Ministerie van Financiën

Antwoorden op vragen van het lid Douma (PvdA) over het negeren van de code-Tabaksblat aangaande certificering (2040510490)

Vraag 1: Bent u op de hoogte van de berichtgeving over het op grote schaal negeren van de code-Tabaksblat van de certificering?

Ja.

Vraag 2: Waarom geven beursgenoteerde ondernemingen op dit belangrijke punt geen navolging aan de code-Tabaksblat?

Vraag 5: Deelt u de mening dat inmiddels buiten twijfel staat dat de administratiekantoren niet onafhankelijk zijn? Zo ja, welke conclusie verbindt u hieraan?

Het is nog te vroeg om conclusies te trekken over de mate van naleving van paragraaf IV.2 van de Nederlandse corporate governance code betreffende certificering van aandelen en de onafhankelijkheid van het bestuur van het administratiekantoor. Ook over de motivering van eventuele afwijkingen van administratiekantoren van de voorschriften onder paragraaf IV.2 van de Nederlandse corporate governance code is nog geen totaalbeeld te geven. De op 6 december 2004 ingestelde Monitoring Commissie Corporate Governance Code (Staatscourant nr. 241 van 14 december 2004) zal aan het eind van dit jaar haar eerste monitoring rapport betreffende de mate van naleving van de voorschriften van de Nederlandse corporate governance code publiceren. Dan kan een eerste aanzet worden gegeven voor conclusies over de naleving van de Nederlandse corporate governance code en wordt een beeld verkregen van de motivering van eventuele afwijkingen.

Vraag 3: Waarom hanteren zoveel beursgenoteerde ondernemingen nog altijd 100%-certificering of bijna 100%-certificering?

Uit het in opdracht van de Nederlandse Corporate Governance Stichting & het Netherlands Institute for Corporate Governance uitgevoerde onderzoek "Corporate Governance in Nederland 2004; De opvolging van de code geïnventariseerd" blijkt dat in 2003 ongeveer 33 procent van de Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen certificaten van aandelen aan een effectenbeurs hebben genoteerd. Het is niet bekend welk percentage van deze vennootschappen alle dan wel vrijwel alle aandelen heeft gecertificeerd. Het percentage "gecertificeerde" aandelen zal in de regel samenhangen met het doel van de certificering van aandelen. Dat doel kan per vennootschap verschillen. Bij vennootschappen met veel kleine beleggers kunnen alle dan wel vrijwel alle aandelen zijn gecertificeerd, teneinde te voorkomen dat een (toevallige) meerderheid van aandeelhouders de besluitvorming naar haar hand zet. Bij vennootschappen die financieringspreferente aandelen hebben uitgegeven kan er reden zijn om alleen dit soort aandelen te certificeren wanneer de financieringspreferente aandelen zijn uitgegeven tegen een sterk afwijkende (lagere) koers dan de gewone aandelen.

Vraag 4: Is het waar dat bij de ongeveer 30.000 agendapunten van de afgelopen 30 jaar bij de diverse beursgenoteerde fondsen, het geen enkele keer is voorgekomen dat het administratiekantoor tegen het ondernemingsbestuur heeft gestemd?

Het is vrijwel onmogelijk om een dergelijke stelling voor een zo lange periode te onderzoeken. Er is slechts onderzoek beschikbaar over een periode van vijf jaar. Uit het in opdracht van het Ministerie van Financiën verrichte onderzoek "Aandeelhoudersvergaderingen in Nederland; 1998-2002" blijkt dat "administratiekantoren veelal geen stemmen tegen voorstellen uitbrengen". Aan de hand van een regressieanalyse wordt een sterk statistisch significant resultaat gevonden voor de hypothese dat in de algemene vergadering van aandeelhouders van "gecertificeerde" beursvennootschappen minder vaak wordt tegengestemd.

Vraag 6: Kan overwogen worden om de (niet-democratische) stichtingsvorm bij administratiekantoren te verbieden en slechts vennootschappen en verenigingen als administratiekantoor toe te staan? Of ligt een verbod op certificering in het algemeen volgens u meer voor de hand?

