Gemeente Utrecht

Toelichting op besluiten van het college van burgemeester en wethouders

Persconferentie naar aanleiding van de collegevergadering om 15.45 uur in de perskamer van het stadhuis.


1. Herziening standaard fietsklemmen
Bij het plaatsen van nieuwe fietsklemmen gaat de gemeente Utrecht vanaf nu gebruik maken van een nieuwe selectie van vier fietsparkeersystemen. De nieuwe selectie van fietsklemmen vervangt de huidige zes fietsparkeersystemen. Van deze zes systemen blijven twee in gebruik (Tullip en DSB). Daarnaast worden twee nieuwe fietsklemmen (Luna en Velofox) aan het assortiment toegevoegd. Herziening van de fietsparkeersystemen was nodig om beter aan de huidige eisen te voldoen en de kwaliteit en de uniformiteit in het straatbeeld te vergroten. Er is gedurende drie maanden een gebruikerstest gehouden met elf fietsparkeersystemen. Daarbij zijn de fietsklemmen door diverse belanghebbenden beoordeeld op gebruikersgemak, materiaalgebruik, ruimtebeslag, prijs en uitstraling. Plaatsing van de vier gekozen fietsklemmen gebeurt alleen op nieuwe locaties of wanneer oude systemen aan vervanging toe zijn.


2. Nieuw bestemmingsplan Lombok
Er is een voorontwerp bestemmingsplan Lombok gemaakt. Het bestemmingsplan omvat het gebied tussen Spinozastraat/Thomas à Kempisweg in het westen. Het spoortracé aan de noordzijde, de Graadt van Roggenweg en de Lombokstraat aan de oostkant en het Merwedekanaal aan de zuidzijde. Het gebied omvat dus naast Lombok (met uitzondering van de kop) ook Majellapark, Nieuw Engeland en Leidseweg en omstreken.

Het nieuwe bestemmingsplan vervangt een aantal verouderde oude bestemmingsplannen en de Voorschriften Bebouwde Kom (1958). Doel van het nieuwe plan is om de bestaande situatie vast te leggen en enkele nieuwe ontwikkelingen planologisch-juridisch mogelijk te maken. Het gaat bij dit laatste om woningbouw aan de Vleutenseweg ( Vleutensewegcomplex), woningbouw op het Groenwegterrein-zuid, de bouw van een appartementencomplex op het terrein van het schoolgebouw aan de Johan de Meesterstraat, en om een bestemmingswijziging van De Munt. Daar wordt naast de huidige functie een geld- en bankmuseum gerealiseerd. Omdat de plannen voor het Groenenwegterrein-midden nog niet voldoende zijn uitgewerkt, is er in dit voorontwerp nog geen regeling over opgenomen. De bestemmingsplanprocedure biedt nog voldoende mogelijkheden om de nieuwe bestemming en functie van dit terrein later alsnog op te nemen.

Vanaf 26 mei ligt het voorontwerpbestemmingsplan Lombok vier weken ter inzage. Voor bewoners van de wijk wordt halverwege die periode een inloop- en inspraakavond georganiseerd. Op die avond zal de gemeente ook mondeling informatie verstrekken over de stand van zaken rond het Groenewegterrein-midden.


3. Atletiekbaan in Prinses Amaliapark in 2006
In het Prinses Amaliapark (Leidsche Rijn) wordt een nieuwe atletiekbaan aangelegd naast de Sportcampus. Dit is een mooie combinatie, want in de Sportcampus is onder meer het Leidsche Rijn College gevestigd. Deze scholengemeenschap biedt extra faciliteiten voor leerlingen met topsportambities. De leerlingen kunnen in de toekomst naast de deur sporten. Op de atletiekbaan kunnen zij ook andere sporten dan atletiek beoefenen; het middenterrein van de baan is daar geschikt voor. De atletiekbaan zal - naast het onderwijs - ook gebruikt worden door sportverenigingen en wijkwelzijns- en buurtorganisaties uit Leidsche Rijn, Vleuten en De Meern.

