Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

Datum
29 maart 2005
Ons kenmerk
DGW/GW 2005/264
Doorkiesnummer

Bijlage(n)

1
Uw kenmerk

-
Onderwerp
Resultaten bestuurlijk overleg tussen Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Unie van Waterschappen en IPO op 26 januari 2005

Geachte voorzitter,

Bij de behandeling van de Nota Ruimte op 17 januari 2005 is door de minister van Verkeer en Waterstaat aan de Tweede Kamer toegezegd om de resultaten van het bestuurlijk overleg over het
Hoogwaterbeschermingsprogramma 2003-2004 tussen het ministerie van Verkeer en Waterstaat, de Unie van Waterschappen en het IPO op 26 januari 2005 aan de Kamer te doen toekomen.

De resultaten van dit overleg zijn weergegeven in bijgevoegd verslag.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

mw drs M.H. Schultz van Haegen
Deelnemers Afschrift aan
IPO
Mevr. Bouwmeester (Flevoland)
Dhr. Poelmann (Noord-Holland)
Dhr. Laseur

Unie van Waterschappen:
Dhr. Schaap (Groot Salland)
Dhr Gosselaar (Zeeuwse eilanden)
Dhr. Kraaij en mevr. Scholtes

V&W
Minister Peijs
Mevr.Wouters
Mevr. Smit

|                                    |                        |
|                                    |                        |
|Verslag van                         |Nummer                  |
|Bestuurlijk overleg IPO, Unie van   |                        |
|Waterschappen, V&W                  |                        |
|Datum verslag                       |Opgemaakt door          |
|27 januari 2005                     |Marion Smit             |
|Datum bespreking                    |Doorkiesnummer          |
|26 januari 2005                     |070- 351 8977           |
|                                    |Bijlage(n)              |
|                                    |-                       |
Vooraf: dit is een verslag van de hoofdpunten en afspraken, niet woordelijk.

Aanleiding gesprek:
De aanleiding voor het gesprek is het door het Rijk opgestelde ontwerp- hoogwaterbeschermingsprogramma 2003-2004. Het IPO en de Unie van Waterschappen hebben schriftelijk aangegeven zich niet te kunnen vinden in dit voorstel.


1. Opening:
De Minister heet iedereen welkom en geeft het woord aan de initiatiefnemers van het gesprek voor een nadere toelichting.
Dhr. Schaap geeft een algemene toelichting van de zorg van de Unie van Waterschappen en het IPO: wordt dit incidentele uitstel structureel. Hij wijst daarbij op toezegging en bestuurlijke afspraken uit het verleden. Mevr. Bouwmeester geeft daarop aansluitend aan teleurgesteld te zijn dat het Ministerie eerder gemaakte afspraken, zoals voor de Markermeerdijken, niet nakomt.


2. Beveiliging tegen overstromen is een gezamenlijk verantwoordelijkheid: De Minister onderschrijft de gezamenlijke verantwoordelijkheid. Zij bevestigt dat het Rijk verantwoordelijk is voor de financiering van de benodigde maatregelen voor veiligheid (conform nieuwe financieringsstructuur). Ondanks het grote belang van veiligheid is dit geld niet altijd direct beschikbaar. De Minister benadrukt dat het nodig kan zijn om prioriteiten te stellen en maatregelen iets uit te stellen, gezien de financiële krapte Rijksbreed.
Dhr Schaap geeft aan dat de boekhoudkundige insteek niet doorslaggevend kan en mag zijn voor veiligheid. Onveiligheid is voor de burger onacceptabel. Als het Kabinet niet tijdig kan financieren dan is het Kabinet daarmee verantwoordelijk als het misgaat.
Afspraak: De minister neemt de verantwoordelijkheid voor de veiligheid tegen overstromingen voor waterkeringen, die vanwege financiële krapte bij het rijk niet aan de wettelijke veiligheid kunnen voldoen.


3a. Eerste toetsing
De Minister bevestigt de urgentie van veiligheid. Zij kent de risico's van water - heeft 1953 bewust meegemaakt. Aan de andere kant is haar ervaring dat burgers ook andere afwegingen maken, bijvoorbeeld in het verkeer of bij buitendijks bouwen. Maar als er echt een veiligheidsprobleem dan moet het Rijk haar verantwoordelijkheid nemen. Voor de meest urgente dijkvakken wil zij zich wel inzetten. Daarbij zijn de mate van onveiligheid en de risico's in het achterland, belangrijke criteria. Dit is een afweging die het Rijk niet alleen kan maken, maar waarvoor informatie van IPO en Unie van Waterschappen nodig is.
Dhr. Schaap geeft aan informatie over de mate van onveiligheid van afgekeurde dijkvakken aan het rijk beschikbaar te zullen stellen. Mevr. Bouwmeester geeft aan dat het onacceptabel is dat de veiligheid nu niet voldoet.
Dhr Gosselaar geeft aan dat het onacceptabel is onveilige dijkvakken niet aan te pakken. Daarnaast worden er kansen gemist. Bijvoorbeeld bij de Westerschelde waar kansen liggen om werken te combineren, en het totaal uiteindelijk financieel goedkoper wordt.
Afspraak: Het Rijk zal zich inzetten voor de financiering van de meest urgente dijkvakken, conform voorstel van het IPO en de Unie van Waterschappen. Dit betekent dat de financiën voor de benedenstad Nijmegen, de Nederlek, en Bergambacht een jaar naar voren worden gehaald ten opzichte van het ontwerp-Hoogwaterbeschermingsprogramma 2003-2004. Voor de overige werken wordt het ontwerp-Hoogwaterbeschermingsprogramma 2003-2004 aangehouden. Daarmee is het Hoogwaterbeschermingsprogramma 2003-2004 vastgesteld.

