CDA

Actieplan Beroepsonderwijs

Inleiding

Het VMBO staat hoog op de politieke agenda. De problemen binnen het VMBO - uitval, agressie, probleemleerlingen - worden breed in de pers uitgemeten en de ene na de andere partij komt met een plan om het VMBO 'te redden'. Maar wat speelt er nu écht binnen het VMBO? Welke innovaties moeten voortvarend worden doorgezet? Wat zijn de werkelijke oorzaken van de problemen en in welke richting moeten we naar een oplossing zoeken? Deze en andere vragen stonden centraal in een bijeenkomst die de CDA-fractie heeft gehouden met een groot aantal betrokkenen bij het VMBO: docenten, directeuren, leerlingen, bestuurders en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. Deze bijeenkomst, en de vele gesprekken en werkbezoeken die rondom deze bijeenkomst hebben plaatsgehad hebben geleid tot de conclusie: er gaat gelukkig veel goed, maar het kan en moet nog beter. In een actieplan voor het beroepsonderwijs, met als titel "goed kan beter", geeft de CDA-fractie aan hoe het beter kan en moet. Dit actieplan geeft de richting aan van de inzet van de CDA-fractie bij de debatten in de Kamer en de gesprekken met het veld.

Den Haag, 06 04 2005

Aart Mosterd
woordvoerder voortgezet onderwijs, CDA Tweede-Kamerfractie

Jan de Vries
voorzitter fractiecommissie OCW, CDA Tweede-Kamerfractie Actieplan Beroepsonderwijs

( Meer ruimte voor maatwerk:

Het VMBO is de meest innovatieve sector in het onderwijs, het veld is volop in beweging. Met de introductie van werkplekleren wordt het vakgericht onderwijs meer en meer in een 'levensechte' nabootsing van de praktijksituatie vormgegeven. Scholen blijken steeds beter in staat om maatwerk te bieden in het onderwijsaanbod. Het VMBO ontwikkelt zich soms ondanks de wettelijke kaders. De politiek moet durven loslaten, durven flexibiliseren en de professionals de ruimte durven geven om de uitdaging met een veranderende omgeving aan te gaan.

( Lerarenopleiding toegespitst op VMBO:

Voor het lesgeven op een VMBO-school is écht vakmanschap vereist. Het vraagt van docenten specifieke vaardigheden bijvoorbeeld t.a.v. het omgaan met verschillen in didactische behoeften van leerlingen. Vraagsturing betekent hier dat de invloed van de VMBO-scholen op de lerarenopleiding moet worden vergroot. De CDA-fractie is van mening dat er een speciale lerarenopleiding moet komen, toegespitst op het VMBO. Dit kan een aanvullende specialisatie zijn voor diegenen die een reguliere lerarenopleiding of PABO hebben afgerond.

( Diploma voor vakmanschap:

De CDA-fractie stelt de leerling centraal en wil uitgaan van diens mogelijkheden en talenten. Voor leerlingen die praktijkonderwijs volgen is het nu niet mogelijk een diploma te behalen. Zij worden direct naar werk begeleid. Ook leerlingen die individuele leerwerktrajecten volgen ontvangen geen diploma. Zij gelden in de statistieken nu als 'voortijdig schoolverlater'. Een startkwalificatie MBO-niveau 2 is voor hen te hoog gegrepen. Voor hen zouden de scholen een 'Startkwalificatie Vakmanschap' moeten kunnen afgeven die door de branche wordt erkend, uitgaande van de mogelijkheden van de leerlingen.

( VMBO-examens als 'meester-proef':

Examens in de huidige vorm zijn qua vorm en inhoud te bepalend voor de inrichting van het onderwijs op de school en laten in onvoldoende mate zien wat op een voorbereidende beroepsopleiding geleerd moet worden. De examens moeten in vorm en afnamemoment worden geflexibiliseerd. De inhoud moet aangepast worden op dat wat de leerling in het vervolgonderwijs nodig heeft. De CDA-fractie denkt daarbij aan geïntegreerde toetsing van theorie en praktijk, gericht op het verwerven van competenties en het opbouwen van een portfolio. Dit portfolio wordt afgesloten met een 'meesterproef'. Het is en blijft van belang dat het VMBO wordt afgesloten met een diploma, waarvan voor ieder duidelijk is wat het waard is. De beschreven eisen ten aanzien van de te verwerven competenties voor het diploma moeten aansluiten bij het vervolgonderwijs.

( Meer geld naar scholen in probleemwijken:

Niet overal is de uitval even hoog, niet overal is de taalachterstand even groot, kortom: niet overal is de problematiek even complex. De extra financiële ruimte is beperkt. Maatwerk is dus geboden, ook waar het de financiering betreft. Bij investeringen in het VMBO moeten we daarom recht doen aan regionale verschillen: daar waar de problemen het grootst zijn moet het meeste geld naar toe. Het gaat om gericht investeren daar waar scholen niet op eigen kracht de problemen aankunnen. Het nieuwe "leerplus-arrangement VO", dat momenteel wordt uitgewerkt en bedoeld is voor die scholen waar problemen zich opstapelen biedt goede mogelijkheden daartoe. Tegelijkertijd moeten we durven kiezen. Wanneer er meer geld beschikbaar komt, kiezen wij voor die VMBO-scholen die met de grootste problemen geconfronteerd worden. De motie Verhagen en de motie De Vries hebben eerder al geleid tot meer geld voor het VMBO. ( Meer praktijk in de theoretische leerweg:
Het overgrote deel van de leerlingen in de theoretische leerweg, stroomt door naar het MBO. In het veld klinkt daarom alom de roep om meer mogelijkheden voor praktijkgerichte vakken in de theoretische leerweg. Het CDA geeft scholen graag die mogelijkheid tot maatwerk. Daarnaast neemt de animo voor de theoretische leerweg op een aantal scholen af. Het CDA pleit er daarom voor de scholen die daarvoor willen kiezen, de mogelijkheid bieden de gemengde en de theoretische leerweg samen te voegen. Doorstroommogelijkheden mogen niet beperkt worden.

