Partij van de Arbeid


Den Haag, 11 mei 2005


Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Justitie


over prostitutie in Amsterdam


1. Hebt u kennisgenomen van de notitie van de PvdA-fractie in Amsterdam over prostitutie in Amsterdam anno 2005? 1)


2. Bent u op de hoogte van de bevindingen van de Amsterdamse raadsleden namelijk dat sinds het opheffen van het bordeelverbod in 2000 de positie van de meeste prostituees niet is verbeterd en dat veel prostituees sindsdien hun heil hebben gezocht in onzichtbare vormen van prostitutie zoals escortservice? Wat vindt u hiervan?


3. Bent u bekend met de genoemde cijfers uit dit onderzoek waaruit blijkt dat 69% van de verslaafde prostituees is slachtoffer van verkrachting, 72% van de verslaafden te maken heeft met lichamelijk geweld en 54% van de verlaafden aangevallen is met wapens? Wat is uw mening over deze praktijken?


4. Wat is uw mening over seksuele uitbuiting van minderjarigen? Wordt hier door de politie en justitie actief tegen opgetreden? Zo ja, hoe?


5. Bent u bekend met het verschijnsel jongensprostitutie, waarbij jongens al voor hun zestiende in de prostitutie terecht zijn gekomen? Klopt het dat het aantal, dat in de prostitutie zit, is toegenomen en dat Marokkaanse en Oost-Europese jongens hierin sterk zijn vertegenwoordigd? Hebt u een beeld om hoeveel jongens het gaat? Zo nee, bent u bereid een onderzoek in te stellen naar jongensprostitutie?


6. Wat vindt u ervan dat minderjarige Nigeriaanse meisjes in clandestiene Nigeriaanse
bordelen in Amsterdam in Zuid-Oost vastgehouden worden en dat hun leeftijd varieert van 13 tot 18 jaar? Bent u op de hoogte van deze praktijken waarbij vrouwen van Afrikaanse afkomst onder dwang in de prostitutie moeten werken? Wordt vanuit de politie en justitie actief naar deze praktijken gezocht en opgetreden?


7. Zijn de bevindingen uit dit Amsterdamse onderzoek specifiek voor Amsterdam of geldt dit voor andere steden in het land? Bent u bereid een landelijk onderzoek te laten doen naar de positie van prostituees na het opheffen van het bordeelverbod?


8. Herinnert u zich de eerdere schriftelijke vragen 2) over de vlucht van prostitutiebedrijven naar Internet en escortbranche? Wat is de stand van zaken van de werkzaamheden van de ambtelijke werkgroep die hierover aanbevelingen ging doen?


9. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de motie Arib/Örgü over onderzoek naar prostitutie van minderjarigen? 3)


* Notitie "Het onzichtbare, zichtbaar gemaakt" Prostitutie in Amsteredam anno 2005, van de Amsterdamse PvdA-fractie
* Schriftelijke vragen van het lid Arib over escortbranche
* Motie-Arib/Orgu