Verbond van Verzekeraars

Verbond presenteert tweede Consumentenmonitor

Vier van de vijf mensen kijken overwegend positief tegen hun eigen verzekeraar aan. Wel denkt de meerderheid van de consumenten dat ze het wat dit betreft beter heeft getroffen dan de gemiddelde Nederlander. Bovendien zijn verzekeraars betrouwbaarder en efficiënter dan de overheid, vindt maar liefst driekwart van de mensen. En één op de acht verzekerden geeft toe zelf wel eens gefraudeerd te hebben met verzekeringen. Dit zijn enkele opvallende uitkomsten uit de nieuwste Consumentenmonitor van het Verbond.

Verzekeraars willen maar al te graag weten wat de klant van ze denkt. Sta ik er goed op? Deugen mijn producten? Is de prijs-kwaliteitverhouding in orde? Elke verzekeraar doet daar onderzoek naar, maar de uitkomsten van die onderzoeken blijven streng geheim. Misverstanden en vooroordelen over de branche hebben zo alle kans om te blijven bestaan. Alleen al daarom is het goed dat het Verbond sinds twee jaar systematisch onderzoek doet naar het imago van verzekeraars, en de resultaten van die Consumentenmonitor ook gewoon publiceert.

Het belangrijkste doel van deze monitor is dat hij probeert boven water te krijgen welke te beïnvloeden factoren het imago van verzekeraars bepalen. Zodat er, mocht er iets aan schorten, ook wat aan kan worden gedaan. Met het imago van individuele verzekeraars is het nog niet zo slecht gesteld. Wél blijkt uit de Consumentenmonitor dat de branche als geheel een probleem heeft met haar imago.

Positief

Ook al zeggen verreweg de meeste mensen dat ze positief over (klaarblijkelijk de eigen) verzekeraars denken, het negatieve vooroordeel over de branche is hardnekkig. Zo blijkt iets minder dan de helft van de mensen te denken dat de gemiddelde Nederlander een negatief beeld van verzekeraars heeft. Met andere woorden: ik heb geen slechte ervaringen met verzekeraars, maar veel anderen wel. Deze uitkomst is overigens niet uitzonderlijk. Uit Amerikaans onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat veel Amerikanen geen goed woord over hebben voor het Congres. Maar met hun eigen congreslid hebben ze het goed getroffen!

Afgewezen claim werkt negatief

Niet echt opmerkelijk is de oorzaak van een positief of negatief imago: dat hangt nauw samen met de mate waarin de verzekeraar inhoud geeft aan het aspect zekerheid. Voornaamste factor bij zekerheid vormen ervaringen van de consument uit het verleden, naast mate van dekking op de polis en service die de verzekeraar levert. En ervaringen uit het verleden betekenen: uitkering na schade. De waardering van zekerheid en dus het imago daalt snel als iemand persoonlijk te maken heeft gekregen met een (onterechte of terechte dat maakt niet uit) afwijzing van een claim, of daarover aan de borreltafel van anderen verhalen hoort.

Tussenpersoon niet echt vertrouwd

De opvattingen van de consument om wel of niet met een tussenpersoon zaken te doen, leveren ook boeiend materiaal op. Meer dan de helft van de consumenten denkt dat verzekeraar en tussenpersoon vooral handelen uit eigenbelang. Maar liefst driekwart van de groep consumenten die vooral direct met verzekeraars zakendoet, verdenkt de tussenpersoon ervan vooral uit eigenbelang te handelen. Dat verklaart hun keus. Opvallender is dat nog altijd bijna een kwart van de tussenpersoonklanten denkt dat deze vooral handelt uit eigenbelang. De keus om direct zaken te doen met een verzekeraar, zo concludeert de monitor, lijkt dus eerder gestuurd door het gebrek aan vertrouwen in de tussenpersoon dan door het vertrouwen in verzekeraars.

Over provisie geen flauw idee

Het hoofdstukje kosten, winsten en uitkeringen is een black box voor de consument. Die heeft daar echter wel ideeën over, al hebben die niets met de werkelijkheid te maken. Verzekeraars keren meer uit, verdienen minder, en hun kosten zijn hoger dan de consument denkt. Wil men dan wél weten hoe het met die aspecten zit? In het licht van de huidige discussie over transparantie van bijvoorbeeld de provisiekosten, is het op zn minst opmerkelijk dat minder dan de helft van de mensen zegt daar behoefte aan te hebben. Het zijn met name de jonge, hoogopgeleide en goed verdienende stadsbewoners die nieuwsgierig zijn naar de provisie die verzekeraars aan tussenpersonen betalen. Opleiding is daarbij de meest bepalende factor.

Karig bestaan

Als de tussenpersoon zijn inkomen van de klant moest hebben, zou hij een karig bestaan leiden. Voor de dienstverlening van de tussenpersoon wil de helft van de klanten het liefst niets hoeven betalen, en als het dan toch zou moeten, vindt hij vijftien euro per uur gemiddeld mooi genoeg. Het liefst ziet de consument dat de provisie een vast bedrag is in plaats van (nu) een percentage van de premie.

Fraude in beeld?

Het beeld dat de consument voorstander is van een hardere aanpak van fraude door verzekeraars zoals dat verleden jaar ontstond, blijft ook in deze editie van de monitor recht overeind. Opvallender is het (nieuwe) gegeven dat maar liefst 12 procent van de ondervraagden toegeeft zelf ooit gefraudeerd te hebben. Meer in het algemeen heeft men het idee dat vier op de tien mensen wel eens heeft gefraudeerd.

Een meerderheid van de respondenten (63 procent) heeft er overigens geen moeite mee dat verzekeraars privacygevoelige informatie inwinnen, of dat ze kunnen beschikken over het sofi-nummer van de klant.

Astronomisch

Het percentage mensen dat toegeeft zelf wel eens gefraudeerd te hebben, leidt tot intrigerende speculaties. Het komt erop neer dat vanuit 840.000 huishoudens (=12 procent van alle huishoudens) wel eens is gefraudeerd. Dat zijn over een periode van tien jaar 84.000 en over een periode van twintig jaar 42.000 valse claims per jaar.

Verzekerd!, maart 2005