Provincie Noord-Brabant




Landelijke aanpak van de eikenprocessierups in 2005

De eikenprocessierups blijkt sinds 1991 een permanente bewoner geworden te zijn in grote delen van Zuid-Nederland. Hoewel het verspreidingsgebied van de rups zich in de jaren negentig vooral beperkte tot Brabant en een klein gedeelte van de provincie Limburg, heeft de eikenprocessierups zijn territorium in de laatste twee jaren sterk uitgebreid in noordelijke en oostelijke richting in de richting van de provincies Gelderland en Utrecht. In een gebied waar ruim 5.000.000 mensen wonen kan men nu in de maanden mei, juni en juli op een groot aantal eikenbomen, in 2004 op meer dan 700.000 bomen, deze rupsen aantreffen, op de stam en in dichte spinsels van vervellingshuidjes, uitwerpselen en brandharen. Juist deze brandharen kunnen voor mensen een ware plaag opleveren in de vorm van hevige jeuk en pijnlijke irritatie van de huid, ogen en/of luchtwegen. Zo was in 2004 in Brabant de overlast in vergelijking met 2003 met meer dan 50% toegenomen.

Ondanks een intensieve inspanning van groenbeheerders van gemeenten en provincie is het in de afgelopen jaren niet gelukt om de eikenprocessierups op een effectieve en maatschappelijke verantwoorde wijze te bestrijden. Naarmate het verspreidingsgebied groter wordt blijkt de beheersing van de plaag steeds moeilijker te zijn. Ook de beschikbare bestrijdingsmethoden, biologische bestrijding, zuigen en/of branden, blijken niet altijd zonder nadelen gebruikt te kunnen worden.

Hoewel een vroegtijdig in te zetten biologische bestrijding van de eikenprocesierups in de praktijk effectief blijkt te zijn, levert dit ook een nadelig effect op voor de aanwezige biodiversiteiten. Beschermde vlinders kunnen daarmee verdwijnen. Door het ontwikkelen van verspreidingskaarten van deze vlindersoorten in de provincie en een landelijke leidraad te formuleren waarin bouwstenen worden aangereikt om tot verantwoorde beheerskeuzen te komen worden, krijgen de beheerders middelen in handen om de eikenprocessierups op een adequate wijze te bestrijden . Om een mogelijke plaag van de eikenprocessierups in een bepaald gebied adequaat te bestrijden kan men de keuze maken tussen: niets doen, waarschuwen, gebied afsluiten voor publiek, zuigen en of branden van de eikenprocessierups of het toepassen van biologische bestrijdingsmiddelen.

De centrale doelstelling in de aanpak voor 2005 is het zoveel mogelijk verlagen van risico`s voor mens en dier in gebieden waar de eikenprocessierups voorkomt op een wijze waarbij minimale schade wordt toegebracht aan de ecologische kwaliteit van bomen en leefgebieden. Daarnaast zal in 2005 ook in een uitgebreide voorlichtingscampagne het publiek op de hoogte worden gebracht van de aanpak en de bestrijding van de eikenprocessierups. In deze campagne zal ook aangegeven worden wat niet alleen de bevolking zelf maar ook de bezoekers van evenementen, kampeer- en recreatieterreinen, zelf kunnen doen om zich te beschermen tegen de overlast van de eikenprocessierups.

Op woensdagmiddag 6 april zal in het provinciehuis Noord-Brabant een informatiebijeenkomst plaatsvinden over de landelijke aanpak van de eikenprocessierups. Deze middag wordt georganiseerd door de provincie Noord-Brabant in samenwerking met het Bureau Medische Milieukunde voor de GGD'en in Brabant en Zeeland. Het doel van deze middag is de beheerders van gemeenten, provincie en andere groenbeheerders te informeren hoe op een duurzame en maatschappelijke verantwoorde manier de overlast van de eikenprocessierups in de komende maanden aangepakt kan worden. Mw. Annemarie Moons, gedeputeerde voor milieu in de provincie Noord-Brabant, zal in haar openingswoord stil staan bij deze landelijke aanpak. Centraal in deze aanpak staat, conform een daarvoor door een landelijke expertgroep ontwikkelde leidraad, die op deze informatiebijeenkomst gepresenteerd zal worden, dat op basis van een goede afweging van gezondheidskundige en ecologische aspecten in relatie tot de plaagdruk van de eikenprocessierups in een bepaald gebied voor een bepaalde bestrijding gekozen kan worden. Hierbij is een goede monitoring van de eikenprocessierups een essentiele voorwaarde om tot deze afweging te komen.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Henk Jans, medisch milieukundige/arts, Bureau Medische Milieukunde GGD'en Brabant en Zeeland en voorzitter van de landelijke expertgroep Eikenprocessierups 076 5 282 238 of 06 53 44 12 16