Waterschap Regge en Dinkel

24-03-2005 10:56

Eensgezindheid over Samenwerking in de afvalwaterketen 24-03-2005

Op projectniveau samenwerken, leidt direct tot besparingen. Zowel in de afvalwaterketen als ook bij waterbeheer in zijn algemeenheid. Organisaties samenvoegen en de oprichting van nieuwe organisaties als bijvoorbeeld een waterketenbedrijf kost veel tijd en energie en leidt niet tot het gewenste resultaat. Laten we niet te veel vrijblijvend overleggen en scenarios bedenken, maar gewoon praktisch aan de slag gaan. Dat is, kort door de bocht, de conclusie van de themabijeenkomst Samenwerking in de afvalwaterketen.

De vergaderlocatie

Wateractieprogramma Overijssel 2005

Ruim 100 betrokken bestuurders van waterschappen en van de provincie Overijssel en een aantal wethouders ontmoetten elkaar op 22 maart 2005 Wereldwaterdag in hotel restaurant De Zon, gelegen direct aan de Overijsselse Vecht in Ommen.

Groeten uit Ommen

Directe aanleiding was de ondertekening van het Wateractieprogramma Overijssel 2005. Dat is om 16.15 uur ondertekend door de gedeputeerde water van de Provincie en de dijk/watergraven van de waterschappen Groot Salland, Reest en Wieden, Regge en Dinkel, Rijn en IJssel, en Velt en Vecht.

Het wateractieprogramma 2005 is een feit!

Het wateractieprogramma formuleert een viertal gemeenschappelijke doelen: A. Veilig en leefbaar Overijssel, B. Schoon water in Overijssel, C. Genieten van het water en D. Samenwerken in waterbeheer. Vervolgens wordt er voor 2005 een aantal concrete maatregelen en acties overeengekomen dat de realisering van die doelen dichterbij moet brengen. Voor een uitgebreide blik op het wateractieprogramma verwijzen we graag naar de digitale versie ervan, die is in te zien door hier te klikken.

Voorafgaand aan de ondertekening voerden verschillende sprekers het woord over het thema Samenwerking in de afvalwaterketen. Dit gespreksthema was gekozen omdat het aansluit bij een van de afspraken uit het wateractieprogramma.
Samenwerken ja, samengaan nee
Het spits werd afgebeten door de heer S. Schaap, dijkgraaf van waterschap Groot Salland en voorzitter van de Unie van Waterschappen. Hij bestreed het nut en de noodzaak van een waterketenbedrijf, dat zowel drinkwatervoorziening als rioolonderhoud en zuivering van afvalwater geïntegreerd voor zijn rekening neemt en daarvoor dan ook vervolgens één rekening op basis van het drinkwaterverbruik, de waterketenheffing, aan de burgers doorberekent. De waterketen, zo betoogde hij, is niet gesloten maar altijd gekoppeld aan het watersysteem. Dat begint al bij de winning van drinkwater uit het systeem en het eindigt bij de lozing van effluent op hetzelfde systeem. En dan gaan we gemakshalve maar even voorbij aan de in- en uitlaat onderweg. De waterketen is zo lek als een mandje en zal dat de komende jaren ook blijven. Beheer als een gesloten systeem is daarom uitgesloten.

Behalve dat er vreemd water in het systeem komt en een gesloten systeem dus een illusie is, is ook de bekostigingsstructuur die gekoppeld is aan het waterverbruik nog eens contraproductief, gooide Schaap de tweede knuppel in het hoenderhok. Ruim 85% van de kosten zijn namelijk vaste kosten en dus zal de burger weinig in de portemonnee merken van een vermindering van zijn waterverbruik. En stel, de burger wordt echt braaf en zijn waterverbruik neemt af, dan zullen de gederfde inkomsten voor de waterbeheerders het volgend jaar moeten worden gecompenseerd met verhoging van de tarieven. Waterketenbedrijven zijn al voor hun geboorte ten dode opgeschreven.

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen zetten daarom ook veel liever in op samenwerking in de afvalwaterketen. Daar valt de winst te behalen, zowel op financieel als op milieugebied. De conclusie van Schaap luidde dan ook: Laat de verantwoordelijkheden zitten waar ze nu zitten en ga vanuit die verantwoordelijkheden samenwerking aan om efficiencywinsten te behalen en de leefomgeving te verbeteren. Optimalisatiestudies en het openstaan voor elkaars belangen bij de revisie van zuiveringsinstallaties of vervanging van rioolstelsels moet resulteren in een benadering als was het één beheer. Wederzijds inzicht in elkaars belangen en manier van werken kan op korte termijn al leiden tot resultaten, legde Schaap uit. Als voorbeeld gaf hij de integratie van rioleringsplannen van gemeenten in waterplannen waardoor maatregelen direct vertaald kunnen worden in concrete begrotingen en acties voor zowel gemeente als waterschap.

Meer dan 100 bestuurders in de zaal
Meer ruimte voor regionale invulling van beleid De volgende spreker was de heer Von Meijenfeldt. De directeur bodem, water en landelijk gebied verving VROM-staatssecretaris Van Geel, die verplichtingen had in de Kamer. Geheel tegen de verwachting in bleek hij het in grote lijnen met Schaap eens te zijn. Hij benadrukte ook de samenhang tussen keten en systeem en stelde dat Nederland het voor wat betreft de waterkwaliteit en de aansluitingen op waterleiding en riolering internationaal heel goed doet. Toch staan we voor een aantal omvangrijke en kostbare wateropgaven. Von Meijenfeldt noemde het verminderen van het aantal overstorten, het vervangen van de riolering, het verbeteren van het zuiveringseffluent en het anders omgaan met regenwater in stedelijke gebieden. Ook in Europees verband worden steeds zwaardere eisen gesteld.

