Universiteit Leiden

Meer informatie: dienst Interne en Externe Communicatie, tel. 071-5273282

persbericht 29 maart 2005

Tien Veni-subsidies voor Leiden
Tien jonge, pas gepromoveerde Leidse wetenschappers krijgen van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) een zogenoemde Veni-subsidie van maximaal 200.000 euro, waarmee ze drie jaar lang onderzoek kunnen doen. Ze zijn door NWO geselecteerd omdat ze blijk hebben gegeven van een opvallend en origineel talent voor het doen van vernieuwend wetenschappelijk onderzoek. Het zijn:

1. Dr. Raoul Frese (Biofysica): De organisatie van een bio-batterij Biofysica Fotosynthese is de kunst van het omzetten van zonlicht in een spanningsverschil over een membraan. De structuren van deze membranen worden molecuul voor molecuul in kaart gebracht waardoor dit kunststukje tot het kleinste detail duidelijk wordt.

2. Dr. Peter-Bram 't Hoen (LUMC): Moleculaire controle van spierherstel
Humane Genetica Spieren kunnen opmerkelijk goed herstellen na beschadiging door lichamelijke belasting. In dit project wordt onderzocht hoe dit proces wordt gereguleerd. De betrokken eiwitten kunnen in het vervolg gebruikt worden om het spierherstel te bevorderen in oudere mensen of mensen met een spierziekte.

3. Dr. Astrid van Hylckama Vlieg (LUMC, Epidemiologie) Er zijn veel risicofactoren voor veneuze trombose bekend. Desondanks is de kans dat iemand met trombose in de toekomst een tweede trombose zal krijgen niet goed te voorspellen. De onderzoekers ontwikkelen en bestuderen nieuwe bloedtesten om mensen met een groot risico te kunnen identificeren.

4. Dr. Henning Klöter (CNWS): Manuscripten, missionarissen en het Min Het Zuidelijk Min wordt door 45 miljoen mensen in het Chinese kustgebied, Taiwan en Zuidoost-Azië gesproken. De oudste bronnen zijn opgetekend door Westerse missionarissen in de zeventiende eeuw. Het project beoogt de taalkundige ontsluiting van deze unieke manuscripten.

5. Dr. Femmie Kraaijeveld-Smit (Dierenecologie): Soortvorming onder druk van parasieten
Fruitvliegen kunnen zich aanpassen aan dodelijke parasieten, of aan voedselcompetitie, maar niet aan allebei. Omdat beide aanpassingen erfelijk zijn, passen de vliegen hun partnerkeuze erop aan. Dit project gaat onderzoeken of soortvorming onder druk van parasieten kan optreden via paringsvoorkeuren.

6. Dr. S. Sebastiaan Overeem (LUMC, neurologie): Slap van de lach en slapend verlamd
Als we 's nachts dromen, zijn onze spieren volledig verlamd (anders zou je doen wat je droomt!). Mensen met de slaapstoornis narcolepsie krijgen plotselinge spierverslappingen wanneer ze in de lach schieten. Lijken deze verlammingen op die van dromen? En hoe regelen de hersenen dit precies?

7. Dr. Stefania Tanase-Grecea (CBAC): Van snuggere metaallegering naar slim moleculair materiaal
De beweging van elektronen in metaallegeringen leidt tot ferromagnetisme. Sommige ferromagnetische legeringen hebben de ontwikkeling van opslag van informatie in computers mogelijk gemaakt. Moleculaire materialen hebben veel elektronen en houden deze elektronen stevig vast, waardoor een sterke toename van de datadichtheid mogelijk wordt.

8. Dr. Armand Tepper (Biochemie): Moleculaire lego voor biosensoren Eiwitten met een metaalcentrum communiceren niet graag met electrodes, wat de ontwikkeling van biosensoren en bio-electronica belemmert. Dit onderzoek gebruikt DNA om verschillende eiwitten met elkaar te verbinden om zo de wisselwerking met vaste dragers te verbeteren.

9. Dr. Alfred Vertegaal (LUMC, moleculaire celbiologie): SUMO-worstelen met eiwitten
SUMO's zijn eiwitten die door een omkeerbare binding het gedrag van andere eiwitfactoren beïnvloeden. De onderzoeker heeft ontdekt dat SUMO's binden aan pre-mRNA-splicingfactoren en gaat deze nieuwe functie van SUMO verder bestuderen.

10. Dr. Tracey Webb (Sterrewacht): Stoffige sterrenstelsels en de verborgen perioden van sterrenstelselevolutie De zwaarste melkwegstelsels in het heelal vormen zich in een korte explosieve periode van stervorming, die echter door stof aan het oog onttrokken is. In dit onderzoek worden nieuwe technieken gebruikt om deze explosieve fase rechtstreeks te bestuderen.

De Veni-subsidie is een van de drie subsidievormen van de Vernieuwingsimpuls. De andere twee zijn de Vidi-subsidie (voor ervaren postdocs) en de Vici-subsidie (voor zeer ervaren onderzoekers). NWO betaalt bijna zeventig procent van elke subsidie. De universiteit of het instituut waar de subsidiënt zijn onderzoek uitvoert, draagt ruim dertig procent bij.