( VMBO geen opvang voor ontspoorde jongeren:

Het VMBO heeft veel in haar mars, de VMBO-docenten gaan tot het uiterste. Daarom lukt het hen om veel te betekenen voor de 'niet-kunners', voor de 'niet-willers' en zelfs voor de 'schoolhaters'. Het VMBO is echter geen dagopvang voor 'ontspoorde jongeren'. Daarom worden door dit kabinet reeds 'rebound-voorzieningen' gecreëerd, daarvoor zijn in een aantal gemeenten al creatieve oplossingen bedacht en zouden waar nodig andere voorzieningen gecreëerd moeten worden. Te denken valt aan internaat-scholen zoals de ordeschool van 8 tot 8 in Tilburg, die vanaf 2005-2006 van start gaat.

( Persoonlijke begeleiding en verlengde leerwerk-plicht tot 23 jaar:

Iedere jongere tot 23 jaar die nog geen startkwalificatie heeft behaald, volgt een opleiding of heeft werk. Zo niet, dan ook geen uitkering. Indien nodig, wordt hiervoor de leerplichtwet aangepast, zodat overtreding ook juridisch kan worden aangepakt. Te denken valt aan alternatieve straffen, gericht op participatie. De CDA-fractie ziet passende begeleiding als de kern van de oplossing. Sommige jongeren hebben een schouderklopje nodig, en sommigen moeten in de kraag gevat worden: ieder jongere tot 23 jaar die nog geen startkwalificatie heeft behaald, heeft recht op een persoonlijke begeleider voor zijn/haar leerloopbaan naar werk.

( Meer wisselwerking tussen school en praktijk:

Het beroepsonderwijs leidt op voor een beroep. Er is nog veel winst te behalen in de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, bijvoorbeeld op het gebied van stages. Scholen en bedrijfsleven dienen samen te zorgen voor een voldoende aanbod van stageplaatsen die passend zijn voor de leerlingen. De accreditatie-eisen voor leerwerkplekken moeten worden versoepeld. Hier zit het bedrijfsleven zichzelf in de weg. Stageplaatsen zijn geaccrediteerd, maar scholen moeten tot en met niveau 2 van het MBO gemotiveerd kunnen afwijken van de eis tot accreditatie. VMBO-scholen moeten de praktijk binnen de school halen en met de leerlingen naar de praktijk toegaan. Voorbeelden hiervan zijn werkpleksimulaties, vakmensen uit het regionale bedrijfsleven die over hun vak komen vertellen, leerwerkstages en bedrijfsbezoeken.

( Bindende afspraken over doorlopende leerlijnen:

Schooluitval vindt met name plaats bij de overstap van VMBO naar MBO. Daar waar de aansluiting verbetert, vermindert de uitval. Op tal van plaatsen in Nederland komen interessante (zelfs fysieke) samenwerkingsvormen tot stand. De CDA-fractie juicht dat toe en wil dat alle VMBO-scholen met ROC's in de regio bindende afspraken maken over doorlopende leerlijnen. Zo zou de voorbereiding op een MBO opleiding in de Basis Beroepsgerichte Leerweg al in het laatste jaar van het VMBO kunnen starten, bijvoorbeeld met het zoeken naar een stageplaats. Daar waar een leerling een VMBO-school verlaat, zonder dat duidelijk is of hij of zij is ingeschreven op een vervolgopleiding, zouden VMBO scholen deze leerlingen moeten melden bij het RMC.

---- -- http://www.cda.nl/domains/cda/content/downloads/2ekamer/actieplan vmbo.pdf

! " #$ %&
' %& ' ' $ ' % ' $ ( )* $ *
+ $ $
* ' ' ' $ $ +
$ ,
- * ( )* $ $ * $ ' ( )* $ . /0/12//3
)
4

ACTIEPLAN BEROEPSONDERWIJS "GOED KAN BETER"

)$
$
$ $ ! $ " 5$ '$
*6 * $ #$ $ $ $* $ $ $
* $ ( )* $ $
---
' *7) * ( )* $ $

---
$ $ 8 ! $ "9
*$ 2 ' $ !
5 *$ $ " * $ 96 ' : $ $ ' 6 *
*6

* ( )* $ ; $ $
* * * ! * " *
*
$ ' $ ! "

$ 6 6 * $=
* $ * $ $ + $ $ $ , - $ '$ ' &
$ ' $ $ *
ACTIEPLAN BEROEPSONDERWIJS "GOED KAN BETER"

"

---

---
$ ( ) * $ $ $ * ( ) $ ' $

---

* $ ! "# $ ! $ ' * ! $ $ ! $ ! ' " $ = ' $ $ ' ' $ ' $ ?
*2//32//0
# " ! $%" 2@ *$ * *
* 8 $


*

* $ $ ( )* $ ' 5 $
+ 2@ *$ *
* $ ' A
---

---
5$
* '
' $$
' * '$' * 5 ' $$ $ 2 * $$ $ $
---

*

* '

---
5$

B * *
' C D ( )* $ $ $ E (" * 8 ' $ F
---
$ ' * *' $ ' $ ' E (
ACTIEPLAN BEROEPSONDERWIJS "GOED KAN BETER"

---- --