PERSBERICHT
Datum: 6 april 2005
Brief Reesink aan beleggers
In vervolg op de op 31 maart jl. gehouden buitengewone algemene vergadering van
aandeelhouders (hierna: BAVA) bericht de raad van commissarissen van Reesink N.V. als volgt
nader.
Onze kijk op Reesink
De raad is in de huidige samenstelling aangetreden per 11 mei 2004. Wij hebben ons een goed
oordeel kunnen vormen van de bedrijvigheid en de interne organisatie. Ons is daarbij gebleken dat
er sprake is van een team dat met grote toewijding werkt en voor de taken berekend is. De
directeur is niet van het type dat men normaliter bij beursgenoteerde bedrijven aantreft, maar geeft
van sterke ondernemerskwaliteiten blijk. De heer P. Schoemaker, al jarenlang houder van een
5%+ pakket in Reesink N.V., onderstreepte het belang daarvan nog eens tijdens de BAVA.
Het Bod van Van Herk
Reesink N.V. en de potentie die het bedrijf in zich bergt worden naar onze mening bepaald niet op
waarde geschat door het bod van Van Herk. Ter vergadering op 31 maart is dat ook
beargumenteerd toegelicht. Reesink N.V. heeft op basis van gedegen analyses, met betrekking tot
de toekomstige kasstromen uit de operationele activiteiten, een projectie gemaakt van de
-contant gemaakte- ondernemingswaarde. Daaraan is vervolgens toegevoegd de waarde van de
incidentele zaken die niet (langer) aan de bedrijfsuitoefening dienstbaar zijn en dus verkocht
kunnen gaan worden. Daarbij zijn nog niet in aanmerking genomen de positieve effecten van een
bundeling van krachten met marktpartijen in ons nieuwe logistieke centrum te Apeldoorn.
In onze op 25 maart jl. gepubliceerde aandeelhouderscirculaire (zie daarvoor o.a. onze site
reesink.com) hebben wij in lijn met het hierboven gestelde laten weten, dat het bod van Van Herk
zich in de verste verte niet als redelijk kwalificeert. In die mening worden wij gesterkt door de
wijze waarop Van Herk het bod in zijn brief van 30 maart jl. aan de aandeelhouders in Reesink
N.V. toelicht. De verschillen zitten met name in de waardering van de onderneming en dus niet
zozeer in de waardering van de incidentele extra's, die nog in het vat zitten. Van Herk heeft in zijn
bod de onderneming namelijk `meegenomen' voor een waarde van 10,6 mln, wat op zich al in
geen verhouding staat tot het zichtbare eigen vermogen, dat ultimo 2004 38,6 mln. bedroeg.
(Ten aanzien van deze bedragen verwijzen wij naar de cijfermatige opstelling onderaan het
volgende blad.)
Wij blijven dan ook vasthouden aan de conclusie, die wij trokken in de aandeelhouderscirculaire
van 25 maart jl. en die wij in de BAVA uitvoerig toegelicht hebben: het bod van Van Herk
verdient afwijzing!
De toekomst met Van Herk
Voorts merken wij op dat het Van Herk ontbreekt, zoals andermaal bleek tijdens de BAVA, aan
enige expertise om ons als handelshuis verder te brengen. Daar waar Van Herk steeds stelt dat hij
waarde kan toevoegen waar het de verdere ontwikkeling van Reesink N.V. betreft, is zonneklaar
dat dit dan waarde is die Van Herk voor zichzelf in gedachten heeft. De directie wil daarentegen
de onmiskenbaar aanwezige waarde voor de zittende beleggers tot ontwikkeling brengen. In lijn
daarmee geeft onze raad er de uitdrukkelijke voorkeur aan om de door Reesink zelf uitgestippelde
weg te volgen, waarbij de handelsondernemingen zich in evoluerende zin goed kunnen
ontwikkelen. Wij verwachten dat daarmee aandeelhouderswaarde wordt toegevoegd (die zich
mede naar toekomstige dividendstromen zal kunnen vertalen), zodat het aanhouden van de
stukken sterk te verkiezen is boven acceptatie van het bod van Van Herk. Wij roepen onze
beleggers dan ook op hun stukken niet aan te melden.
Ten slotte
De raad van commissarissen signaleert tot zijn spijt dat, daar waar het aan inhoudelijke
argumenten ontbreekt, Van Herk zich in laat met sfeertekeningen betreffende onze bedrijvigheid
en de daarbij betrokkenen, die geen recht doen. Wij vertrouwen er op dat onze beleggers dat
doorzien.
Zutphen, 6 april 2005 Raad van Commissarissen Reesink N.V.
Dit is een mededeling in de zin van artikel 9b lid 1 Bte 1995.
---
Ontleend aan open brief Van Herk d.d. 30 maart '05 zijn de posten gemerkt *:
Waarde handelsactiviteiten *) 27,0 mln.
Af: Schulden *) 19,6 mln.
Waarde onderneming 7,4 mln.
Bij: Correctie wegens in bod begrepen surplus 3,2 mln.
t.w.: ( 70,- min 64,30) x 559.762 *)
In bod begrepen waarde onderneming 10,6 mln.
(Bovenstaande cijfers zijn exclusief de door Van Herk berekende incidentals)
Ontleend aan aandeelhouderscirculaire Reesink N.V. d.d. 25-03-2005
Eigen Vermogen ultimo 2004 38,6 mln.
(zonder meeropbrengst incidentals)
---- --
Reesink N.V.