Ingezonden persbericht



Ruurlo, 6 mei 2005 - Vandaag verschijnt Spil 211-212 (2005, nummer 2), in de geheel vernieuwde opmaak waarin eind februari ook de eerste aflevering van dit jaar (209-210) is uitgekomen. De voorbladtekst wijst, tegen de achtergrond van een schitterende voorjaarsplaat uit de Friese Wouden, wederom op een rijke inhoud:

Levenswetenschappelijk onderzoek bedreigd door activisten Biologische landbouw kan gezondheidsclaims niet waarmaken Wereld tussen energieverbruik en voedselproductie
Coöpereren in een spagaat - Wordt de landbouw landschapsbeheerder? Ondermaats milieuonderzoek - Groene doelen - Handel en wandel van CO2

Beschrijvende inhoudsopgaven van de afleveringen 211-212 en 209-210 treft u aan in bijlagen bij dit bericht. Informatie over het redactionele concept is eveneens bijgevoegd.

Meer informatie over het tweemaandelijks verschijnende tijdschrift Spil, met name ook over eerder verschenen afleveringen, is te vinden op website

http://www.platteland-in-perspectief.nl

Nadere toelichting op het project kunt u desgewenst vragen bij de eindredactie, op bovenstaand e-mailadres of telefonisch (0573 452075 of 491810).

Omstreeks 5 mei 2005 verschijnt:

Spil 211-212 (2005, nummer 2)

INHOUD

Etymologisch
Gewichtige inhoud
Huib Hogerheijde / 4 /

In het vorige Spil-nummer besteedden we aandacht aan de namen van een aantal oppervlaktematen die vanouds in gebruik waren voor het aangeven van de omvang van grondbezit. In het geval van land- of bosbouw leverde die grond natuurlijk ook het nodige op. Ook van die hoeveelheden graan, aardappels, melk, hout, etcetera wilde men uiteraard de precieze omvang kunnen aangeven: deze maten en gewichten speelden immers in het hele handelstraject tussen producent en eindgebruiker een belangrijke rol. Het gaat hierbij om aanduidingen van het gewicht, van de omvang en soms ook van het aantal eenheden.

Militante dierenbeschermers in Groot-Brittannië slaan toe Toekomst van levenswetenschappelijk onderzoek bedreigd Xavier Derkx / 5-7 /

De militante tak van de dierenbescherming in Groot-Brittannië heeft de laatste jaren het onderzoek naar, en de ontwikkeling van nieuwe medicijnen flink schade toegebracht. Volgens een recente schatting gaat het om zo'n twintig miljard euro. De aanvallen zijn zodanig geëscaleerd, zowel in aantal als in hardheid, dat de Britse farmaceutische industrie, zowel humaan als veterinair, veel minder in onderzoek en ontwikkeling investeert dan voorheen. Daarbij gaat het vooral om investeringen in gebouwen en faciliteiten, waardoor de toekomst van het levenswetenschappelijk onderzoek op het spel staat.

Donaties aan natuur- en milieu-organisaties
Groene doelen gediend of groene instituten instandgehouden? Leffert Oldenkamp / 8 /

Met zogenaamde groene doelen doen natuur- en milieuorganisaties een beroep op ondersteuning bij programma's die op langere termijn aan de omgeving van mensen ten goede komen. Groene doelen worden met vlotte boodschappen aan de man gebracht. Donateurs worden geacht blind vertrouwen in de aanbieder te hebben. Er is nauwelijks inzichtelijke rapportage over de financiële en inhoudelijke gang van zaken bij de realisatie van zulke doelen. Ook is er geen wettelijk toezicht op groene doelen.

Op zoek naar publieksvriendelijke argumenten
Biologische landbouw kan gezondheidsclaims niet waarmaken Joost van Kasteren / 9-12 /

Het motto voor de jaarlijkse toogdag van de biologische landbouw, het EKO-congres dat op 31 maart op het landgoed Rhederoord werd gehouden, luidde ditmaal: 'Biologisch op uw gezondheid'. Nu blijkt dat milieu-argumenten de consument niet zo aanspreken, zoekt de sector het in gezondheidsclaims. Het zal echter nog heel wat voeten in de aarde hebben om die claims waar te maken. Tot nog toe is alleen via methoden als pendelen, het meten van biofotonen en het analyseren van kristallisatiepatronen vastgesteld dat biologische producten beter zouden zijn voor de gezondheid dan producten uit de gangbare landbouw. Wat er aan serieus wetenschappelijk onderzoek is, lijkt eerder de andere kant op te wijzen.

