Rechtbank Zwolle-Lelystad
Informatiebijeenkomst massastudie omwonenenden
Rijksgebouwendienst
Directie Advies en Architecten
Architecten
Interne postcode 440
Fax 070-3391872
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Datum bijeenkomst: 27 april 2005
Aanvang en einde: 19:30 - 21:30
Locatie: Provinciehuis Zwolle
Gesprekleider:
Karen Hauber, VROM
Sprekers:
H.J. Dannenberg wethouder RO gemeente Zwolle
mr. E.A. Maan president rechtbank Zwolle-Lelystad
E. Schoenmaeckers projectmanager Rgd
R. Hootsmans architect Rgd
Overige panelleden:
M. Meijer programmamanager gemeente Zwolle
J. Wiltvank directeur rechtbank Zwolle-Lelystad
Karen Hauber heet allen welkom. Zij vertelt wie er gaan spreken deze
avond (zie hierboven). Wethouder Dannenberg krijgt het woord. Na een
korte inleiding over de âdoos van Daanâ, geeft hij aan dat de gemeente
de indertijd ingestelde klankbordgroep zal opheffen, waarbij hij zijn
dank uitspreekt voor de inzet van betrokkenen. Verder deelt hij mee
dat het College akkoord is met de massastudie. De Rgd zal het
initiatief tot het samenstellen van de nieuwe klankbordgroep nemen.
Vervolgens vertelt de president van de rechtbank, mr. E.A. Maan, hoe
hij tegen de massastudie aankijkt. Het uitgangspunt voor de nieuwbouw
is de schoonheid van het bestaande gebouw, dat zich op een belangrijke
plaats in Zwolle bevindt. Het doel is de rechtspraak weer in één
gebouw te laten werken. De wijziging in het programma van eisen ten
opzichte van het vorig plan betreft de huidige splitsing van de
rechtbank en het Openbaar Ministerie. Het huidige eisenpakket behelst
15 000 m2 bruto vloeroppervlak (BVO) voor de rechtbank. Bovendien moet
er ruimte worden gereserveerd voor een extra 5 000 m2 BVO aan
kantoorruimte indien blijkt dat de rechtbank in de toekomst daaraan
behoefte heeft.
Etienne Schoenmaeckers begint zijn presentatie. De drie hoofdpunten
van zijn presentatie zijn:
-Proces/procedure
15 april j.l. is in de ministerraad besloten dat de nieuwbouw voor de
rechtbank Zwolle via een zogenaamde PPS (publiek private samenwerking)
wordt gefinancierd. Voor dit project wordt voorgesteld om onder
verantwoordelijkheid van de Rgd het ontwerp te laten maken tot het
moment dat de planologische procedures kunnen worden ingediend.
Daarnaast zal de Rgd de overige contractvoorwaarden gaan vaststellen
en de selectie van en gunning aan een consortium gaan doorlopen. Dit
consortium zorgt voor de financiering, het verder ontwikkelen van het
ontwerp, de realisatie van de nieuwbouw en de renovatie van het
bestaande gebouw. Tenslotte least de Rijksgebouwendienst de
huisvesting in combinatie met het beheer en onderhoud van deze
gebouwen en een aantal diensten voor een periode van 20-25 jaar van
dit consortium.
-Informatie/communicatie
Behalve door middel van informatieavonden en huis aan huis bladen
waarin een toelichting zal kunnen worden gegeven op de planvorming, is
de Rijksgebouwendienst voornemens een klankbordgroep in te stellen. De
klankbordgroep zal tussentijds gesprekken voeren met de verschillende
vertegenwoordigers. De verschillende belangengroepen kunnen zich
aanmelden bij de rechtbank. De gebruikelijke inspraakavonden omtrent
planologische procedures blijven vanzelfsprekend gelden.
-Planning
Volgens een eerste (voorlopige) prognose zal de nieuwbouw van de
rechtbank kunnen starten begin 2007 en afgerond zijn medio 2008. De
renovatie van het bestaande gebouw en de aansluitingen kunnen dan
medio 2009 klaar zijn.
Rob Hootsmans licht de massastudie toe. Tijdens zijn presentatie
passeren een aantal modellen de revue. Er komt een aantal specifieke
kenmerken naar voren dat belangrijk wordt gevonden bij de ontwikkeling
van het voorkeursmodel. Dit voorkeursmodel geeft de stedenbouwkundige
kaders waarbinnen het ontwerp zich zou moeten ontwikkelen. De
massastudie voorziet in een veelhoekig volume met een hoogte van
maximaal 23 à 24 meter, waarbinnen de verlangde ruimtes voor de
rechtbank worden gehuisvest. Dit volume neemt richtingen en hoogtes
over die in de stedenbouwkundige context (en de bestaande rechtbank)
voorkomen. Het doel hiervan is dat er een stedenbouwkundig
samenhangend geheel ontstaat, met een herkenbaar gebouw op deze
belangrijk plek in de stad. De extra 5000 m2 vindt zijn plek in een
volume met een kleiner oppervlak en een hoogte van maximaal 35 m. Dit
betekent dat de massastudie zich ook wat betreft hoogte aanpast aan de
bestaande rechtbank en aan de omgeving (het blijft onder de maximale
hoogte van het provinciehuis).
