Speech van de minister-president, mr. dr. Jan Peter Balkenende, afsluiting
van het Islam- & Integratiedebat, Rotterdam, 6 april 2005
Meneer de burgemeester, dames en heren,
U heeft samen de afgelopen maanden iets bijzonders in gang gezet.
Geen debat van bobo's voor bobo's.
Maar een debat van Rotterdammers voor Rotterdammers. Een stadsgesprek over
hoe het is om in Rotterdam samen te leven.
In een sfeer van 'samen problemen aanpakken'. Ik proef die sfeer niet
alleen hier vanavond, maar ook tijdens de werkbezoeken die ik de afgelopen
tijd aan Rotterdamse wijken heb gebracht.
Ik neem mijn petje af voor u en voor de manier waarop u zich opstelt. Want
dit is niet gemakkelijk.
Er zijn kritische woorden gevallen de afgelopen maanden. Die horen bij een
debat. Wie met anderen praat over zijn identiteit, zijn geloof en zijn plek
in onze samenleving, stelt zich kwetsbaar op. Dat is moedig. Dat heeft u
gedurfd. Daar heb ik grote waardering voor.
Graag wil ik kort iets zeggen over enkele begrippen die de afgelopen
maanden in uw discussies steeds weer terugkwamen. Eerst iets over eenheid
in verscheidenheid. Daarna iets over acceptatie en integratie.
Dames en heren, wat is Rotterdam? De Erasmusbrug? De Kuip? De Kop van Zuid?
Katendrecht? De Coolsingel?
Nee, Rotterdam, dat bent ú. Samen. Of u het nu wilt of niet. U hoort bij
elkaar, met alle verschillen die er zijn. Alleen al het zijn van
Rotterdammer schept een band. Het is goed - nee het is noodzakelijk - om
dan samen te praten over datgene waaruit die band bestaat.
600.000 mensen met hun eigen dromen en verwachtingen. Mensen met niet-
religieuze overtuigingen, christenen, moslims, hindoes. Mensen overal
vandaan. Rotterdam is een wereld in het klein. Dat is iets om trots op te
zijn. Maar het leidt ook tot wrijvingen en tot botsingen.
Als oplossing hoor je vaak: 'We moeten tolerant zijn'. Maar dat ligt eraan.
Als onder tolerantie alleen wordt verstaan: 'anderen in hun sop laten
gaarkoken', dan brengt het ons weinig verder.
Tolereren is wat mij betreft een actief werkwoord. Tolerantie veronderstelt
dat we ons in de positie van anderen verplaatsen. Mensen aanvaarden die
anders zijn dan wij. Dat is moeilijk. Hoe doen we dat?
"Laten we stoppen met het uitvergroten van verschillen."
Dat zei een moslima tijdens een van de eerdere debatten. En dat lijkt me
een goede start.
Verschillen mogen we nooit tot onoverbrugbare barrières laten uitgroeien.
Het christendom, de islam, het hindoeïsme, het jodendom, maar ook het
humanisme zijn alle levensovertuigingen die vrede, verzoening en
solidariteit centraal stellen.
Bij alle verschillen die er natuurlijk óók zijn, mogen we die belangrijke
overeenkomsten nooit over het hoofd zien.
En er is meer dat we delen. We leven in een rechtsstaat waarin we allemaal
gelijk zijn en waarin we allemaal dezelfde vrijheid en rechten hebben. Maar
waarin ook van ons gevraagd wordt dat we ons verantwoordelijk gedragen en
ons aan de regels houden.
Dat zijn geen mooie woorden in een wetboek. Dat is de basis van een
vreedzame samenleving waarin mensen tot hun recht kunnen komen.
Bij rechten horen plichten. Dat is de basis van een vreedzaam en bruisend
Rotterdam. We kennen allemaal de verschrikkelijke voorbeelden van
kwaadwillenden die het voor de goedwillenden - en dat is gelukkig de
overgrote meerderheid - vergallen. Met asociaal gedrag, intimidatie of met
geweld. Dat accepteren we niet. Tegen die mensen moeten we hard optreden.
Daar zijn we het over eens.
Laten we dus niet vergeten dat we bij al onze verschillen ook heel veel
gemeen hebben.
Ook over acceptatie en integratie is veel gesproken de afgelopen maanden.
Het is niet altijd gemakkelijk mensen te accepteren die andere tradities en
gewoonten hebben. En het is ook niet altijd gemakkelijk om als nieuwkomer
je plek te vinden in een vreemde omgeving. Dat is iets van alle tijden en
alle culturen. In de bijbel bijvoorbeeld gaan veel verhalen over hoe het is
om als vreemdelingen in een nieuw land te komen.
