Partij van de Arbeid


Den Haag, 6 april 2005


Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


over Astra Zeneca


1. Heeft u kennis genomen van het bericht dat geneesmiddelenfabrikant AstraZeneca aan een onderzoek meebetaalt naar hart- en vaatziekten onder 50 plussers?*


2. Ziet u, net als de heer Kastelein, projectleider van het onderzoek geen enkel commerciëel belang voor Astra Zeneca, niet voor wat betreft het onderzoek en niet voor wat betreft de uitkomsten van het onderzoek? Zo ja, waarom denkt u dat AstraZeneca meebetaalt?


3. Kunt u uitleggen hoe het onderzoek enerzijds volledig onafhankelijk kan zijn en anderzijds deel uitmaakt van de Galaxy-studie van AstraZeneca, waarin studies zijn ondergebracht rond de cholesterolverlager Crestor?


4. Vindt u een dergelijke handelwijze wettig en ethisch? Vindt de Codecommissie van de CGR dat ook? Vindt u dit een vorm van gunstbetoon?


5. Vindt u het van belang om te weten in hoeverre ook andere farmaceutische bedrijven zich schuldig maken aan ongeoorloofde promotie? Zo ja, hoe gaat u daar achter komen? Kunt U de Kamer zo spoedig mogelijk een overzicht zenden van ongeoorloofde promotie door faramaceutische bedrijven, in welke vorm dan ook, van de laatste drie jaar?


6. Hoe beoordeelt u dergelijke praktijken in het licht van de door u beoogde gereguleerde marktwerking in de gezondheidszorg, nu eens te meer blijkt dat de farmaceutische industrie de ongeschreven en geschreven wetten van de vrije markt aan de laars lapt?


Bent u nog steeds van mening dat zelfregulering volstaat? Zo ja waarom?


7. Kunt u aangeven hoe vaak leden van de Tweede Kamer in de afgelopen in de afgelopen 2 jaar u vragen hebben gesteld over ongeoorloofde promotie door farmaceutische fabrikanten? Bent u van mening dat zelfregulering voor geneesmiddelenfabrikanten , gezien de antwoorden van de overheid op deze vragen, nog enige kans van slagen heeft? Zo ja, waarom? Zo nee, wat gaat u doen om een einde te maken aan deze praktijk?


* Trouw 6-4-2005