De baan wordt geschikt voor trainingen en wedstrijden op regionaal niveau (zogenaamde C-status). Deze accommodatie is een goede aanvulling op de atletiekbaan in Overvecht, die geschikt is voor nationale westrijden. Gevoegd bij de atletiekbaan Maarschalkerweerd en de atletiekmogelijkheden in sportcentrum Galgenwaard zijn er nu prima voorwaarden voor de verdere ontwikkeling van atletiek in Utrecht.

De Sportcampus wordt in 2005 opgeleverd, de atletiekbaan zal in 2006 gereed zijn. Het college heeft EUR 3.280.000 beschikbaar gesteld voor de aanleg van de baan.


4. Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan 2005 - 2020 Het college heeft het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan 2005-2020 (GVVP) vastgesteld. Het ontwerp-GVVP heeft de hele maand maart jl. op diverse punten ter inzage gelegen en werd tijdens twee inspraakavonden gepresenteerd. In totaal ontving gemeente Utrecht tijdens de inspraakperiode 61 reacties. Deze leidden geen van allen tot wezenlijke aanpassing van het ontwerp-GVVP. Wel werden voor de onderbouwing van diverse knelpunten specifiekere gegevens toegevoegd en is de projectenlijst in het plan aangevuld met drie projecten. Het GVVP wordt nu ter bespreking voorgelegd aan de raadscommissie Verkeer en Beheer waarna het de bedoeling is dat de gemeenteraad het definitief vaststelt.

Met het GVVP streeft gemeente Utrecht naar de juiste balans tussen een goede bereikbaarheid en optimale leefbaarheid. Al geruime tijd gaat veel aandacht van de gemeente uit naar de luchtkwaliteit. Zo wordt bij alle bouwplannen de gevolgen voor de luchtkwaliteit in beeld gebracht, maakt Utrecht jaarlijks een rapportage luchtkwaliteit en is het Luchtkwaliteitsplan 2002 - 2010 vastgesteld. Ook in het GVVP zijn maatregelen opgenomen ter verbetering van de luchtkwaliteit. Daarbij richt Utrecht zich met name op het bevorderen van het gebruik van schonere bussen en vrachtwagens in de stad.

Gemeente Utrecht verwacht dat de met uitvoering van de maatregelen uit het GVVP de gewenste balans tussen bereikbaarheid en leefbaarheid goed haalbaar is. Dit ondanks dat na voltooiing van het huidige bereikbaarheidsprogramma in 2012 de mobiliteit in de regio Utrecht zal blijven groeien. Deze groei wordt vooral veroorzaakt door de ontwikkeling van onder andere Leidsche Rijn, het Stationsgebied en de groei van het autobezit en -gebruik. Met het GVVP beantwoordt Utrecht de verstedelijking van de regio en de groeiende behoefte aan mobiliteit. Door in te zetten op 'selectieve bereikbaarheid' kunnen economische kerngebieden, zoals het centrum van de stad, bedrijventerreinen, winkelcentra, ziekenhuizen, De Uithof en diverse recreatiegebieden optimaal bereikbaar blijven. Tegelijkertijd kan op routes naar en in verblijfsgebieden, waar wonen centraal staat, de verkeersveiligheid en het leefmilieu verbeteren.


5. Ruimte voor duizenden woningen in Merwedekanaalzone. De gemeente Utrecht wil de herontwikkeling van een deel van de Merwedekanaalzone versnellen. Het college heeft besloten om voor het gebied tussen de Graadt van Roggeweg en de Beneluxlaan een ontwikkelingstrategie op te zetten voor de komende 10 jaar. Op dit moment is deze westkant van de kanaalzone een extensief bebouwd bedrijventerrein. De hele Merwedekanaalzone komt door de bouw van Leidsche Rijn centraal in de stad te liggen. Deze strategische positie maakt het gebied interessant voor transformatie en herontwikkeling.