Rörsch versus het IPCC
Klimaatgevoeligheid voor CO2-concentratie
Gerbrand Komen
met een naschrift van Arthur Rörsch / 12 /

In "Klimaatverandering verdient wetenschappelijke benadering" (Spil, 2005, 1) geeft Arthur Rörsch een overzicht van de bronnen van onzekerheid in het klimaatonderzoek en roept hij klimaatonderzoekers op hun werk zorgvuldig te documenteren. Punten die ik stuk voor stuk van ganser harte ondersteun. Helaas is het artikel in Spil zelf onzorgvuldig op enkele punten.

Over onderzoek en instituten
Milieubeleid, mest en selectiviteit
Jaap C. Hanekamp / 13-14 /

Wetenschappelijk onderzoek kent vier fasen: de probleemstellende fase (hier science1 genoemd), de ontwikkelingsfase (science2), de rechtvaardigingsfase (science3) en de toepassingsfase (science4). Het moge duidelijk zijn dat wetenschappelijk onderzoek als geheel nooit losstaat van ideologische invloeden. Thomas Kuhn maakte dat duidelijk, hoewel hij zijn zaak wel behoorlijk overschatte, zoals Larry Laudan heeft laten zien. Het milieuonderzoek wordt echter zodanig overheerst door ideologische invloeden dat er nauwelijks meer sprake is van onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek als zodanig. Hier zal ik dit uitwerken aan de hand van een voorbeeld.

Kopen we vlees of gaan we tanken?
Over de samenhang tussen energieverbruik en voedselconsumptie Jos Geerligs / 15-19 /

Er is een positieve correlatie tussen de prijs van olie en die van voedsel. Dat komt doordat olie, hout, graan en vlees energiedragers zijn die in belangrijke mate substitueerbaar én converteerbaar zijn. De producten kunnen elkaar deels vervangen en, zij het met verliezen, in elkaar worden omgezet. Een tekort aan olie werkt daardoor indirect door naar andere energiedragers. Een stijgende prijs voor olie leidt op de duur ook tot hogere voedselprijzen. Dit betekent dat voedsel een groter aandeel van de bestedingsruimte van de Nederlandse consument kan opeisen. Dramatisch gesteld komen consumenten straks mogelijk voor de vraag te staan: 'Kopen we vlees of gaan we tanken?'

Oude coöperatie in spagaat, nieuwe samenwerking bloeit op Ruimte voor het individu, plicht van het collectief Jos Bijman / 20-24 /

Land- en tuinbouwcoöperaties zitten met een dilemma. Enerzijds moet de coöperatie voldoende ruimte laten voor de individuele ontplooiing van haar leden, anderzijds moet zij haar leden verplichtingen opleggen omdat de markt daartoe dwingt. Dit dilemma levert steeds vaker een probleem op, omdat aan de ene kant de markt steeds meer eisen stelt, en daarmee de speelruimte voor de coöperatie en haar leden beperkt, en aan de andere kant de leden zelf meer ondernemerschap willen laten zien. Van de duurzaamheid van de coöperatieve gezindheid bij boeren en tuinders getuigt evenwel de oprichting van tal van nieuwe producentenorganisaties door groentetelers, bloemenkwekers, aanbieders van streekproducten en natuurbeheerders.

Agrarische ruimte tussen kaalslag en verrommeling
Landschap wordt de primaire functie van grondgebonden landbouw Bareld van der Ploeg / 25-29 /

Het is onzeker of in de tweede helft van deze eeuw de grondgebonden landbouw nog een grote plaats zal innemen, pakweg 40 procent van de nationale ruimte zal beslaan. De sector zit namelijk tussen twee vuren: (i) internationale landbouwmarkten met felle competitie en (ii) een omringende stedelijke samenleving met wensen ten aanzien van ruimte en groen (landschap) en een overmacht in de ruimtelijke ordening. Het zal van institutionele ontwikkelingen afhangen of deze vuren weldadig verwarmen of verzengend verschroeien. Grondgebonden landbouw kan niet voortbestaan zonder geïntegreerd overheidsbeleid voor landbouw en landelijk gebied (landschap). Het gaat daarbij om een mix van ruimtelijke ordening en marktordening voor landbouwproducten en -diensten (bijvoorbeeld 'rood voor groen'). Dit is heel wat anders dan de in Spil 207-208 door Krijn Poppe bepleite afschaffing van elke speciale behandeling van de melkveehouderij. In zijn heldere verhaal vergat hij - anders dan Petrus en Rienks in Spil 209-210 - dat landschap, maatschappelijk gezien, steeds meer de primaire functie wordt van grondgebonden landbouw.

Het Kyoto-verdrag werkt!
Handel in gebakken lucht
Lourens Gengler / 30 /

Bij de beursgang van internetprovider Worldonline stond een actiegroep voor de ingang van het Damrak te protesteren tegen de absurde bedragen die moesten worden betaald voor de aandelen. De demonstranten schreeuwden luidkeels dat de hele verkoop slechts 'gebakken lucht' betrof. Het was een piramidespel, vergelijkbaar met de manie van de handel in tulpenbollen die in 1630 in Nederland begon. Toen kon een simpel tulpenbolletje duurder zijn dan een Amsterdams grachtenpand. Hoe kon men zó dom zijn? We zijn nu gelukkig wijzer geworden; trappen niet meer in de handel in gebakken lucht. We stinken er niet weer in. Of toch wel? Inderdaad, toch wel.

