CAO-OVERLEG IN DE GEMEENTELIJKE SECTOR: WERKGEVERS DOEN EEN BOD
Dinsdagavond laat hebben gemeentelijke werkgevers de vakbonden een bod
gedaan in het CAO-overleg. De bonden reageerden met veel reserves op
dit bod van werkgeverszijde. Ze blijken na ruim een jaar praten nog
steeds geen mandaat te hebben voor een belangrijk CAO-onderwerp, de
noodzakelijke hervorming van het Functioneel Leeftijdsontslag (FLO) in
zware beroepen. Bas Verkerk, voorzitter van het College voor
Arbeidszaken (CvA) van de VNG, werkgeversvereniging van de gemeenten,
is verbaasd over de reactie van de bonden op het bod van het CvA:
'Natuurlijk had ik niet verwacht dat ze een gat in de lucht zouden
springen, in het bod zitten nu eenmaal ook versoberingen. Maar in onze
ogen is dit bod, in een tijd dat gemeenten flink moeten bezuinigen,
zeer acceptabel.'
Het CvA heeft de bonden gevraagd het bod voor te leggen aan hun
achterban.
Het overleg over een nieuwe CAO voor gemeenteambtenaren is in het
voorjaar 2004 gestart. Lange tijd heeft het overleg stilgelegen
vanwege de centrale onderhandelingen over vroegpensioen en levensloop.
Begin dit jaar zijn beide partijen weer met elkaar om tafel gegaan en
is een aantal twistpunten nader besproken. Het grootste struikelblok
in het overleg is en blijft het voorstel van het CvA om het huidige
Functioneel Leeftijdsontslag (FLO) af te schaffen. Het CvA wil deze
vorm van vroegpensioen vervangen door een regeling die activiteit
beloont in plaats van inactiviteit.
Het FLO maakt het mogelijk dat medewerkers in zwaardere functies
vroegtijdig kunnen stoppen met werken. In de afgelopen maanden heeft
het CvA uitgebreid aangetoond waarom het noodzakelijk is het FLO te
hervormen. Zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat het werk soms
al ver voor de FLO-leeftijd te belastend is voor de gezondheid van de
medewerker. Een nieuw stelsel dient daarom in de ogen van het CvA meer
uit te gaan van individualiteit en maatwerk. Ook financiële (nieuwe
belastingregels voor vroegpensioen) en juridische
(leeftijdsdiscriminatie) argumenten leiden tot noodzaak van
hervorming. Het CvA heeft de bonden voorstellen gedaan voor een nieuw
stelsel. De bonden weigeren echter te praten over elke vorm van
wijziging van het FLO. Dit heeft het CvA ertoe gebracht om de
vakbonden een bod te doen. In dit bod zijn concessies gedaan ten
opzichte van de eerdere CvA-voorstellen op het gebied van het FLO.
Zo biedt het CvA werkzekerheid voor al het zittend personeel in een
FLO-functie. En nieuw personeel wordt in tegenstelling tot eerdere
voorstellen niet in tijdelijke, maar in vaste dienst aangenomen.
Ook willen de werkgevers graag praten over verregaande plannen voor
taakuitbreiding binnen de brandweer om het mogelijk te maken tot de
pensioengerechtigde leeftijd actief te blijven.
Het nieuwe stelsel dat in de plaats komt van het FLO leidt overigens
niet tot bezuinigingen. De komende tien jaar zullen gemeenten ruim 250
miljoen euro extra uitgeven aan zo'n 2 à 3 procent van het personeel.
Deze kosten vloeien voort uit het overgangsrecht en de investeringen
in opleiding en herplaatsingsmogelijkheden voor huidig en nieuw
personeel.
De bonden vinden het voorstel van het CvA echter onacceptabel en
willen het FLO behouden.
Ook de loonontwikkeling is een twistpunt in het CAO-overleg. Het CvA
biedt de werknemers een eenmalige uitkering van 100 euro in juni en
een structurele loonsverhoging van 0,45% per 1 oktober a.s. De bonden
eisen echter een salarisverhoging van 1% en het structureel maken van
een eenmalige uitkering van 200 euro. Het CvA vindt de eis van de
bonden onverantwoord; deze looneis leidt tot extra verlies van banen
in de gemeentelijke sector.
Den Haag, 26 april 2005
Vereniging Nederlandse Gemeenten