Via gemeentelijke investeringen zoals de aankoop van het OPG-terrein op de hoek Europlaan-Kon. Wilhelminalaan, het stimuleren en faciliteren van marktpartijen is in de Merwedekanaal-zone ruimte te vinden voor ettelijke duizenden woningen, voor recreatie en hoogwaardige werkgelegenheid. De bouw van 1000 studenten- en starterswoningen met bijbehorende voorzieningen op het terrein van de voormalige Rijks Automobiel Centrale aan het Europaplein is een voorbeeld van de beoogde herontwikkeling van het gebied.

De richting voor de herontwikkeling van het gebied langs het Merwedekanaal is vastgelegd in de Ruimtelijke Visie Merwedekanaalzone. Over de conceptvisie is in 2003 inspraak georganiseerd. Er zijn zestig inspraakreacties binnengekomen van omwonenden, bedrijven en belangenorganisaties. Na verwerking van inspraakreacties en aanpassingen als gevolg van recente ontwikkelingen heeft het college de Ruimtelijke Visie Merwedekanaalzone nu definitief vastgesteld.

De inspraak heeft geleid tot een klein aantal wijzigingen ten opzichte van de conceptvisie. De belangrijkste wijziging heeft betrekking op de ligging van woonboten in het kanaal. Voorgesteld wordt om woonboten aan één kant van het kanaal te situeren. De conceptvisie ging nog uit van woonboten aan weerszijden van het Merwedekanaal. De wijziging is bedoeld om op het water voldoende ruimte te houden voor de Utrechtse roeiverenigingen en voor waterrecreatie. Overigens liggen de woonboten nu al voornamelijk aan de oostkant van de waterweg. Voor uitvoeringskwesties met betrekking tot de ligplaatsen van woonboten verwijst het college naar het nieuwe woonbotenbeleid, dat nog voor de zomer definitief zal worden vastgesteld.

Naast verwerking van de inspraak is de conceptvisie aangepast aan nieuwe beleidskaders zoals de Structuurvisie Utrecht, de Hoogbouwvisie Utrecht en het nieuwe woonbotenbeleid. Daarnaast is in de visie rekening gehouden met allerlei recente (particuliere) initiatieven, zoals de herontwikkeling van het GVU-terrein, bouwplannen voor het terrein Kanaalweg 59, het bouwinitiatief voor de RAC-locatie. Verder gaat de visie er van uit dat het defensieterrein langs de Overste den Oudenlaan een woonfunctie krijgt.

Het college heeft de gemeenteraad gevraagd de Visie Merwedekanaalzone te agenderen voor de gemeenteraad van 26 mei.


6. Aanvraag monumentenvergunning: zonwering voor Louis Hartlooper Complex De exploitant van het Louis Hartlooper Complex heeft een verzoek ingediend voor het aanbrengen van twee zogeheten knikarmschermen op de begane grond aan de voorgevel van het gebouw. Het gebouw is van een expressieve baksteen architectuur. De voorgevel wordt op de begane grond gekenmerkt door rondboogvensters met grote gemetselde bogen. Achter deze gevel, aan de zuidwestzijde van het gebouw, is de foyer annex caféruimte van het complex. Daarnaast is er in de zomermaanden sprake van een terras voor het gebouw. Na het onderzoeken van een aantal alternatieven is door het college een monumentenvergunning verleend voor twee knikarmschermen in een zo bescheiden mogelijke vorm. Door de gekozen kleur en de wijze van monteren komt het college aan de ene kant tegemoet aan de wens van de exploitant voor een adequate zonwering en aan de andere kant wordt de expressieve gevel van het gebouw zoveel mogelijk gerespecteerd.


