Gemeente Utrecht


2005 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
47 Vragen van de heer B. Engbers
(ingekomen 27 april 2005)


De Utrechtse gemeenteraad staat aan de vooravond van de behandeling van de Voorjaarsnota. Dit is het moment om de financiële stand van zaken van de stad op te nemen en ervoor te zorgen dat de voorgenomen plannen uitgevoerd kunnen worden met voldoende financiële onderbouwing.

De PvdA-fractie maakt zich echter zorgen over de recente ontwikkelingen rond geluidhinder en luchtkwaliteit in de stad. De PvdA vraagt zich af welke maatregelen moeten worden getroffen om overlast door geluidhinder en slechte luchtkwaliteit in Utrecht tegen te gaan. Er lijken steeds strengere eisen en normen te worden gesteld als gevolg van Europese regelgeving en uitspraken van de Raad van State. Zo besloot de Raad van State onlangs de wegverbreding van de A27 tussen Utrecht en Eemnes tegen te houden. Ook vernietigde de Raad van State de goedkeuring van het bestemmingsplan "Stationseiland" van de gemeente Amsterdam. In beide gevallen zou de uitvoering van de plannen leiden tot een overschrijding van de kwaliteitsnormen voor de lucht die zijn vastgelegd in het Besluit luchtkwaliteit.

Met het oog op de behandeling van de Voorjaarsnota is de PvdA-fractie vooral benieuwd wat de financiële risico's en gevolgen van deze eisen en normen voor de stad zijn. Hoe groot zijn de risico's als bepaalde voorgenomen plannen niet kunnen worden uitgevoerd omdat ze niet voldoen aan het Besluit luchtkwaliteit of andere eisen en normen?

Dit brengt ons tot de volgende vragen aan het College:

1. Welke gevolgen hebben de recente uitspraken van de Raad van State voor de volgende projecten:
- De verbreding en verschuiving van de A2,
- De ontwikkeling en bouw van Leidsche Rijn Centrum,
- De uitvoering van het Masterplan Stationsgebied,
- De aan- en afvoer en doorstroming van verkeer vanaf de A2 richting Stationsgebied ( fly-over 24 Oktoberplein, herinrichting Koffieknoop, bereikbaarheid Westplein, et cetera).

2. Wat zijn de te verwachten gevolgen voor andere ontwikkelingen zoals nieuwe (woning)bouwlocaties langs de grote verkeersaders van de stad, herstructureringsplannen, verkeersingrepen, et cetera?

3. Wat zijn de te verwachten gevolgen voor bestaande woningen langs de grote verkeersaders van de stad?

4. Wat hebben de uitspraken van de Raad van State voor gevolgen voor het geformuleerde GVVP, dat onlangs door het College is vastgesteld? Wat zijn met name de gevolgen voor de onderdelen die betrekking hebben op openbaar vervoer met bussen rijdend op diesel?

5. Wat heeft de huidige situatie voor gevolgen voor het inzicht over het organiseren van openbaar vervoer in de stad? Wordt er binnen het College opnieuw en op een andere manier nagedacht over mogelijkheden van vertramming?

6. Welke maatregelen en acties onderneemt de gemeente Utrecht richting het Rijk om oplossingen te zoeken?

Gezien het belang van deze vragen voor de behandeling van de Voorjaarsnota verzoekt de PvdA-fractie het College met klem om de beantwoording van deze vragen af te handelen voor de eerste commissiebehandeling van de Voorjaarsnota op 10 mei 2005.

---

Zie de uitspraak van de Raad van State van 13 april 2005, zaaknummer 200407748/1
Zie de uitspraak van de Raad van State van 9 februari 2005, zaaknummer 200400323/1


---- --