Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

-
Datum
27 april 2005
Ons kenmerk
RWS/SDG 2005/1460/8520
Doorkiesnummer

-
Bijlage(n)

-
Uw kenmerk
2040511630
Onderwerp
Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u mijn antwoorden op de onderstaande vragen:

Vragen van de leden Van Hijum en Snijder-Hazelhoff aan de minister van Verkeer en
Waterstaat over bemensing van de vuurtoren op Terschelling.


1. Is het waar dat Rijkswaterstaat heeft besloten om de vuurtorenwachters van de

Brandaris op Terschelling vanaf medio volgend jaar te huisvesten in de Zeevaartschool?


1. Ja.


1. Is het gevolg van dit besluit dat de Brandaris vanaf dat moment onbemand is en er uitsluitend via infrarood-camera's toezicht plaatsvindt?


1. De Brandaris zal ten gevolge van het besluit onbemand zijn maar de verkeersdienst-taken zoals die nu worden verricht met behulp van radar- en radiocommunicatiemiddelen worden onverkort voortgezet vanuit een moderne centrale, gehuisvest in de Zeevaartschool. Het wegvallen van de directe visuele waarneming zal worden opgevangen door middel van (infrarood)-camera's.


1. Hoe verhoudt dit besluit zich tot de afspraak dat er gestart zou worden met een proef met camera's op de vuurtorens, die binnen enkele jaren geëvalueerd zou worden?


1. Dit besluit, conform mijn antwoord aan uw Kamer, Kamerstuk 26 563, nr. 5, is een uitvloeisel van de uitgesproken en overeengekomen intenties met de eilandbestuurders over de zeeverkeersposten Waddenzee en betreft een verdere uitwerking hiervan.
Het besluit heeft betrekking op de locatie van de Centrale Verkeerspost Waddenzee, Brandaris of Zeevaartschool. Uit nader onderzoek is komen vast te staan dat de huidige verkeersdienstruimte op de Brandaris, rekening houdend met ARBO-voorschriften, vluchtwegen en aanzienlijke bouwkundige ingrepen, niet geschikt is om voldoende werkplekken te huisvesten. Het gaat hierbij om werkplekken voor de uitvoering van taken op het gebied van de centrale afhandeling van het scheepvaartverkeer, inclusief de uitbreiding van het huidige radardekkingsgebied bij Harlingen en de camera-observaties van alle vuurtorens; de navigatie-ondersteunende dienstverlening, waaronder het loodsen op afstand en het toezicht in het kader van de verkeers- en externe veiligheid op zowel de Waddenzee als de Noordzee op de in toenemende mate met transponders uitgeruste schepen.

De Zeevaartschool beschikt over voldoende ruimte, technische infrastructuur en maritieme faciliteiten die het mogelijk maken een toegevoegde waarde te leveren aan de veiligheid van het scheepvaartverkeer in relatie tot de gewenste bescherming van het kwetsbare waddengebied.

Met het ingebruiknemen van het nieuwe centrum kan tevens de toegezegde proef starten om een vergelijking te maken tussen de directe visuele waarneming op de vuurtoren op Schiermonnikoog en de visuele waarneming met behulp van (infra-

rood-)camera's op de vuurtoren te Schiermonnikoog en weergaveschermen in het Verkeerscentrum bij de Zeevaartschool op Terschelling. Gedurende circa een jaar zal de waarneming op beide wijzen plaats vinden, waarna een objectieve evaluatie kan plaats vinden. Tot dan zal de huidige apparatuur op de Brandaris intact blijven.


1. Waarom loopt Rijkswaterstaat vooruit op de uitkomsten van de evaluatie van deze proef? Op grond waarvan bent u van mening dat de veiligheid volledig gewaarborgd is als het menselijk toezicht wordt vervangen door camera's?


1. Zoals ik in het antwoord op vraag 3 heb aangegeven kan de proef pas starten als het nieuwe centrum gereed is. Behalve op de vuurtoren te Schiermonnikoog zullen ook op de torens op Texel, Ameland en op de Brandaris camera's geplaatst worden. Texel en Ameland zijn niet meer bemenst; de plaatsing van een camera daar leidt tot een vergroting van de zichtmogelijkheden.

Het verlaten van de Brandaris voordat er geëvalueerd is acht ik een aanvaardbaar

risico; het gelijktijdig bemensen van de Brandaris en het verkeerscentrum leidt tot dubbele bemensing en acht ik niet verantwoord. Ik merk tenslotte op dat bij beide werkwijzen sprake is van visuele waarneming: in de huidige situatie met hulp van een verrekijker en in de nieuwe situatie met hulp van een geavanceerde camera en beeldpresentatie.


1. Bent u bereid om de bemensing van de vuurtorens op zowel Terschelling als

Schiermonnikoog minimaal te handhaven in afwachting van de uitkomsten van de evaluatie van het cameratoezicht?


1. Zie het antwoord op vraag 4.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Karla Peijs


-----------------------
Leeuwarder Courant, 19 maart 2005
Kamerstuk 26 563, nr. 5, Beheersvisie Noordzee