Partij van de Arbeid


Den Haag, 29 maart 2005


Vragen van de leden Timmer en Verbeet (beiden PvdA) aan de staatssecretaris en de minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport


over de sterke daling van het aantal gediplomeerde verpleegkundigen in verpleeg- en verzorgingshuizen


1. Heeft u kennis genomen van het artikel in de Volkskrant over de sterke daling van het aantal gediplomeerde verpleegkundigen in verpleeg- en verzorgingshuizen? Wat is uw mening over deze ontwikkeling?


2. Bent u bereid om de harde gegevens over de situatie in verpleeghuizen die volgens het onderzoeks- en adviesbureau Prismant onvoldoende aanwezig zijn, ondanks de vergelijkende studie van de Inspectie voor de gezondheidszorg, te verzamelen? Zo ja, op welke termijn en op welke wijze? Zo nee, waarom niet?


3. Kent u het onderzoek van Sting waaruit blijkt dat in 2000 ruim 70% van de verzorgenden en helpenden in de thuiszorg en intramurale ouderenzorg zonder zorggerelateerde opleiding werkte? Wat heeft u gedaan met de door Sting gedane aanbevelingen ter verbetering van het opleidingsniveau en kwaliteit van helpende en verzorgenden?


4. Onderschrijft u de aanname dat de daling van gediplomeerde verpleegkundigen en het grote aantal verzorgenden en helpende zonder zorggerelateerde opleiding mede de oorzaak is van de daling van kwaliteit van zorg in verpleeg- en verzorgingshuizen?


5. Wat is uw mening over de door de AVVV aangegeven oorzaken van de sterke daling van gediplomeerde verpleegkundigen in verpleeg- en verzorgingshuizen, namelijk de lagere salariëring ten opzichte van ziekenhuizen, de hoge werkdruk en het slechte imago?


6. Is het juist dat verpleeg- en verzorgingshuizen liever met goedkoop en dus lager geschoold personeel werken vanwege budgetproblemen? Zo nee, wat is volgens de reden hiervoor? Zo ja, wat gaat u hieraan doen?


7. Bent u met ons van mening dat het in het belang van de kwaliteit van de ouderenzorg is dat er voldoende gediplomeerde verpleegkundigen en verzorgende en helpenden met een zorggerelateerde opleiding werken in verpleeg- en verzorgingshuizen? Zo ja wat gaat u doen om dit te stimuleren?


8. Bent u bereid om de relatie tussen kwaliteit en kwalificatieniveaus van medewerkers in de ouderenzorg en opleidingsprogramma s te betrekken in de normeringsystematiek zoals aanbevolen door het AVVV, NVVA en Sting?


9. Bent u op de hoogte van het feit dat het AVVV, NVVA en Sting op dit moment bezig zijn met een normeringsystematiek van kwaliteit en kwantiteit van personeel in verpleeg- en verzorgingshuizen per patiëntengroep? Bent u bereid om deze normeringsystematiek mee te nemen in de door u te ontwikkelen veldnormen voor verantwoorde zorg?


10. Bent u bereid om in overleg te treden met de beroepsverenigingen en werkgevers om te bezien welke verbeteringen er nodig zijn om meer gediplomeerde verpleegkundigen en meer verzorgenden en helpenden met een zorggerelateerde opleiding in de ouderenzorg te laten werken en de uitstroom te verminderen? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?


11. Ziet u iets in een imagoverbeteringcampagne zoals we die kennen voor werken in het onderwijs? Zo nee, waarom niet?


Volkskrant, 26 maart 2005.


Opgeleid voor kwaliteit, oktober 2003.