Karen Hauber bedankt de sprekers en geeft gelegenheid tot het stellen
van vragen.
Vragenronde
-Waar is de scheidingsmuur tussen de rechtbank en het OM?
mr. E.A. Maan antwoordt dat er geen muur zal komen aangezien het
eisenpakket gewijzigd is. Het Openbaar Ministerie krijgt geen plek
binnen de nieuwe opzet.
-Er wordt gesproken over een periode van 15 jaar door dhr. Maan, 20 Ã
25 jaar door dhr. Schoenmaeckers. Voor hoe lang wordt het nieuwe
gebouw door de rechtbank gebruikt, wie is de contractpartner, en wie
gaat het gebouw na deze periode gebruiken?
Schoenmaeckers antwoordt dat de periode van 20 à 25 jaar de
overeenkomst met het consortium behelst. De tijdsperiode van 15 jaar
slaat op het huidige PvE, dat in de ruimtebehoefte (van 15.000m2) voor
de komende 15 jaar voorziet. Met de rechtbank zal een overeenkomst
worden gesloten die wat tijdsduur betreft overeenkomt met de duur van
het contract met het consortium.
-subvraag: Is het zo dat het consortium van de Rgd te horen zal
krijgen dat de rechtbank 20 à 25 jaar dit gebouw zal gebruiken?
J. Wiltvank stelt dat de intentie is dat de rechtbank de nieuwbouw
voor 20 à 25 jaar zal gaan gebruiken.
-Hoe dwingend is deze massastudie voor de architect die het ontwerp
voor de rechtbank gaat maken?
De architect die het verdere ontwerp maakt is dezelfde als degene die
de massastudie heeft gedaan, te weten Rob Hootsmans.
-Het OM is vertrokken. Wat zijn de hoogtes van de nieuwbouw nou
precies?
Rob Hootsmans vertelt dat de rechtbank, het volume van 15 000 m2 BVO,
een maximale hoogte krijgt van 23 à 24 meter. Het extra gereserveerde
kantoorvolume (5 000 m2 BVO) krijgt een hoogte van 30 à 35 meter.
-Wordt er nagedacht over de autoâs op de straat, en/of meerdere
parkeerlagen onder het gebouw? Hoe zit het met het parkeren? Heeft het
feit dat er wordt gebruik gemaakt van een PPS hier nog invloed op?
Schoenmaeckers zegt dat er wordt voorzien in 300 parkeerplekken (200
nieuwe en 100 bestaande) voor de rechtbank, voor een deel onder de
nieuwbouw en voor een deel op maaiveld op eigen terrein. Dhr.
Dannenberg voegt hier aan toe dat de parkeerplekken voor het personeel
van de rechtbank de directe verantwoordelijkheid is van de
initiatiefnemer, te weten de rechtbank. Er zijn geen initiatieven
genomen om een grotere parkeergarage te maken die ook door de gemeente
zou kunnen worden gebruikt. Hij wijst hierbij op de recente
ontwikkelingen voor de gehele stad, waarbij wordt voorgesteld het
openbaar parkeren zoveel mogelijk in het westen van de stad te
situeren.
-subvraag: Worden er oude plannen m.b.t. parkeren uit de kast gehaald
aangezien de parkeervoorzieningen zoals heden door de gemeente
voorgesteld/gerealiseerd in lange loopafstanden naar de rechtbank
en/of de binnenstad resulteren.
-subvraag: Moeten de parkeerplekken voor bezoekers aan de rechtbank
niet worden verzorgd op het eigen terrein van de rechtbank i.p.v. op
gemeentelijke grond?
Zie hierboven;
Dannenberg antwoordt dat wethouder S.J.C. Cnossen de portefeuille
Verkeer en Vervoer beheert en is hiervoor verantwoordelijk. De Rgd en
de gemeente Zwolle zullen nog nader overleg voeren over de
parkeeroplossingen.
-Ik ben benieuwd hoe de gemeente eisen heeft gesteld aan de Rgd en de
rechtbank, en wat vindt de gemeente eigenlijk van de huidige plannen
(de gepresenteerde massastudie)? Er is behoefte aan een stevige
positie van de gemeente zeker gezien het verleden.
Meijer geeft aan dat het Stedenbouwkundig Plan (SP) Schuurmanstraat
uit 2003 wat betreft de gemeente de basis is voor de ontwikkeling van
de plannen voor de rechtbank. Het College gaat akkoord met de
gepresenteerde massastudie.
