Ministerie van Buitenlandse Zaken

Verslag van de bijeenkomst van de Europese Raad
Brussel, 22-23 maart 2005

De voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad, die op 22 en 23 maart in Brussel plaatsvond, stond deze keer in het teken van besluitvorming over aanpassingen in de uitvoering van de Lissabon-strategie, vijf jaar nadat deze strategie tot stand kwam en halverwege de periode die voor de uitvoering ervan is voorzien. Deze Mid-term Review heeft geleid tot een aantal belangrijke afspraken die zijn neergelegd in de bij dit verslag gevoegde conclusies van het Voorzitterschap. Daarvan zijn de meest in het oog springende de keuze voor een sterkere gerichtheid op het bevorderen van groei en werkgelegenheid (meer focus), de beslissing om de voor de uitvoering van de strategie cruciale richtsnoeren te integreren, en het besluit de sturing en uitvoering (governance) van de strategie op nationaal niveau te versterken en verbeteren door de invoering van Nationale Actieprogramma's (NAPs).

De bijeenkomst van de Europese Raad werd voorafgegaan door het gebruikelijke overleg met de Voorzitter van het Europees Parlement, de heer Borrell. In diens bijdrage, waarvan de tekst bij dit verslag is gevoegd, heeft hij steun van het Europees Parlement aan de aanpassingen van de Lissabon-strategie uitgesproken. Daarbij heeft hij onder meer aangegeven dat van de zijde van het Europees Parlement sterk wordt gehecht aan het bewaren van het evenwicht tussen de drie pijlers waarop de strategie rust en dat voldoende financiele middelen op de nationale en Europese begrotingen moeten worden gereserveerd om de gestelde doelen te kunnen verwezenlijken.

Stabiliteits- en Groeipact

In de weken voorafgaand aan deze bijeenkomst van de Europese Raad hebben de voorbereidingen in sterke mate in het teken gestaan van de discussies aangaande de verbetering van de uitvoering van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP). Op zondag 20 maart is na intensief overleg tussen Ministers van Financiën, eerst binnen de Eurogroep en vervolgens binnen de EcoFin, overeenstemming bereikt over een breed pakket maatregelen. Deze zijn neergelegd in een rapport van de Raad aan de Europese Raad dat is onderschreven door de laatste en integraal is opgenomen in de conclusies van het Voorzitterschap.

Nederland heeft dit uiteindelijke pakket, aan de inhoudelijke vorming waarvan het actief heeft bijgedragen, met overtuiging onderschreven. Het resultaat vormt een evenwichtig geheel waarin afspraken over flexibiliteit in de toepassing van het pact zijn verbonden met duidelijke afspraken over de noodzaak in goede tijden meer begrotingsdiscipline te betrachten. De relevantie en geloofwaardigheid van het SGP als rule-based system en zoals het in het Verdrag is verankerd, zijn versterkt door de nu gemaakte afspraken. Deze zullen spoedig worden verwerkt door de Commissie in voorstellen voor aanpassingen van de relevante verordeningen.

Nederland heeft in de discussies over de aanpassingen van de uitvoering van het pact een aantal uitgangspunten gehanteerd, zoals de noodzaak van grotere inspanningen in goede tijden (waaronder gebruik van meevallers voor tekort- en schuldvermindering), meer rekening houden met de omvang en financiële houdbaarheid van de overheidsschuld, het vermijden dat bepaalde categorieën van overheidsuitgaven uitgezonderd worden bij de berekening van het EMU-saldo en de 3%-grens en met betrekking tot de zogenoemde relevante factoren die kunnen worden betrokken bij de beoordeling of sprake is van een buitensporig tekort, de overkoepelende voorwaarde dat de overschrijding van de 3% grens klein en tijdelijk is. Deze uitgangspunten zijn alle terug te vinden in het resultaat.

Lissabon-strategie

De Mid-term Review van de Lissabon-strategie stond centraal deze Voorjaarsraad. Het voorbereidend raamwerk was vorig jaar neergezet in het rapport van de High Level Group onder leiding van voormalig Minister-President Kok. Daarnaast is aan de Mid-term Review een belangrijke impuls gegeven door de Voorzitter van de Commissie, Barroso, die de Lissabon-strategie tot de kern van zijn Commissie heeft verklaard.