3b: Markermeerdijken
Dhr Poelmann geeft aan dat er wel degelijk verwachtingen zijn gewekt en dat de regio - conform nieuwe regeling - mag verwachten dat het noodzakelijke geld tijdig beschikbaar komt. Daarnaast verwacht hij dat voor de komende toetsing een extra claim komt.
De Minister geeft aan de tweede toetsing te willen afwachten. Zij onderkent dat er verwachtingen zijn gewekt, maar wil zich aan de wettelijke verplichting houden. Wel wil zij zich inspannen voor een tijdige financiering opdat 2010 gehaald kan worden.
De Unie van waterschappen hecht eraan om vooruitlopend aan de komende toetsronde nu al te starten met de versterkingswerken. Afspraak: Het is de intentie van het Rijk om de Markermeerdijken uiterlijk in 2010 op orde te hebben. Het Rijk zal zich inspannen om de benodigde gelden tijdig op de begroting beschikbaar te krijgen (inspanningverplichting).

3c: Golfrandvoorwaarden kust
Dhr Schaap benadrukt het belang van voldoende middelen voor de kust. De Minister geeft aan dat er - in tegenstelling tot de brief aan de Unie van Waterschappen en het IPO - wel middelen zijn gereserveerd (743 miljoen) en dat de reeks loopt tot 2020.
De minister geeft aan voor definitieve besluitvorming de resultaten van de
2e toetsing in 2006 te willen afwachten
Dhr. Schaap benadrukt dat dit in tegenspraak is met de toezegging aan de Tweede Kamer. Kustprojecten in het kader van het
hoogwaterbeschermingsprogramma dienen vooruitlopend op de 2e toetsronde aangepakt te worden en in 2015 gereed te zijn.
Dhr Schaap benadrukt dat in het hoogwaterbeschermingsprogramma 2005 en in het Bestuurlijk Overleg kust vanuit IPO en Unie van Waterschappen concretere voorstellen voor een totaaloverzicht (financiële reeks hoogwaterbescherming, inclusief kust) zal worden neergelegd. De Minister geeft aan vooruitlopend op de formele vaststelling (nav tweede toetsing) op basis van deze nieuwe informatie de mogelijkheid tot aanpassing van de financiële reeks nader te willen bezien. De heer Gosselaar geeft aan dat Zuidwest Walcheren mist in de lijst van Zwakke schakels
Afspraak: Zuidwest Walcheren zal worden toegevoegd. Afspraak: Op basis van het totaaloverzicht aan kustprojecten wordt de mogelijkheid tot aanpassing van de financiële reeks van 743 miljoen euro bezien.
Afspraak: voorjaar 2005 wordt een bestuurlijk overleg gepland over het hoogwaterbeschermingsprogramma (inclusief kust).


3d: Voorfinanciering
Dhr. Schaap geeft aan dat er mogelijkheden zijn voor voorfinanciering, maar dat dat uiteraard aan elk verantwoordelijk waterschap zelf is om hier voorzieningen voor te treffen.
De Minister geeft aan dat zij open staat voor voorfinanciering, maar dat rentevergoeding vanuit het Rijk onbespreekbaar is. Mevr. Bouwmeester geeft aan dit wonderlijk te vinden aangezien het Rijk eindverantwoordelijk is.
De minister onderkent de eindverantwoordelijkheid van het Rijk, maar herhaalt nogmaals dat rentevergoeding voor het Rijk onbespreekbaar is. Afspraak: Voorfinanciering door de waterschappen en/of provincies mag er niet toe leiden dat minder urgente projecten voorrang krijgen boven de door het Rijk (in overleg met de Unie van Waterschappen en het IPO) vastgestelde prioriteit. Dit zou er immers toe kunnen leiden dat meer urgente projecten zouden vertragen.


4. Financiering werken 2e toetsing en eventuele financiële claims. De minister geeft aan dat in 2006 (tweede toetsing) de balans wordt opgemaakt. Het is niet opportuun hier nu op vooruit te lopen. Dhr. Schaap en Dhr. Poelmann geven aan een extra claim te voorzien. De Minister concludeert dat zij nu niet verder vooruit wil lopen op de financiering van de tweede toetsing en eventuele extra claims uit het komende hoogwaterbeschermingsprogramma. Hiervoor wil zij eerst inzicht hebben in de omvang en noodzaak van de extra claims. Het door de Unie van Waterschappen op te stellen hoogwaterbeschermingsprogramma 2005 en de tweede toetsing in 2006 zal hiervoor de informatie leveren. Afspraak: IPO en Unie van Waterschappen zullen kennis over de sterkte van de waterkering en informatie over ruimtelijke meekoppelingsmogelijkheden aan het rijk beschikbaar stellen. Dit ter ondersteuning van de prioritering (kasritme) van maatregelen.
Het totaal overzicht aan projecten, die nu reeds bekend zijn, zal dit voorjaar onderwerp zijn van een bestuurlijk overleg.

Tenslotte:
De Minister gaat kort in op de resultaten van de commissie Duivesteijn (TCI). Hoogwaterbescherming valt niet onder de procedureregeling grote projecten. Toch moet het Rijk kunnen verantwoorden of geld goed is uitgegeven. Kloppen de ramingen, hoe is de kwaliteitsborging georganiseerd en hoe worden de risico's beheerst.
Afgesproken wordt dat ambtelijk zal worden uitgezocht hoe het proces kan worden verbeterd na afloop van de discussie met de Tweede Kamer over de aanbevelingen van de commissie Duivesteijn en risicobeheersing van grote projecten. Actie DGW ism IPO en Unie van Waterschappen.