Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorziter van de Eerste Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 22 Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 2513 AA DEN HAAG

Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer SV/A&L/05/10324

Onderwerp Datum Contactpersoon Financiële effecten afschaffing toegang tot 19 april 2005 de WAZ.

Tijdens behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheids- verzekering Zelfstandigen (Wet einde toegang verzekering WAZ, 29497) heeft het lid van uw Kamer, mw. De Rijk, een vraag gesteld1 met betrekking tot de besparingsverliezen van uitstel van dit wetsvoorstel van 1 januari 2004 naar 1 juli 2004 respectievelijk 1 oktober 2004.

In het debat is een cumulatief besparingsverlies in de periode 2005 tot en met 2007 van afgerond 50 miljoen genoemd voor het uitstel van 1 juli naar 1 oktober. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is voor het uitstel van 1 januari naar 1 juli een cumulatief besparingsverlies van 42 miljoen genoemd. De indruk bestond derhalve dat beide vertragingen ongeveer even veel zouden kosten terwijl de duur van het uitstel verschillend was. Dit is echter niet het geval.

Ter toelichting worden hieronder de verschillende stappen in de ramingen besproken. Bij het opstellen van het Hoofdlijnenakkoord was een raming gemaakt van de te verwachten opbrengsten van het afschaffen van de WAZ. Bij het indienen van het wetsvoorstel zijn nieuwe berekeningen gemaakt, en daaruit bleek dat de opbrengsten van afschaffing per 1 januari hoger zouden uitpakken met 33 miljoen voor de periode 2005 tot en met 2007. Bij de nieuwe berekeningen was er namelijk uitgegaan van een grotere daling van het zittende WAZ-bestand.

Toen besloten werd de afschaffing van de WAZ met een half jaar (van 1 januari tot 1 juli) uit te stellen, traden naast de genoemde meevaller van 33 miljoen besparingsverliezen op. De kosten van een half jaar uitstel werden, op basis van de hogere opbrengsten bij afschaffing per 1 januari, geraamd op 75 miljoen. Ten opzichte van het Hoofdlijnen- akkoord bedroeg het besparingsverlies dus 42 miljoen: het saldo van enerzijds de echte kosten van een half jaar uitstel van 75 miljoen en anderzijds een ramingsmeevaller van 33 miljoen.


1 Handelingen 1e kamer, nr.37, 05-07-04


2

Toen de vraag aan de orde was wat de kosten van verder uitstel met drie maanden (tot 1 oktober) zou betekenen, werden deze kosten van uitstel als volgt berekend. De kosten van een half jaar uitstel bedroegen 75 miljoen. De kosten van 3 maanden extra uitstel bedragen de helft van 75 miljoen = 38 miljoen. Het besparende effect van een grotere daling van het zittende WAZ bestand was in het begin al verrekend voor de gehele periode 2005 ­ 2007 en mocht dus niet nog een keer verrekend worden. Daarnaast werd er rekening gehouden met een licht hogere instroom van 5% in 2005. Dit betreft 400 personen extra, hetgeen 9 miljoen aan hogere uitgaven betekent voor de periode 2005-2007. De totale kosten van 3 maanden uitstel bedragen derhalve 38 miljoen + 9 miljoen = 47 miljoen.

Ik vertrouw u met deze uiteenzetting van dienst te zijn geweest.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A. J. de Geus)