Netwerk


VANAVOND IN NETWERK

Onderwerp: Oude films in gevaar
Uitzenddatum: Wo. 27 april 2005, 20.30u
Verslaggeving: Robbert ter Weijden

Een reportage over de strijd voor het behoud van duizenden uren oude film die liggen opgeslagen in een Duitse bunker in Scheveningen. De overheid verstrekt niet langer subsidie om de films te restaureren. Een belangrijke bron voor ons collectief geheugen over bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog dreigt verloren te gaan.

Amateurfilms
Amateurfilms over de Tweede Wereldoorlog en de bevrijding, propagandafilms, oude bioscoopjournaals: vrijwel alles is bewaard op nitraat-cellulose. Voor historici zijn het unieke bronnen, die een bijzondere kijk geven op het dagelijks leven en de beeldvorming in die tijd.

Brandbaar
Nitraat-cellulose was tot 1956 de meest gangbare filmdrager. Het had wel grote nadelen: het is uiterst brandbaar en het materiaal ontbindt relatief snel, zeker als het niet goed bewaard wordt. Restauratie is nu noodzakelijk om deze audiovisuele bronnen te bewaren. Lees verder over het restauratieproces >>

Bunkers
Het Instituut voor Beeld en Geluid en het Filmmuseum zijn de belangrijkste nationale beheerders van audiovisueel materiaal. Beide instanties hebben hun nitraatfilms opgeslagen in bunkers. Het brandgevaar is namelijk heel groot en de opslag vereist speciale omstandigheden: zo moet de temperatuur laag en constant zijn.

Subsidie
Sinds Beeld en Geluid is opgericht, maakte de overheid extra geld vrij voor de conservering: het instituut kreeg ongeveer negen miljoen euro tussen 1997 en 2004. Dit jaar hebben het ministerie van OCW en de Publieke Omroep de budgetten voor conservering teruggeschroefd en slechts voor een jaar toegezegd. Bovendien heeft de Raad van Cultuur een negatief advies gegeven over de subsidieaanvraag voor nitraatfilms.

Achterstand
De conserveringsachterstand die in tientallen jaren is ontstaan, heeft het instituut nog niet ingehaald. Bij Beeld en Geluid komt ruim 20.000 uur acuut voor conservatie in aanmerking. Daarvan bestaat 216 uur uit nitraatfilm. Als er niets wordt gedaan, is er van deze nitraatfilms over drie jaar niets meer over, aldus Beeld en Geluid.

Acetaat
Ook de acetaatfilms dreigen te vergaan. Acetaat is de opvolger van de nitraatfilm omdat de stof stabieler is. Wel kan het verkleuren en last krijgen van het 'azijnzuursyndroom' waardoor de film langzaam afbreekt, maar dat gaat wel langzamer dan bij nitraat. Als het op de juiste manier bewaard wordt, kan het een paar honderd jaar mee. Probleem is dat het materiaal lange tijd niet goed geconserveerd is.

Aanvullend advies
Als er geen subsidie komt, dreigt een eeuw aan geschiedenis op film te verdwijnen. Deze zomer geeft de Raad van Cultuur een aanvullend advies over de filmconserveringsproblematiek in Nederland. Daar hangt voor zowel Beeld en Geluid, als voor het Filmmuseum veel vanaf.

Netwerk neemt een kijkje in de bunker in Scheveningen en spreekt met Ad van Liempt, voorzitter van de vereniging voor geschiedenis, beeld en geluid en eindredacteur van het televisieprogramma Andere Tijden. Egbert Barten, filmhistoricus, beoordeelt de historische waarde van NSB-propagandafilmpjes uit een privé collectie.