-subvraag: Is er onderzoek gedaan naar bestaande gebouwen in de stad
die eventueel geschikt zijn voor de huisvesting van de rechtbank, om
op deze manier tot âiets mooisâ te komen?
In een eerder stadium is onderzoek gedaan naar hergebruik van het
politiebureau. Gebleken is dat zowel in functioneel als representatief
en financieel opzicht dit gebouw niet geschikt is voor hergebruik.
Onderzoek naar andere bestaande panden voor de huisvesting van de
rechtbank wordt niet gedaan omdat de rechtbank in het huidige pand
wenst te blijven en geen dislocatie wenst.
-Er wordt gebruik gemaakt van een PPS-constructie. Hoeveel
beleidsruimte wordt er dan weggegeven? Er is namelijk overduidelijk
behoefte aan een zekere allure. Het lijkt belangrijk om de
nagestreefde kwaliteit âaf te grendelenâ, aangezien een marktpartij
winst voor ogen houdt.
Schoenmaeckers deelt mee dat de ministerraad heeft besloten gebruik te
maken van een PPS. De Rijksbouwmeester zal ook bij PPS projecten
blijven waken over de architectonische kwaliteit. De rechtbank blijft
eigendom van de Rgd. De meest belangrijke garantie voor voldoende
kwaliteit is de duur van het contract, namelijk 20 tot 25 jaar,
waardoor het consortium ook baat heeft bij een kwalitatief goed gebouw
met bijvoorbeeld weinig onderhoud. Er worden ook kwalitatieve aspecten
omschreven in het contract met het consortium. Tevens wijst hij erop
dat het een misvatting is dat werken met een consortium bij voorbaat
een mindere kwaliteit zou opleveren.
J. Wiltvank voegt hier aan toe dat de rechtbank in Lelystad ook
gerealiseerd is met een ontwikkelaar. Naar zijn mening is dat een
mooie rechtbank.
-vraag over Atelier Rijksbouwmeester en lagere overheden. Hoe
verhouden deze zich tot elkaar, wiens oordeel is bepalend?
Meijer herhaalt de mededeling dat het nu gepresenteerde plan zich
voegt in het bestemmingsplan en het Stedenbouwkundig Programma (SP).
In het vervolgtraject toetst de gemeente het ontwerp en verleent het
de bouwvergunning. De welstandscommissie ziet toe of aan de
toetsingscriteria wordt voldaan. Het Atelier Rijksbouwmeester waakt
over de architectonische kwaliteit van de rijksgebouwen, ongeacht of
er nu wel of niet gebruikt wordt gemaakt van private financiering.
-Jaren geleden is er door een kamerkoor gezongen in de hal van de
bestaande rechtbank. Wordt er in het nieuwe gebouw ruimte gereserveerd
voor dit soort zaken?
mr. E.A. Maan waardeert het enthousiasme maar reageert terughoudend.
De rechtbank heeft weliswaar een openbaar karakter maar is in eerste
plaats bedoeld voor het spreken van recht. Het zingen van liederen
heeft geen prioriteit.
-Een vraag over infrastructuur en parkeerproblematiek. Er zijn plannen
geweest waarbij de Weth. Alferinkweg tot aan de stadsgracht werd
doorgetrokken. Is dit nog een serieuze optie?
Meijer antwoordt dat in het Stedenbouwkundig Programma de Weth.
Alferinkweg niet wordt doorgetrokken. Dit zou namelijk resulteren in 2
entrees (één aan de Schuurmanstraat en één aan het verlengde van
de Weth. Alferinkweg). Bovendien zou in het geval van verlenging van
de Weth. Alferinkweg deze drukke straat uitkomen op de stadsgracht die
juist een parkachtig karakter dient te krijgen. Het doortrekken van de
Weth. Alferinkweg zal dus leiden tot een onwenselijke situatie.
-Er wordt weer hoog gebouwd. De bestaande strokenflats zijn al
vochtig. Hoe zit het met de schaduwwerking van de nieuwbouw? Hoe wordt
gewaarborgd dat de wandeling vanuit de binnenstad richting het
stadspark de Wezenlanden een plezierige ervaring wordt? (een doembeeld
van een hoge zuil die langs de Schuurmanstraat staat, dringt zich op.)
mr. E.A. Maan herinnert de aanwezigen eraan dat het huidige voorstel
de helft zo hoog is als het ontwerp van Gunnar Daan en ziet daarom
geen problemen met de schaduwwerking. Rob Hootsmans zegt toe de
schaduwwerking te gaan onderzoeken middels een zogenaamde
bezonnings-studie.
Uit de vragenronde blijkt dat men zich in grote lijnen kan vinden in
de massastudie en de gepresenteerde hoogtes. In het najaar zal er een
volgende informatieavond georganiseerd worden.
(einde verslag)
Bron: Rechtbank Zwolle-Lelystad
Datum actualiteit: 20 mei 2005 Naar boven