Nederlandse verdachte niet schuldig aan dood Belgische man op strand
Katwijk
âs-Gravenhage 19 april 2005 â De rechtbank âs-Gravenhage heeft
gisteren de Nederlandse man die ervan werd verdacht in de nacht van 7
op 8 november 2004 met een Duitse medeverdachte een Belgische man op
het strand van Katwijk van het leven te hebben beroofd, vrijgesproken
van het medeplegen van moord of doodslag en van medeplichtigheid aan
moord of doodslag.
De man is tot een gevangenisstraf van acht jaar veroordeeld
wegens diefstal, diefstal met geweld, afpersing en wederrechtelijke
vrijheidsberoving.
De man en zijn Duitse medeverdachte hebben elkaar leren kennen in
een gevangenis in Duitsland. Zij hebben in korte tijd een aantal
strafbare feiten gepleegd in Nederland en België.
In Turnhout hebben zij een Belgische man, een willekeurig slachtoffer,
voor de garage van zijn woning overvallen. Daarbij hebben zij onder
meer bankpassen, een mobiele telefoon en een portemonnee van het
slachtoffer gestolen. Het slachtoffer, dat gewond was, werd gedwongen
om in de kofferbak van zijn eigen auto plaats te nemen. De mannen zijn
vervolgens naar een bos gereden waar zij de pincodes van het
slachtoffer afhandig maakten. Bij een geldautomaat hebben zij geld
opgenomen van rekeningen van het slachtoffer. Het slachtoffer werd
uiteindelijk via Amsterdam naar Katwijk gereden en daar op het strand
door de Duitse medeverdachte van het leven beroofd. De Nederlandse
verdachte is niet aanwezig geweest bij de levensbeëindiging van het
slachtoffer door de medeverdachte.
De rechtbank heeft de Nederlandse verdachte vrijgesproken van het
medeplegen van moord of doodslag omdat naar het oordeel van de
rechtbank onvoldoende wettig en overtuigend is komen vast te staan dat
het opzet van de man gericht was op de levensbeëindiging van het
slachtoffer. Ook bieden het dossier en het verhandelde ter zitting
volgens de rechtbank onvoldoende bewijs dat hij, door met
de medeverdachte naar het strand van Katwijk te rijden, welbewust de
aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de medeverdachte tot
levensberoving van het slachtoffer zou overgaan.
De Nederlandse verdachte is ook vrijgesproken van medeplichtigheid aan
moord of doodslag. Naar het oordeel van de rechtbank was er geen
sprake van behulpzaam zijn bij doodslag of moord en waren de
gedragingen van de verdachte onvoldoende om te spreken van opzettelijk
gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van
het misdrijf.
LJ Nummer
AT4107
Bron: Rechtbank 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 19 april 2005 Naar boven
Gerechtelijke organisatie