Het kabinet heeft geen reden om in te grijpen in de vrijheid van administratiekantoren om hun eigen juridische vorm te kiezen en/of om een vennootschap te verbieden medewerking te verlenen aan het certificeren van haar aandelen. Het past bij een concurrerend vennootschapsrecht om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de wensen van ondernemers en bestuurders. Ook de commissie corporate governance (commissie Tabaksblat) heeft niet aanbevolen besturen van administratiekantoren te verbieden de stichting als juridische vorm voor het administratiekantoor te kiezen, getuige de eerste zin van best practice bepaling IV.2.2 van de Nederlandse corporate governance code: "De bestuurders van het administratiekantoor worden benoemd door het bestuur van het administratiekantoor." De commissie Tabaksblat beveelt evenmin aan om certificering van aandelen te verbieden. Wel heeft zij in paragraaf IV.2 van de code voorschriften geformuleerd om voorwaarden te verbinden aan het gebruik van certificering van aandelen, teneinde te voldoen aan haar principe dat certificering van aandelen niet meer wordt gebruikt als beschermingsmaatregel. De commissie Tabaksblat is van mening dat certificering van aandelen uitsluitend een middel mag zijn om te voorkomen dat door absenteïsme ter algemene vergadering van aandeelhouders een (toevallige) meerderheid van aandeelhouders de besluitvorming naar haar hand zet.

De Minister van Justitie heeft, mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken, de minister van Financiën en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, in het kader van de behandeling van het wetsvoorstel betreffende de aanpassing van de structuurregeling op 28 augustus 2003 voorgesteld administratiekantoren te verplichten certificaathouders zonder enige beperkingen en onder alle omstandigheden (dus ook in de zogenoemde oorlogstijd) stemvolmachten te verschaffen wanneer de certificaathouders hierom vragen (kamerstukken II 2002/03, 28 179, nr. 31). De Tweede Kamer gaf destijds echter te kennen de toekomst van de regeling betreffende certificering te willen behandelen in het bredere kader van wettelijke maatregelen inzake beschermingsconstructies en heeft ingestemd met het amendement van het lid Douma (kamerstukken II 2002/03, 28 179, nr. 38) om administratiekantoren in de zogenoemde oorlogstijd de vrijheid te geven te besluiten aan certificaathouders geen stemvolmachten te verlenen. In de reactie op de Tabakblat code (kamerstukken II 2003/04, 29 449, nr. 1) heeft het kabinet aangekondigd de regeling betreffende certificering te willen betrekken bij de implementatie van de Europese richtlijn betreffende openbare biedingen op effecten (richtlijn nr. 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod; Pb EU L 142).

Vraag 7: Wat is in dit kader de stand van zaken met betrekking tot het wetsvoorstel beschermingsconstructies?

Het wetsvoorstel tot invoering van de mogelijkheid tot het treffen van bijzondere maatregelen door de ondernemingskamer over zeggenschap in de naamloze vennootschap (kamerstukken II, 25 732) is op 7 november 1997 bij de Tweede Kamer ingediend en heeft daar vele verdeelde reacties opgeleverd. De parlementaire behandeling heeft lange tijd stil gelegen. Het vorige kabinet heeft in augustus 2002 de Tweede Kamer gevraagd de behandeling van het wetsvoorstel aan te houden (brief van 30 augustus 2002 van de minister-president met kenmerk 02M437766). In de nota 'Modernisering van het ondernemingsrecht' (kamerstukken II 2003/04, 29 752, nr. 2) zijn over openbare biedingen en beschermingsconstructies nieuwe wettelijke maatregelen in het vooruitzicht gesteld, waarna aan voorzetting van de behandeling van wetsvoorstel 25 732 geen behoefte meer zal bestaan. Deze wettelijke maatregelen hangen samen met de hiervoor genoemde implementatie van de Europese overnamerichtlijn. Een voorontwerp van een wetsvoorstel dienaangaande is recentelijk voor consultatie bij marktpartijen uitgezet. Het wetsvoorstel zal naar verwachting aan het begin van dit najaar bij de Tweede Kamer worden ingediend.


---

Financieel Dagblad, "Bedrijven negeren code-Tabaksblat", blz. 1, 10 maart jl.

Financieel Dagblad, "Twijfel over stemkantoor zit diep", blz. 13, 10 maart jl.

Te raadplegen via de website van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code: www.corpgov.nl.

Bij brief van 3 november 2003 (FIN 03-471) door de Minister van Financiën aan de Tweede Kamer aangeboden.