Het streven is dan ook een verhoging van de doelmatigheid om tegen aanvaardbare kosten de leefomgeving te verbeteren en daarnaast een grotere transparantie in de dienstverlening naar de burger tot stand te brengen.

Tot verrassing van het merendeel van de aanwezigen zei Von Meijenfeldt dat op de invoering van waterketenbedrijven door Den Haag eigenlijk nooit echt was aangedrongen. Sterker nog, in Den Haag is men nu van mening dat aan de verschillende verantwoordelijkheden niet moet worden getornd en dat lokaal en regionaal moet worden gezocht naar samenwerking om die doelmatigheid en transparantie te kunnen realiseren. Bij de ondertekening later op de middag suggereerde hij dat er zelfs wel beperkte financiële middelen zouden zijn om regionale initiatieven op dit gebied te ondersteunen.

Een goede communicatie van regionale initiatieven en resultaten naar de kamer achtte Von Meijenfeldt van groot belang zodat er bij de periodieke rapportages ook daadwerkelijk wat te melden is. Waterbesparing is geen doelstelling meer van VROM, vertelde hij nog. En Schoon water is een collectief goed maar afvalwaterzuivering is voor een belangrijke gedeelte een bedrijfsmatige activiteit. Kortom, zowel Van Geel als Von Meijenfeldt zetten de deuren naar meer ruimte voor regionale invulling verder open dan iedereen verwachtte.

Projectmatige samenwerking met wisselende partners Watergraaf van Rijn en IJssel de heer Van Brink is lid van de Stuurgroep Toekomst Waterketen Gelderland. Hij gaf een kijkje in de dagelijkse praktijk in Gelderland, waar niet alleen gemeenten en waterschappen maar ook particuliere bedrijven intensief samenwerken om gezamenlijk een beter afvalwaterbeheer tot stand te brengen. In Gelderland zijn de ervaringen dat samenwerking begint met het benoemen van vooral de angsten die er zijn om de eigen autonomie te verliezen. Van Brink: Als duidelijk is waar iedereen staat en als de zeggenschap van de verschillende partners gehandhaafd blijft, ontstaat er een zeker vertrouwen. Bovendien blijken er vaak meer raakvlakken dan problemen, hoewel ieder samenwerkingsproces in principe moeizaam begint. De natuurlijke raakvlakken van met name gemeenten en waterschappen bieden goede perspectieven. Met het drinkwaterbedrijf zijn die natuurlijke raakvlakken veel minder. Ook Van Brink ziet niets in waterketenbedrijven maar pleit voor steeds wisselende samenwerkingspartners in zowel overheid als bedrijfsleven om concrete projecten zoveel mogelijk effectief en efficiënt te kunnen neerzetten. Investeer niet alleen in structuren of convenanten, maar ga praktisch te werk. Dus niet alleen samen-werken, maar samen-doen! Begin maar eens met schaalvoordelen van bijvoorbeeld inkoop en kennisdeling. We hebben de plicht om met gemeenschapsgeld zo zuinig mogelijk om te gaan. Profiteer van elkaars kennis en methoden te leren en zorg dus voor optimale uitwisseling tussen verschillende samenwerkingspartners, aldus Van Brink.

Doorgaan op de ingeslagen weg
Slotspreker was gedeputeerde Jansen. Ook hij benadrukte de voordelen van samenwerking, zowel financieel als in het kader van de realisering van de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water. Jansen bracht naar voren dat het Wateractieprogramma een goed voorbeeld is van verbetering van samenwerking. Een samenwerking die overigens in Twente goed functioneert. Illustratief daarvoor is het Waterpact van Twente waarin gemeenten, provincie, waterschappen en drinkwaterbedrijf Vitens samen vernieuwend bezig zijn geweest in het waterbeheer. Het pact is in 1997 opgestart en heeft zich in 8 jaar overbodig gemaakt, vertelde Jansen.Samenwerkingspartners weten elkaar nu wel te vinden.

Het forum

In de discussie met de zaal bleek dat verreweg de meeste aanwezigen hun uitgangspunten deelden. Samenwerking in het waterbeheer is de weg naar realisering van waterdoelstellingen. En het accent moet absoluut liggen op concrete projecten en niet op structuren of organisatievormen. Vanuit de verschillende kaderstellingen moet iedere keer weer in de praktijk worden gezocht naar oplossingen waarbij de burger profiteert. Kritische kanttekeningen waren er nog wel vanuit het drinkwaterbedrijf dat voor zichzelf een duidelijker rol ziet weggelegd, dan in de themabijeenkomst over de afvalwaterketen uit de verf kwam. De algemene opvatting was dat contact met de gemeenten veel aandacht moet krijgen de komende tijd.

Handtekeningen worden gezet

Tekst Jan Verhoek (Tekstmaat, Nijverdal); fotografie Christian van der Meij (Hengelo); vormgeving ecard Jos van het Reve (Weidevogel, Mariaparochie)