Gemeente Den Haag

maart 2005
Gemeente Den Haag onderzoekt leerlingstromen voortgezet onderwijs (22 maart)

Haagse scholen laten een gevarieerd beeld zien, maar allochtone en autochtone leerlingen zijn vaak niet evenredig verdeeld over de scholen in Den Haag. Hiervoor zijn allerlei redenen, variërend van schooladviezen, de ligging van de school tot de keuze van leerlingen en ouders voor een bepaalde school. Dit blijkt uit het onderzoeksrapport 'Leerlingstromen in het Haagse voortgezet onderwijs 2001-2004'. Veel leerlingen (22 procent) gaan buiten Den Haag naar school. Maar uit het rapport blijkt dat er geen sprake is van 'witte vlucht' (van autochtone leerlingen) naar scholen buiten Den Haag. Het percentage allochtone leerlingen dat buiten Den Haag op school gaat is met 24 procent hoger dan het aandeel onder autochtone jongeren (19 procent).

"De leerlingpopulatie op de scholen moet meer dan nu een afspiegeling van de stad zijn. Dit komt de integratie ten goede", aldus Pierre Heijnen, wethouder van onderwijs en integratie. "Het ligt in eerste instantie op de weg van de schoolbesturen om op dit punt beleid te ontwikkelen, samen met hun scholen voor voortgezet onderwijs." Alle grote steden in Nederland hebben te maken met etnische segregatie in het onderwijs. De verklaring ligt grotendeels in de sociaal-economische verschillen tussen bevolkingsgroepen. "Het onderwijs kan hier op de korte termijn slechts een bescheiden oplossing voor aandragen. Voor een positief effect op de lange termijn blijft het investeren in de kwaliteit van het onderwijs essentieel", aldus Heijnen.

Buiten Den Haag op school
Het aantal leerlingen dat in Den Haag woont en dat kiest voor een school buiten Den Haag is gestegen van 17 procent in 2001 naar 22 procent in 2004. Onder autochtone leerlingen is dit percentage in die periode gestegen van 16 tot 19. Van een specifieke 'witte vlucht', oftewel autochtone leerlingen die kiezen voor een school buiten Den Haag, lijkt geen sprake te zijn. De toename is toe te schrijven aan de Vinexwijken, zoals Leidschenveen, Ypenburg en Wateringse Veld. De ligging van deze wijken ten opzichte van de buurgemeenten speelt hierbij een rol. Ook de gefaseerde oplevering van scholen voor voortgezet onderwijs in de nieuwe wijken heeft hier invloed op. De verwachting is dat vanaf 2006 meer leerlingen kiezen voor een school binnen het eigen stadsdeel. Ook uit het stadsdeel Laak gaan veel leerlingen (54 procent) buiten de stad naar school; in Laak is slechts één school voor Voortgezet Onderwijs.
Onder allochtone leerlingen is het percentage leerlingen dat buiten Den Haag naar school gaat met 6 procent gestegen van 18 naar 24. Veel van de ze leerlingen gaan naar scholen in Rijswijk.

Het onderzoeksrapport geeft inzicht in de leerlingstromen van Den Haag naar de buurgemeenten en de leerlingstromen tussen de stadsdelen in Den Haag in de jaren 2001 en 2004. In het onderzoek zijn alle scholen voor vwo, havo/vwo, avo, avo/vmbo, vmbo-theoretisch, vmbo en praktijkonderwijs betrokken. Er is geen onderzoek gedaan naar de motieven voor de schoolkeuzes. Het onderzoek is een vervolg op het onderzoek naar leerlingstromen in het Haagse primair onderwijs dat in maart 2004 werd gepresenteerd. Uit dat onderzoek bleek dat veel basisschoolleerlingen niet in hun eigen wijk naar school gaan.