Een belangrijk resultaat van de Mid-term Review is de herbevestiging door de Europese Raad van de relevantie en noodzaak van de Lissabon-strategie. Unaniem werd het belang van groei en werkgelegenheid erkend als grondslag voor het handhaven van het Europese sociale model in de toekomst. Deze focus op groei en werkgelegenheid is benadrukt in de conclusies van de Europese Raad, conform de Nederlandse inzet.

Voorts is er, ook als onderdeel van de focus op groei en werkgelegenheid, in de Europese Raad een debat gevoerd over de dienstenrichtlijn. Een belangrijke uitkomst van die discussie is dat het belang van de dienstensector voor de Europese economie nog eens onderstreept is. Het werk aan het tot stand brengen van vrij dienstenverkeer binnen de interne markt gaat door op basis van het huidige voorstel, inclusief het land van oorsprongsbeginsel. Dit stemt de regering tevreden. Wel zal de Commissie, zoals zij al eerder had aangegeven, overwegen of -en, zo ja, welke- aanpassingen wenselijk zijn in het licht van de geuite bezwaren, waaronder de impact van het huidige voorstel op het Europees sociale model. Het is daarbij zaak om fictie van feiten te onderscheiden en het debat over de richtlijn van mythes te ontdoen. Goede communicatie is daarbij van groot belang.

Daarnaast heeft de Europese Raad een belangrijke stap gezet ter verbetering van de uitvoering van de Lissabon-strategie in de lidstaten zelf. Hij heeft ingestemd met de verplichting voor de lidstaten om jaarlijks in een nationaal actieplan vast te leggen hoe zij de Lissabon-strategie uitvoeren. Deze ontwikkeling is een belangrijk signaal: het accent in de Lissabon-strategie wordt verlegd van het afspreken van nieuwe doelstellingen op Europees niveau, naar het uitvoeren ervan op nationaal niveau.

Met de nationale actieplannen wordt de uitvoering van de strategie verankerd in het nationaal politiek debat, hetgeen tot grotere zichtbaarheid en daarmee betrokkenheid moet leiden van alle actoren, waaronder de sociale partners. Nederland is verheugd met dit besluit van de Europese Raad. De regering zal zich buigen over de vraag welke structuur voor de totstandkoming van het Nederlandse actieplan moet worden afgesproken, zulks teneinde nog dit najaar een nationaal actieplan te kunnen indienen in Brussel.

Duurzame ontwikkeling

De Europese Raad heeft bevestigd dat de Lissabon strategie moet worden gezien in de bredere context van duurzaamheid. In dat licht is besloten nog dit jaar te komen tot een vernieuwing van de bestaande duurzaamheidstrategie. Nederland steunt deze ambitie.

Klimaatverandering

Nederland is voorts ook tevreden over de conclusies die zijn overeengekomen aangaande klimaatverandering. Door daarin percentages voor uitstootvermindering impliciet op te nemen via een verwijzing naar de conclusies van de Milieuraad, heeft de Europese Raad duidelijk richting gegeven aan de inzet voor toekomstig klimaatbeleid.

Effectief multilateralisme; voorbereiding VN-top

Tijdens het diner van ministers van Buitenlandse Zaken bleek brede steun te bestaan voor het rapport van SGVN Kofi Annan over VN-hervormingen. Het rapport werd door alle Lidstaten verwelkomd. Aan de Hoge Vertegenwoordiger en de Commissie is verzocht met voorrang te werken aan de voorbereiding van een gemeenschappelijke positie zodat de Unie een leidende rol kan spelen in het hervormingsproces. Ministers hebben afgesproken daarbij met andere landen en organisaties samen te willen werken opdat een evenwichtig en ambitieus resultaat tot stand wordt gebracht.

Nederland meent dat het rapport een goede basis vormt voor de VN-top in september 2005 waar besluiten moeten worden genomen over de toekomst van de organisatie. Een vergrote effectiviteit van de VN is hoognodig voor de aanpak van problemen als terrorisme en de verspreiding van massavernietigingswapens alsook kleine wapens. VN-organen moeten daartoe beter geëquipeerd worden, maar lidstaten moeten vooral ook bereid zijn de organisatie de mogelijkheid tot effectieve actie te bieden. Essentieel hierbij is een betere naleving van overeengekomen verplichtingen en waar nodig collectieve actie.

