Rechtbank Amsterdam


Uitspraken van de Belastingkamers (week 19)


1. LJN AT5385, Gerechtshof Amsterdam, 27-04-2005, 02/01695, MK 3. Het Hof beslist net als in eerdere uitspraken dat niet aannemelijk is gemaakt dat de inspecteur de voorziening inruilcertificaten voor wasmachines en wasdrogers op een te laag bedrag heeft berekend.


2. LJN AT5336, Gerechtshof Amsterdam, 26-04-2005, 04/02438, EK 10. In stadsdeel Amsterdam Oud Zuid is ook het doen van uitspraken op bezwaar en het voeren van hofprocedures betreffende de parkeerbelastingen gemandateerd aan een bedrijf dat een commercieel belang heeft bij de belastingheffing. Met name hierdoor is er volgens het Hof geen reden om ervan uit te gaan dat verweerder gelijk heeft indien verweerder en belanghebbende elkaar tegenspreken.


3. LJN: AT5331, Gerechtshof Amsterdam, 27-04-2005, 03/03112, MK 3. In optiecontracten tussen belanghebbende en haar DGA is niet duidelijk aangegeven wie als koper en als verkoper optreedt. Duiding hiervan bleef in de lucht hangen tot het opstellen van de jaarrekening. Het Hof oordeelt dat geen redelijk denkende ondernemer zich zo op de transacties met de DGA zou hebben ingelaten en dat aan de transacties iedere invloed op de winstberekening dient te worden ontzegd.


4. LJN AT5340, Gerechtshof Amsterdam, 01-03-2005, 03/04745, EK 13. Het Hof oordeelt dat geen sprake is van kwade trouw omdat het standpunt van belanghebbende dat een juridische fusie tot 1 januari 1997 niet was aan te merken als een vervreemding van aanmerkelijk belangaandelen, pleitbaar is. Artikel 68a Wet IB 1964 creëert geen zelfstandig heffingsmoment.

LJ Nummers

AT5385
AT5336
AT5331
AT5340

Bron: Gerechtshof Amsterdam
Datum actualiteit: 11 mei 2005 Naar boven