Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

-
Datum
29 maart 2005
Ons kenmerk
HWUTVCNL2005/1257
Doorkiesnummer

-
Bijlage(n)

-
Uw kenmerk
2040510260
Onderwerp
kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen gesteld door het lid Hofstra van 10 maart 2005 over hulp bij pech op rijkswegen.


1. Bent u op de hoogte van het onderzoek van de arbeidsinspectie naar de arbeidsomstandigheden van werknemers die (kortlopende) werkzaamheden verrichten langs openbare wegen?


1. Ja.


2. Onderschrijft u de conclusie van dit rapport dat de beschikbare mogelijkheden tot bescherming van de werkplek onvoldoende worden benut en dat 'afkruisen' van een weg een effectief middel is om de veiligheid van bergers en wegenwachters te vergroten? In hoeverre heeft laatstgenoemde maatregel filevorming en verhoging van onveilige situaties door 'kijkers' tot gevolg?


2. Ja. Het onderzoek van de Arbeidsinspectie is uitgevoerd in de periode januari
tot en met april 2004. In deze periode is door Rijkswaterstaat in overleg met
alle hulpverlenende instanties uitvoering gegeven aan de ontwikkeling van de Richtlijn "Eerste veiligheidsmaatregelen bij Incidenten op Auto(snel)wegen".
Deze richtlijn is op 13 september 2004 gepubliceerd in de Staatscourant en per
15 september 2004 in werking getreden. Deze richtlijn is een aanvulling op de Beleidsregels Incident Management Rijkswaterstaat (1999). Tot het moment van het tot stand komen van deze Richtlijn waren alleen medewerkers van Politie en Rijkswaterstaat geautoriseerd tot het aanvragen van verkeersmaatregelen. Met de invoering van de Richtlijn is dat eveneens toegestaan aan medewerkers van ambulances, de Brandweer, bergers (waaronder ook Route Mobiel) en de ANWB Wegenwacht.

Op grond van de opgedane ervaring in de eerste maanden van dit jaar kan worden vastgesteld, dat de nieuwe werkprocedure naar tevredenheid functioneert. In zeer beperkte mate ontstaat hierdoor filevorming. Hierbij wordt de veiligheid van de overige weggebruikers niet onnodig in gevaar gebracht.


3. Is het waar dat pechhulpverlening niet in zijn geheel is geïntegreerd in de richtlijnen met betrekking tot incident management? Zo ja, kunt u aangeven waarom dit niet is gebeurd?

3. Nee. In de Beleidsregels Incident Management Rijkswaterstaat (1999) staat beschreven dat onder het begrip incidenten alle gebeurtenissen moeten worden verstaan zoals ongevallen, pechgevallen, afgevallen lading, gestrande voertuigen, die de capaciteit van de weg nadelig beïnvloeden of kunnen beïnvloeden en als zodanig de doorstroming van het verkeer belemmeren of kunnen belemmeren, uitgezonderd pechgevallen op de vluchtstrook voor zover sprake is van een aanvaardbaar risico ten aanzien van de doorstroming en veiligheid van het overige verkeer. Op basis van meldingen van incidenten (via bijvoorbeeld 112) bij de meldkamers van politie of eigen waarneming van Rijkswaterstaat wordt direct een bergingsbedrijf ingeschakeld. De politie is verantwoordelijk voor de afhandeling van incidenten. Pechgevallen op de vluchtstrook met een aanvaardbaar risico voor de verkeersveiligheid en de doorstroming worden afgehandeld door pechhulpverleners. Door de toevoeging van de nieuwe richtlijn, zoals genoemd bij vraag 2 en 4 zijn ook voor de afhandeling van pechgevallen op de vluchtstrook criteria gegeven.


4. Wat is uw mening over het stellen van een maximumtijd aan het verlenen van hulp op de vluchtstrook? Omwille van de veiligheid van zowel weggebruikers als bergers dan wel wegenwachters en omwille van het vermijden van het onnodig 'afkruisen' van wegvakken?

4. Er doen zich regelmatig pechgevallen voor op de vluchtstroken van rijkswegen. In de voornoemde Richtlijn "Eerste veiligheidsmaatregelen bij incidenten op auto(snel)wegen" worden aanvullende criteria gesteld voor het werken op de vluchtstrook. Daarbij is niet gekozen voor een maximum tijd, maar voor het uitgangspunt dat de verblijfstijd zo kort mogelijk dient te worden gehouden.
Daarom geldt tegenwoordig voor de veiligheid van de hulpverlener (en de inzittenden van het pechvoertuig) het basisprincipe van pechhulpverlening: "werk alleen ter plaatse aan het pechvoertuig als de omstandigheden dit toelaten". Er is op basis van kennis en ervaring van alle betrokken partijen bewust gekozen voor een situationele beoordeling van de omstandigheden. Op het moment van aankomst van de hulpverlener dient deze op grond van zijn professionaliteit een inschatting te maken van de situatie. Hierbij spelen op dat moment de verkeersintensiteit, het tijdstip van de dag, de weersomstandigheden, de pechoorzaak, de ingeschatte duur van de reparatie, het soort voertuig (personenauto of vrachtauto, met en zonder belading en/of aanhangwagen/caravan), de plaats van stranding, de fysieke en gemoedsgesteldheid van de inzittenden en dergelijke allemaal een rol. Daarnaast dient te worden vastgesteld of op de betreffende locatie 'afkruising' van een rijstrook kan plaatsvinden of dat Rijkswaterstaat in verband met de veiligheid op verzoek van de hulpverlener ter plaatse andere verkeersmaatregelen dient te treffen.


5. Bent u bereid regels omtrent pechhulpverlening op te nemen in de Beleidsregels Incident Management?

5. Dit is reeds het geval. Zie hiervoor het antwoord op vraag 3.


6. Bent u bereid maatregelen te treffen waardoor het 'afkruisen' van wegen tijdens de spits enkel plaatsvindt voor de kortst mogelijke periode conform opzet en doel van incident management?

6. Dit is reeds het geval. Zie hiervoor het antwoord op vraag 4.


7. Bent u bereid om de Kamer over mogelijke maatregelen te informeren? Zo ja, op welke termijn valt deze informatie te verwachten?

7. Ja, ik zal de Kamer over eventuele wijzingen in het beleid informeren. Vooralsnog voorzie ik geen wijzigingen.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Karla Peijs

-----------------------
Arbeidsinspectierapportage bergingsdiensten en wegenwacht 2004, www.arbeidsinspectie.szw.nl

Beleidsregels Incident Management Rijkswaterstaat, 1999 en verder aanvullingen.