7. Tientallen minder regels en verordeningen
In de afgelopen maanden heeft onderzoek plaatsgevonden naar het beperken van de gemeentelijke regels. Doel is het verbeteren van de dienstverlening voor burgers en bedrijven, beperking van de administratieve lasten en een efficiënter werkende gemeente. Om te beginnen is binnen de Dienst Stadsontwikkeling gekeken welke regels overbodig zijn en kunnen worden geschrapt. Het college heeft nu ingestemd met het intrekken of aanpassen van een groot aantal regelingen, inclusief de daaraan verbonden administratieve handelingen. Hiervoor zullen in de komende tijd concrete voorstellen worden gedaan aan de gemeenteraad. Het gaat hier bijvoorbeeld om regelingen rond dakkapellen, de veiligheid van voetgangers bij bouwwerken, de liftenverordening, de milieuchecklist voor nieuwbouwwoningen en de procedureverordening planschade. Maar ook komt bijvoorbeeld het aanpassen van de Algemene Plaatselijke Verordening met betrekking tot velvergunningen op de raadsagenda als het aan het college ligt, net zoals de algemene subsidieverordening, de U-pasverordening, de Havenverordening en de bijzondere voorschriften voor het bezoeken van de Domtoren.

In de tussentijd inventariseert het college nog eens vijftig regelingen die rijp zijn voor de prullenbak. Bovendien doet de gemeente mee aan een proef met het MKB en de Kamer van Koophandel waarbij eventuele tegenstrijdigheden in de gemeentelijke regelingen boven tafel moeten komen. Ook wil het college scherper letten op de toepassing van regels: ze moeten niet onnodig rigide worden toegepast als deze regels zelf ruimte laten voor een klantvriendelijke toepassing en daartegen geen juridisch of beleidsmatig bezwaar bestaat.

Regels zijn nodig voor het goed functioneren van de samenleving. Het aantal regels, zowel landelijk als lokaal, is in de afgelopen jaren hard gegroeid. Sommige regels zijn onderling tegenstrijdig, of maken het burgers of bedrijven onnodig lastig en leiden daarmee tot hoge maatschappelijke kosten. Het kan ook zijn dat regels hun betekenis verloren hebben, maar nooit zijn afgeschaft. Het college heeft tijdens de behandeling van de begroting 2004 de motie (2003/131) van toenmalig VVD-fractievoorzitter Van den Bosch over dit onderwerp overgenomen. Vervolgens is een plan van aanpak gemaakt, dat nu heeft geresulteerd in een concrete inventarisatie.


8. Subsidieverstrekking Referendum Koopzondagen volgens nieuwe beleidsregel Subsidies bij raadplegende referenda worden voortaan verstrekt op grond van een nieuwe beleidsregel. Dat heeft het college op 19 april besloten. De nieuwe beleidsregel is al meteen van toepassing op de subsidies voor het Referendum Koopzondagen. Het college houdt de termijnen aan die de onafhankelijke referendumcommissie heeft geadviseerd. Ook volgt het college het advies van de referendumcommissie om de subsidies pas toe te wijzen wanneer de indieningstermijn is afgelopen, zodat alle aanvragen tegen elkaar kunnen worden afgewogen.

Concreet betekent dit voor het Referendum Koopzondagen dat aanvragen tot 7 mei kunnen worden ingediend, de stuurgroep besluit hierover op 11 mei en uiterlijk op 13 mei worden de brieven met de besluiten naar de inzenders gestuurd. De referendumcommissie toetst de afweging van de stuurgroep. De procedure en de criteria zijn na het collegebesluit meteen gepubliceerd bij de gemeenteberichten in Ons Utrecht en op internet, www.utrecht.nl/referendum .

De nieuwe beleidsregel is gebaseerd op de Algemene Subsidieverordening uit 2002 en omschrijft nauwkeurig de criteria voor de subsidies. Een nieuwe regel was nodig omdat de oude nog was gebaseerd op een oude subsidieverordening uit 1996.