Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Wilders (Groep Wilders) en Van der Staaij (SGP) over de groeiende intolerantie in Turkije. Deze vragen werden ingezonden op 24 maart 2005 met kenmerk 2040511390.

De Minister De Staatssecretaris

van Buitenlandse Zaken, voor Europese Zaken,

Dr. B.R. Bot Mr. Drs. A. Nicolaï

Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, en de heer Nicolai, staatssecretaris voor Europese Zaken, op vragen van de leden Wilders (GroepWilders) en Van der Staaij (SGP) over de groeiende intolerantie in Turkije.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel "Hitlers Mein Kampf bestseller in Turkije" 1), waarin gesteld wordt dat de populariteit van dit boek te maken heeft met opkomend nationalisme en antisemitisme in dat land? Zo ja, wat is uw mening hierover?

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Deelt u nog steeds de mening dat er "geen aanleiding" 2) is om de Turkse regering in bilateraal en Europees verband aan te spreken over het toenemende antisemitisme en extreem anti-Amerikanisme in Turkije?

Antwoord

Er is in Turkije toenemende belangstelling voor zaken als identiteit en nationaliteit. Dit zijn ontwikkelingen die zich overigens niet alleen in Turkije voordoen. Ik zie deze toenemende belangstelling vooral als een reactie op het feit dat als gevolg van het hervormingsproces in Turkije een aantal gespreksonderwerpen niet meer taboe is. Of er sprake is van een direct verband tussen de genoemde toenemende belangstelling voor onderwerpen als identiteit en nationaliteit en de verkoop van het boek is niet vast te stellen.

Vraag 3

Heeft u kennisgenomen van het artikel "Turkse politie slaat vrouwenbetoging neer"? 3) Zo ja, wat is uw mening over deze gebeurtenis?

Vraag 4

Deelt u de mening dat een land waar Hitlers Mein Kampf een bestseller is en waar een demonstratie die verband hield met Internationale Vrouwendag met wapenstokken en pepperspray uiteen geslagen werd en vrouwen geslagen en geschopt werden door agenten terwijl ze al op de grond lagen, het EU lidmaatschap onwaardig is?

Antwoord

Zoals bekend, heeft de Europese Raad in december 2004 besloten dat Turkije in voldoende mate aan de politieke Kopenhagen criteria voldoet om de toetredingsonderhandelingen te starten. Dit neemt niet weg dat Turkije wordt en zal worden aangesproken indien aan deze criteria afbreuk wordt gedaan, hetgeen ook is gebeurd n.a.v. het politie-optreden tegen de demonstratie op 6 maart jl.. Tijdens de EU-Turkije ministeriële troika-bijeenkomst, die plaatsvond op de dag na de betreffende betoging, is hierbij uitgebreid stilgestaan. De EU heeft de Turkse regering aangesproken over de gebeurtenissen en een verklaring uitgegeven. De EU heeft onder meer een onderzoek naar de gang van zaken geëist, mede om herhaling te voorkomen. Inmiddels zijn zes politiefunctionarissen geschorst vanwege hun rol in de gebeurtenissen. Het politieoptreden heeft ook in Turkije zelf veel stof doen opwaaien. De mensenrechtencommissie van het Turkse parlement heeft een eigen onderzoek ingesteld en zal binnenkort met een rapport komen over de politie in Istanboel, waarin dit incident zal worden meegenomen.

Tot slot herinner ik u er aan dat de Europese Raad in december 2004 heeft besloten nauwlettend te blijven toezien op het politieke hervormingsproces om te waarborgen dat dit proces onomkeerbaar is en onverkort, concreet en breed wordt toegepast, met name wat betreft de fundamentele vrijheden en de volledige eerbiediging van de mensenrechten.


1) Algemeen Dagblad, 18 maart jl.
2) Aanhangsel-Handelingen nr. 1173, vergaderjaar 2004-2005
3) Algemeen Dagblad, 7 maart jl.


---- --