Jubileumconcert Koningin Beatrix
29 april 2005
---
Djoe Lan Tan
Woord van welkom aan koningin Beatrix bij de viering van haar
vijfentwintigjarig regeringsjubileum op de Dam, uitgesproken door
burgemeester Cohen, 29 april 2005
Majesteit,
Welkom in Amsterdam, op deze feestelijke dag, in het hart van deze
stad, in het hart van dit land, het land dat u in zijn hart heeft
gesloten.
Het was op deze plek dat u 25 jaar geleden het koningschap aanvaardde
met de belofte 'te handelen buiten eigen voorkeur en boven partijen en
groepsbelangen te staan.' Dat is verre van eenvoudig, op dit kleine
stukje aarde, in een land van 1000 meningen en 16 miljoen mensen die
het liefst allemaal hun eigen gang gaan.
Maar u bent uw roeping getrouw gebleven. Met tomeloze ijver, uiterst
nauwgezet en met een geweldig gevoel voor kwaliteit hebt u zich dag
aan dag van uw taken als staatshoofd gekweten. Met een informed heart,
zoals het zo mooi in het Engels heet, een hart met kennis. Er zijn
mensen met veel kennis maar met weinig hart, er zijn mensen met veel
hart maar met weinig kennis. U verenigt in uw koningschap kennis van
zaken en menselijke betrokkenheid. U hebt daarmee veel gezag
verworven, in ons polderland en ver daar buiten, daarbij - ik wil dat
met nadruk memoreren - ruim tweeëntwintig jaar met trouw en toewijding
ter zijde gestaan door Prins Claus.
Dit hier is een gedenkwaardige plek, aan de voet van uw paleis, 350
jaar geleden gebouwd als stadhuis: het achtste wereldwonder. Er zijn
Amsterdammers die het nog steeds betreuren dat in 1808 Lodewijk
Napoleon ons stadhuis tot zijn paleis omdoopte. Zij scheppen er enige
vreugde in een oude overlevering levend te houden. Deze Franse vorst
wilde ons volk paaien en zou toen gezegd hebben: `Iek ben konijn van
Olland.'
U bent het echt: koningin van Olland. En het was uw uitdrukkelijke
wens om temidden van Amsterdammers, op dit plein waar u zovele
voetstappen hebt staan, het begin van de festiviteiten rondom uw
ambtsjubileum te vieren. Vanavond vindt u dan ook een dwarsdoorsnede
van de Amsterdamse bevolking om u heen - zij die zich op vele manieren
voor uw hoofdstad inzetten - om samen de band te markeren die deze
jaren tussen u en de stad, soms met vallen en opstaan, is gegroeid.
Wij denken aan de bijzondere ogenblikken dat wij u in ons midden
mochten hebben: bij uw huwelijk, uw inhuldiging en uw bezoek op
Koninginnedag 1988 aan de Jordaan. Wij denken ook aan de wijze waarop
u in ons verdriet en in onze ontzetting deelde na de Bijlmerramp en na
de moord op Theo van Gogh. En omgekeerd leefde de stad evenzeer met u
mee als in uw familie verdrietige en vreugdevolle momenten waren.
Ach, zoveel momenten staan in ons geheugen gegrift. Vele malen per
jaar komt u naar Amsterdam. Voor de plechtigheden op 4 en 5 mei, voor
het Holland Festival, voor museumbezoek, voor het uitreiken van
culturele prijzen. En menigmaal bent uhier `in stilte' voor
werkbezoeken op velerlei terrein.
Je zou Amsterdam kunnen vergelijken met een bepaald type vrouw:
zelfbewust, eigenzinnig, beminnenswaard en met gebruiksaanwijzing.
Zo'n vrouw, zo'n stad stelt je altijd weer voor verrassingen. Maar wat
kun je er aan gehecht raken. Als burgemeester van úw republiek
Amsterdam binnen het Koninkrijk der Nederlanden, mag ik u heden dit
feestelijk concert aanbieden en daarbij de wens uitspreken dat deze
avond u en ons nog lang zal heugen.
Gemeente Amsterdam