Het uitblijven van krachtdadige besluiten van de VN-Veiligheidsraad (VNVR) over Soedan illustreert de urgentie van verandering. De regering is van mening dat er meer duidelijkheid moet komen over wanneer de verantwoordelijkheid van staten om burgers te beschermen overgaat op de internationale gemeenschap. Daartoe moeten duidelijke richtlijnen worden opgesteld voor het optreden van de VNVR. Nederland steunt het concept van Responsibility to Protect in geval van grove mensenrechtenschendingen. Ook is Nederland positief over het idee van een Peacebuilding Commission, die de wereldgemeenschap in staat moet stellen beter om te gaan met post-conflict situaties. Voorts is Nederland voorstander van uitbreiding van de VNVR met behoud van effectiviteit; in dit verband is uitbreiding tot 24 leden - zoals thans voorgesteld - het maximum. Als grote contribuant van de VN wil Nederland voorkomen dat zijn kansen op periodieke deelname als niet-permanent lid achteruitgaan.

Nederland ondersteunt de nadruk die de SGVN legt op mensenrechten en de instelling van een hoofdorgaan voor mensenrechtenraad (Human Rights Council). Het voorstel om de leden hiervoor te kiezen bij tweederde meerderheid in de Algemene Vergadering biedt de mogelijkheid tot het weren van landen met een slechte staat van dienst op mensenrechtenterrein.

Nederland is van oordeel dat het belang van een actieve inzet van burgers en maatschappelijke organisaties en een dynamisch bedrijfsleven in het rapport onderbelicht is. Terwijl ontwikkelingslanden hun eigen strategie voor armoedebestrijding moeten bepalen - zodat de hulp van de donorgemeenschap daarop aan kan sluiten - is het ook noodzakelijk een spoedige doorbraak te bereiken in de wereldhandelsbesprekingen (WTO-Doha) en bij de afschaffing van handelsbelemmerende subsidies, zodat ontwikkelingslanden eerlijke kansen krijgen op de wereldmarkt. Ook de aanbevelingen van de SGVN om te komen tot een ingrijpende hergroepering van de VN-instellingen op het gebied van milieu, humanitaire aangelegenheden en ontwikkeling passen bij wat Nederland al lange tijd heeft bepleit. Als de Millenniumdoelen (de internationale ontwikkelingsdoelen, o.a. gericht op armoedevermindering) buiten bereik blijven, zullen de kosten enorm zijn. Niet alleen in de vorm van miljoenen mensenlevens, maar ook doordat de wereld dan instabieler en gevaarlijker zal worden.

Libanon en Syrië

Op voorstel van Frankrijk nam de Europese Raad conclusies aan waarin Syrië wordt opgeroepen zijn troepen en veiligheidsdiensten geheel uit Libanon terug te trekken en waarin de Unie de wens uitspreekt dat in Libanon binnenkort vrije en eerlijke verkiezingen zullen plaatsvinden, in welk verband de Unie assistentie aanbiedt.

Kroatië

Ten vervolge op het besluit van de RAZEB van 16 maart 2005 om vooralsnog geen toetredingsonderhandelingen met Kroatië te beginnen nu dat land nog niet volledig samenwerkt met het Joegoslavië-tribunaal (ICTY), heeft de Europese Raad besloten een Task Force in te stellen om in nauwe samenwerking en overleg met het ICTY consultaties te voeren met Kroatië over de stappen die dat land moet zetten teneinde te komen tot de beoogde volledige samenwerking. In de Task Force zal behalve door het Voorzitterschap worden deelgenomen zijdens de Commissie, de Hoge Vertegenwoordiger, het Verenigd Koninkrijk en Oostenrijk. De Task Force zal rapporteren aan de Raad, op basis waarvan de Raad zich een oordeel kan vormen over de vraag of toetredingsonderhandelingen met Kroatië kunnen worden geopend.


---- --