Lijst Pim Fortuyn


Vergoeding Rosenmöller: een schrijnend geval

03/05/2005 - Kamerleden Van As en Nawijn hebben minister De Geus (SZW) om opheldering gevraagd door het stellen van Kamervragen over de beloning van commissieleden. De fractie Lijst Pim Fortuyn vindt het schandalig dat Paul Rosenmöller maar liefst 70.000 euro incasseert als voorzitter van de integratiecommissie PaVEM voor zijn werkzaamheden gedurende een dag per week.

Van As: Dachten we dat met Jack Spijkerman de laatste salonsocialist voor het grote geld had gekozen, werden we vandaag opnieuw verrast door de zaak Rosenmöller: een schrijnend geval! Nadat Balkende eerder stelde dat topsalarissen in Nederland in de juiste verhouding tot het salaris van de kabinetsleden moeten zijn, lijkt er geen einde te komen aan de openbaarmakingen van irreële vergoedingen.

Het is volgens de LPF niet te verkopen aan de burger dat de broekriem moet worden aangehaald. Het ene inkomensschandaal is nog niet achter de rug of de volgende kwestie steekt de kop op. Hoe serieus moet de burger dit kabinet dan nog nemen, aldus Van As.

In juni 2004 stelden Nawijn met college Kraneveldt aan de ministers van SZW en Integratie al Kamervragen over de rol van oud-politici in de adviescommissie PaVeM.


-----

Vragen van de leden van As en Nawijn (beiden Lijst Pim Fortuyn) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over beloning Rosenmöller voor commissie PaVEM. (ingezonden 3 mei 2005)


1. Acht u het niet onwenselijk en in strijd met de richtlijn dat een ministerssalaris het plafond is dat een commissielid, zoals de voorzitter van PaVEM, omgerekend in vijf werkdagen per week 350.000 per jaar verdient?


2. Bent u het met de Lijst Pim Fortuyn eens dat een ministerssalaris het plafond moet zijn en een commissielid omgerekend voor een dag werken in de week niet meer mag verdienen dan maximaal 24.000 per jaar? Zo nee, waarom niet. Zo ja, wat heeft u concreet gedaan of gaat u doen om hierin verandering te brengen?


3. Is het waar dat de heer Rosenmöller in reactie hierop heeft verklaard dat het hem om de inhoud van het werk ging en niet om het salaris? Zo ja, heeft u de heer Rosenmöller gevraagd of hij in navolging van prinses maxima bereid is zijn salaris ook te schenken aan een goed doel en/of bent u bereid dit alsnog te vragen en de kamer over het resultaat te informeren?


4. In hoeverre is een Kamerlid verplicht af te zien van (een deel van) zijn wachtgeld indien er bijvoorbeeld 70.000 wordt bijverdiend tijdens de wachtgeldperiode?


5. Welke sanctiemaatregelen heeft het kabinet tegen oud-kamerleden die genietend van een wachtgeldregeling bijverdiensten niet opgeven? Hoe en door wie wordt dit daadwerkelijk gecontroleerd? Kan een kamerlid hiervoor ook strafrechterlijk vervolgd worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer is dit voor het laatst gebeurd?


6. Bent u met ons van mening dat de heer Rosenmöller met de salariskwestie nu en eerder de heer Dijkstal met zijn uitlatingen (zie Kamervragen Kranenveldt en Nawijn van 10 juni 2004) de commissie Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Maxima wederom in verlegenheid heeft gebracht en daarmee het Koninklijk Huis?


7. Is het de bedoeling om het mandaat van de commissie te verlegen? Zo ja, bent u met ons van mening dat de heer Dijkstal en de heer Rosenmöller dan geen deel van deze commissie meer mogen uitmaken ter voorkoming van het verder in verlegenheid brengen van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Maxima en daarmee het Koninklijke Huis en deze commissie beter ingevuld kan worden met ervaringsdeskundige dan oud-politici die nauw betrokken zijn geweest met het integratiebeleid uit het verleden?