Als verschillende culturen samenkomen, gaat dat vaak gepaard met angst voor
het onbekende. In die angst komen negatieve beelden scherp naar voren.
Beelden die zich maar al te gemakkelijk hechten aan groepen of religies.
Een volgende stap is dan zwartmakerij en vreemdelingenhaat.
In deze reeks debatten hebben veel mensen gezegd dat het hen kwetst als het
islamitische geloof wordt gekoppeld aan allerlei problemen in onze
samenleving.
"Als moslims zich steeds moeten verdedigen, komen we nooit aan het oplossen
van problemen toe", zei een deelnemer. Ik sluit me daar graag bij aan.
Want wat is het probleem hier? Niet de islam! Maar het respectloze gedrag
van bepaalde individuen en groepjes. Zowel van moslims als van niet-
moslims.
Wie haat zaait tegen anderen, wie bedreigingen uit, wie geweld gebruikt
tegen personen, scholen of moskeeën, overschrijdt grenzen die in onze
rechtsstaat scherp zijn getrokken. Dan past een harde aanpak. Laat dat
duidelijk zijn voor de mensen die zich - bijvoorbeeld in hun kleding -
bewust en zichtbaar willen identificeren met verwerpelijke denkbeelden.
Maar ook voor groepen allochtone jongeren die zich intimiderend gedragen.
Wie erop uit is anderen angst in te boezemen, breekt af wat we nu juist
samen proberen op te bouwen in Nederland. Dit gif mag zich niet
verspreiden. Vandaar dat we krachtig stelling nemen tegen radicalisering en
geweld. De ministers Donner en Verdonk hebben dat gisteren in de Tweede
Kamer ook aangegeven.
Acceptatie van nieuwkomers is van het allergrootste belang. Dat is een
opdracht voor ons allemaal. In de wijk, op het werk, in de disco, op
straat, op de club. Overal.
Vandaar dat een project als 'Welkom in Rotterdam' zo goed is. U kent het
misschien.
'Oude' en 'nieuwe' Rotterdammers met gezamenlijke interesses worden met
elkaar in contact gebracht. In tweetallen gaan ze met elkaar op stap om de
stad te verkennen.
Een idee zo goed dat ze er zelfs in Amsterdam enthousiast over waren.
Sterker nog: ze willen het overnemen!
Maar dat is niet het hele verhaal. Er is meer nodig.
Als mensen zich in hun eigen wereld opsluiten, zich isoleren van hun
omgeving, niet deel willen nemen aan het leven in deze stad, geen
Nederlands spreken, dan kappen ze elke oplossing af.
Integratie is meer dan een inburgeringscursus. Meer dan een examen.
Integratie is: je mengen in het grote geheel zonder je identiteit te
verloochenen. Integratie is: laten zien dat je betrokken bent bij de buurt
en de stad, met trots op je eigen culturele tradities en geloof.
Acceptatie en integratie zijn geen gemakkelijke thema's. Toch heeft u het
daar met elkaar over gehad. En dat is van grote waarde.
'Praatjes vullen geen gaatjes' is een Nederlands gezegde. Maar in dit geval
gaat dat niet op. Want in een samenleving vol verschillen moeten we juist
voortdurend met elkaar in gesprek blijven.
"Als we meer met elkaar praten vanuit wederzijds respect, verdwijnt de
angst", zei een deelnemer.
We moeten tegen elkaar kunnen zeggen: "ik ben het niet met je eens. Voor
een deel heb je misschien gelijk. Voor een deel heb ik gelijk. Maar laten
we afspreken dat we toch goede buren kunnen zijn."
Wie zich beroept op de absolute waarheid, kapt in feite elk gesprek af.
In het Britse parlement heeft lang de afspraak bestaan dat iedere bijdrage
aan het debat moest worden afgesloten met de zin; "Ik moet het voorbehoud
maken dat het mogelijk is dat ik eigenlijk ongelijk heb."
Debatteren veronderstelt goed luisteren naar anderen. Dat is geen teken van
zwakte, maar juist een teken van kracht.
Rotterdam heeft zich van zijn allersterkste kant laten zien de afgelopen
tijd. U heeft stevig gediscussieerd. Recht voor zijn raap. Maar vrijwel
altijd met respect voor elkaars standpunt. En met de bereidheid om aan het
eind van de avond elkaar de hand te schudden.
Ik heb van mensen die erbij waren, gehoord dat ze verrast waren door de
onverwachte positieve ontmoetingen met mensen met een andere
geloofsovertuiging.
Daar gaat het om: durf je te laten verrassen.
Ik wens u veel succes met de voortgang van deze aanpak, die volgens mij een
voorbeeld is dat veel gemeenten in Nederland kan inspireren.
Dank u wel.
Ministerie van Algemene Zaken