Ministerie van Buitenlandse Zaken

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Koenders (PvdA) en Van der Laan (D66) over voortdurende straffeloosheid in Oost-Timor (2040512350), ingezonden 8 april 2005.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Koenders (PvdA) en Van der Laan (D66) over voortdurende straffeloosheid in Oost-Timor

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het feit dat Indonesië het voorstel van de VN om een Commission of Experts (COE) op te zetten voor een evaluatie van het verloop van het ad-hoc Oost-Timor Tribunaal, de Serious Crimes Unit en het Special Panel for Serious Crimes, verwerpt en zelf inmiddels met Oost-Timor een overeenkomst heeft ondertekend om in augustus 2005 een Commission of Truth and Friendship op te zetten? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Kunt u aangeven hoe u aan de 31 maart 2005 van start gegane Commission of Experts ondersteuning wilt geven? Bent u bereid al dan niet in EU-kader, bij de Indonesische autoriteiten te benadrukken dat medewerking aan deze Commissie van groot belang is?

Antwoord

De Nederlandse regering hecht groot belang aan de instelling van de Commission of Experts en heeft 145.000 US dollar (ongeveer een derde van de totale kosten) toegezegd als bijdrage aan deze commissie.

Waar mogelijk en bij voorkeur in EU-verband zal ik het belang van medewerking aan deze commissie onder de aandacht van de Indonesische autoriteiten brengen.

Vraag 3

Wat is uw inschatting van de druk waaronder de Oost-Timorese regering staat om aan bilaterale oplossingen de voorkeur te geven? Welke positie neemt de nieuwe Indonesische president hierbij in?

Antwoord

Tijdens het bezoek van de Nederlandse ambassadeur in Jakarta aan Dili in november 2004 bleek reeds in gesprekken met president Gusmao, premier Alkatiri en minister van Buitenlandse Zaken Ramos Horta, dat men een goede relatie met Indonesië van levensbelang acht voor Oost-Timor. Vandaar het besluit om mee te werken aan een bilaterale commissie. Overigens zijn er ook in Oost-Timor geluiden dat men het verleden liever wil laten rusten. Indonesië heeft één en andermaal laten weten dat het geen internationale bemoeienis wenst, maar dat het wel bereid is te komen tot een bilaterale discussie met Oost-Timor. President Yudhoyono heeft deze lijn onveranderd voortgezet.

Vraag 4

Kunt u toelichten in hoeverre tijdens de VN-Mensenrechtencommissie van 14 maart t/m 22 april 2005 aandacht besteed zal worden aan de mogelijke follow-up van de resolutie 1272 (1999) om de verantwoordelijken voor het geweld in Oost-Timor daadwerkelijk voor het gerecht te brengen? Kunt u de Kamer inlichten of de mogelijkheid bestaat hier in de voorzittersverklaring van de commissie aandacht aan te besteden?

Antwoord

De Nederlandse inzet tijdens de VN-Mensenrechtencommissie was erop gericht aandacht te vragen voor de noodzaak tot berechting van mensenrechtenschendingen en tegelijkertijd steun uit te spreken voor de expertcommissie. Het bleek onmogelijk om te komen tot een hernieuwde Voorzittersverklaring. Op sterke aandrang van Nederland heeft de EU vervolgens in een verklaring onder item 19 (technische samenwerking) haar zorgen uitgesproken over het gebrek aan voortgang bij de aanpak van straffeloosheid. De EU verwees daarbij naar VR-resolutie 1573, die oproept tot het verantwoordelijk houden van de schuldigen. Voorts werd de instelling van de Commission of Experts door de Secretaris-Generaal verwelkomd en werden de regeringen van Oost-Timor en Indonesië opgeroepen om de experts vrije toegang te geven.

Vraag 5

Bent u op de hoogte van het rapport 'Overview of the Courts in East Timor in 2004', waarin wordt geconcludeerd dat alle mogelijke zaken voor het Special Panel for Serious Crimes, zoals in VN-Resolutie 1543/2004 is vastgesteld, in november 2004 zijn afgesloten? Ziet u nog mogelijkheden de zaak van Sander Thoenes onder de aandacht te brengen van de nieuwe Indonesische regering en na te gaan of er alsnog berechting kan plaatsvinden? 2)

Antwoord

Zoals aan u reeds gemeld heb ik tijdens mijn bilaterale bezoek aan Indonesië op 26 augustus de zaak-Thoenes nog onder de aandacht van minister Wirajuda gebracht. Hij antwoordde toen dat naar de mening van de Procureur Generaal er nog steeds onvoldoende bewijs zou zijn om tot vervolging over te gaan. Na het aantreden van de nieuwe regering heeft de EU-troika onder leiding van de Nederlandse ambassadeur een gesprek gehad met PG Saleh op 17 december 2004. Daarbij is ook aandacht gevraagd voor de zaak-Thoenes. Ondanks openingen door PG Saleh tot berechting van uitstaande zaken moet worden vastgesteld dat er de afgelopen maanden weinig vooruitgang is geboekt. Ik zal vanzelfsprekend op gezette tijden de zaak-Thoenes onder de aandacht van de Indonesische autoriteiten blijven brengen.

Vraag 6

Is het u bekend dat verschillende voor 1999 in Oost-Timor werkzame legerofficieren 3), zoals kolonel Geerhan Lantara en brigade-generaal Mahidin Simbolon, inmiddels in respectievelijk Atjeh en Papoea werkzaam zijn? In hoeverre acht u het in dit licht van belang om niet alleen tot 'truth' te komen, zoals de Commission of Truth and Friendship volgens de Oost-Timorese premier Mari Alkatiri nastreeft 4), maar ook tot 'justice', om zo in ieder geval te trachten straffeloosheid in Indonesië in de toekomst te voorkomen? Wilt u daar bij de Indonesische en Oost-Timorese autoriteiten actief voor pleiten?

Antwoord

Het is mij bekend dat verschillende voor 1999 in Oost-Timor werkzame legerofficieren elders in Indonesië werkzaam zijn. De Nederlandse regering blijft het van belang achten dat het recht zijn loop heeft en dat straffeloosheid wordt voorkomen. Een standpunt dat beide landen welbekend is en waar nodig zal worden herhaald. In hoeverre er nog internationale mogelijkheden bestaan tot vervolging zal mede afhangen van de bevindingen van de Commissie van Experts. Het zal duidelijk zijn dat de bestrijding van straffeloosheid een proces van lange adem zal zijn.


1) Indonesië verwerpt voorstel VN commissie voor onderzoek mensenrechtenschendingen Oost-Timor (2/3 Laksamana), www.indofo.nl
2) Aanhangsel-Handelingen, nr. 4, vergaderjaar 2004-2005
3) Subject: List of army officers under scrutiny for crimes in E Timor, 29 september 1999, TNI-Watch, vertaald door TAPOL, http://www.etan.org
4) Truth Known, East Timorese Need Justice, ETAN, 9 maart jl., http://www.etan.org


---- --