Politie Limburg-Noord

Politie pakt meer verdachten op / resultaten politiedistrict Venlo 2004
Datum: 29-03-2005
Tijd bericht: 15:27
Plaats: Venlo
De politie van het district Venlo (omvattende de gemeenten Arcen & Velden, Helden-Panningen, Kessel, Maasbree en Venlo) kijkt terug op een jaar waarin de geweldsdelicten op een aantal terreinen zijn gestegen. Zo stegen de bedreigingen (336) met 92 ten opzichte van het vorig jaar. Maar niet alleen de meldingen en aangiften van geweldsdelicten stijgen, ook de aantallen verdachten die zijn opgepakt zijn op verschillende fronten gestegen.

De vijf basiseenheden van het district Venlo (Venlo-Centrum, Arcen, Velden, Venlo-Oost, Blerick, Tegelen en Helden) brachten in 2004 in totaal 2189 verdachten naar het Openbaar Ministerie. Dit zijn er 304 boven de doelstelling. Het aantal verdachten dat is aangehouden voor bedreiging en overgedragen naar het Openbaar Ministerie steeg van 95 in 2003 naar 130 in 2004. In 2004 werd 553 maal aangifte gedaan van mishandeling. Een stijging van 67 ten opzichte van 2003. Er werden hiervoor 269 verdachten aangeleverd bij het Openbaar Ministerie, 15 meer dan vorig jaar. De geĂŻntensiveerde aanpak van huiselijk geweld sinds 2004, waarbij daders worden aangehouden en verhoord, heeft hier mogelijk een positieve bijdrage aan geleverd. In totaal hebben er in 2004 358 zaken met betrekking tot huiselijk geweld gespeeld.

Minder overvallen
Het aantal overvallen vertoont een daling. In 2002 registreerden wij 25 overvallen, in 2003, 14 en in 2004, 11. Dit leidde tot 10 aan het Openbaar Ministerie aangeboden verdachten. Het aantal straatroven is nagenoeg gelijk gebleven met 78 (77 in 2003). Er zijn 13 verdachten aangeleverd aan het Openbaar Ministerie. De tweede helft van 2004 leek er een lichte stijging van straatroven te ontstaan in Venlo en Blerick. Het betrof een dadergroep. Inmiddels zijn 6 verdachten opgepakt waardoor de stijging lijkt te stagneren.

Jeugdige veelplegers in beeld
De politie van het district Venlo is afgelopen jaar gestart met de aanpak van jeugdige veel-en meerplegers. De doelstelling was 15 jeugdige veelplegers op te nemen in een adoptietraject. Inmiddels zijn 21 jeugdige veelplegers gekoppeld aan een adoptieagent. Zij zijn daarvan persoonlijk en schriftelijk op de hoogte gesteld. In 2004 zijn 285 jeugdigen doorverwezen naar bureau Halt. Dit zijn 48 verwijzingen minder dan het jaardoel. Opgemerkt dient te worden dat met name in de basiseenheden Venlo-Centrum en Venlo-Oost sprake is van jeugdige verdachten die niet kunnen worden doorverwezen naar Halt. Onder meer omdat de delicten, in dit (stedelijk) gebied gepleegd, niet in aanmerking komen voor Halt of omdat de verdachte al eerder in aanraking is geweest met Halt. In deze gevallen rest een strafrechtelijk traject als enige aanpak.

Dalend aantal verkeersslachtoffers Het aantal verkeersdoden daalde van 14 in 2003 naar 6 in 2004. Het aantal ziekenhuisgewonden nam af van 136 naar 110. De basiseenheden hebben nadrukkelijk die gedragsregels gehandhaafd (roodlicht, helm, gordel) waarbij een verband bestaat tussen verkeersgedrag en ernstig letsel. Bij het realiseren van de doelstellingen op het gebied van verkeer is nadrukkelijk gekeken naar locaties waar verkeerscontroles plaatsvonden. Met name op risicovolle locaties zijn controles uitgevoerd waarbij (subjectieve) onveiligheid van omwonenden en overige weggebruikers een grote rol speelde.

Extra capaciteit door maatschappelijke onrust De moord op Theo van Gogh heeft tot maatschappelijke onrust en spanning tussen allochtone en autochtone Nederlanders geleid. Een onderzoek naar de Moskeebrand in Panningen in combinatie met een poging tot brandstichting in een moskee in Venray werd uitgevoerd door een team van gemiddeld 15 rechercheurs. Aan dit onderzoek werden in 2004 door het district Venlo 1131 mensuren besteed. De gebiedsmentoren en medewerkers jeugdzorg verstevigden hun contacten binnen de islamitische organisaties, de Marokkaanse jeugd, de Lonsdale jongeren en enkele relevante scholen. Door de daaruit verkregen informatie was het mogelijk op bepaalde momenten op gepaste wijze te reageren op signalen van toegenomen spanningen en mogelijke confrontaties. Extra toezicht, onder meer tijdens het uitgaansleven, informatie-inwinning en verwerking kostten het district 310 mensuren. Daarnaast is de regio Limburg-Noord het afgelopen jaar geconfronteerd met een uitzonderlijk hoog aantal zeer ernstige delicten. De behandeling van deze zaken kostte enorm veel capaciteit van de basiseenheden. Dit kwam ten laste van het regulier politiewerk in het district. In 2004 zijn er 10.000 mensuren aan deze onderzoeken besteed. Dit zijn 8,3 (netto) medewerkers. De resultaten van het district moeten dan ook bezien worden in deze context.