Dat weet ook de heer Cremers. De overheid wordt in haar handelen juist wél beperkt door de wettelijke kaders. En dat is maar goed ook! Zo gaat dat in een rechtsstaat als de onze.

Veiligheid blijft een topprioriteit. Voor mij als burgemeester, voor ons college, voor de Gemeenteraad en - het allerbelangrijkst - voor de Rotterdamse burger. Dat maatregelen soms raken aan de privacy van de burger is zeker waar. De privacybescherming is een groot goed dat we ook in de toekomst waarborgen. En daarom moeten we telkens een zorgvuldige afweging maken tussen de belangen van veiligheid en van privacy.

Een veilig Rotterdam staat voor mij voorop. En vele Rotterdammers, niet alleen op het Stadsdebat, maar ook tijdens mijn bezoeken aan wijken en buurten, laten weten het wat dat betreft met mij eens te zijn. Om vele redenen, maar laat ik er tot slot één noemen: "Ik heb niets te verbergen!"

Met vriendelijke groet,
Ivo Opstelten

Bron: Bestuursdienst, 17-03-2005

[s?rotterdam.Openbaar_60327.OTAP_RDM Content
ite_250003.Bestuursdienst_250055.Directie
AZ_2029887.Concerncommunicatie_2029890.Nieuwsbericht_2032005.Overig_20 59039.Burgemeester Opstelt_2059750]