Over landschap en legitimatie van beleid
Vragen grootse landschappen om grote bedrijven?
Krijn J. Poppe / 31-32 /

Wie een opiniërend artikel in Spil schrijft, hoopt op debat - al was het maar om de eigen argumenten verder te onderzoeken en toe te lichten. De bijdrage van Bareld van der Ploeg is alleen al daarom welkom. Bovendien schetst het artikel een aardig overzicht van de aspecten en dilemma's rond het lastige begrip landschap (met aspecten als ruimte, streekeigenheid, biodiversiteit, verbreding, schaalniveau). Vanuit een economische invalshoek heb ik toch enkele bedenkingen tegen zijn denkbeelden. Wellicht kan een denkschema uit de institutionele economie ons - en ook Harm Schelhaas in zijn poging neo-liberalen te bekeren - helpen om dit debat in Nederland in een volgende ronde te brengen.

Het tijdschrift Spil
Een breed discussieplatform

Nederland is een dichtbevolkt land dat nog steeds de ambitie heeft zich economisch en technologisch verder te ontwikkelen. Onmiskenbaar is hier ook het streven aanwezig, niet of moeilijk in geld uit te drukken belangen niet volledig daaraan ondergeschikt te maken. Activiteiten als het behoud van natuur, van oude cultuurlandschappen en van een schoon milieu scoren dan ook hoog in de publieke opinie. Willen wij het onverenigbare verenigen? Denken we zelfs op Europees en mondiaal niveau een steentje daaraan te kunnen bijdragen? Vaststaat wél dat bij de ontwikkeling van beleid op beide terreinen niet over één nacht ijs kan worden gegaan. Zorgvuldige, voortdurend getoetste onderbouwing door wetenschappelijk onderzoek is daarbij van groot belang. Maar het is evenzeer noodzakelijk dat op maatschappelijk en politiek niveau gefundeerde afwegingen worden gemaakt van de wijze waarop de geschetste ontwikkelingen elkaar beïnvloeden, tot op zekere hoogte strijdig zijn of - wie weet - elkaar versterken.

Waarover?

Spil schenkt aandacht aan beide aspecten en gaat daarbij kritische - misschien wel eens ongenoegen oproepende - vragen niet uit de weg. Het tijdschrift functioneert als een discussieplatform waarop een breed scala van onderwerpen aan de orde kan komen. Gesteund door bekwame en sterk gemotiveerde auteurs, wil de redactie vooral problemen in kaart brengen en analyseren die te maken hebben met productie en verbruik van voedsel, grondstoffen en energie, voedselveiligheid, relaties tussen stad en land, landbouw- en plattelandsontwikkeling, landschaps-, natuur- en milieubeheer. Auteurs en redacteuren gaan daarbij nuchter en realistisch te werk - niet gehinderd door voortijdige onheilsprofetieën, noch door lichtzinnige vooruitgangsfilosofieën. Spil is dus een medium dat niet meedeint met hypes: golfbewegingen van collectieve emotie die mensen even optillen en dan weer neerkwakken. Zeker in de afgelopen jaren was Nederland er vol van. Het tijdschrift wil weerwerk helpen geven aan - wat de bekende historicus H.W. von der Dunk treffend omschrijft als - de "massale aanpassing, een versterkte afhankelijkheid in gedrag en denkvormen van de ander, de omgeving, de publieke opinie". Dit is geen simpele klus in een samenleving die weliswaar 'geïndividualiseerd' heet te zijn, maar die zich toch vaak laat leiden door collectieve impulsen die onvoldoende ruimte laten voor zelfreflectie en kritisch denken en handelen.

Voor en van wie?

Spil is een platform voor onafhankelijke denkers, schrijvers en lezers over maatschappelijk relevante problemen. Het doet er weinig toe vanuit welke achtergrond of discipline(s) zij zich daarin verdiepen. Belangrijk is dat zij een kritische instelling hebben ten opzichte van inzichten en meningen die - vanwege de heersende tijdgeest, het in politiek en media oprukkende populisme, of door andere oorzaken - in onvoldoende mate zijn en worden onderworpen aan kritische toetsing aan de feiten. Spil-auteurs moeten in ieder geval het vermogen en de moed hebben om taboes te doorbreken, heilige buiten- en binnenhuisjes omver te werpen. In welke omgeving ook zij hun beroepsarbeid verrichten, zelfcensuur - zelfs de neiging daartoe - moet hun vreemd zijn.

Arend J. Voortman