Athlon Groep


FINANCIELE VERSLAGGEVING 2004 ONDER TOEPASSING VAN IFRS

Athlon Holding (autoleasing en autoschadeherstel) heeft tot en met 2004 voor haar financiële verslaggeving de Nederlandse Richtlijnen voor Jaarverslaggeving (RJ) toegepast. Met ingang van 2005 zal deze verslaggeving gaan plaatsvinden onder toepassing van International Accounting Standards (IAS), International Financial Reporting Standards en de daarbij behorende interpretaties (gezamenlijk IFRS). Deze wijziging geldt voor alle verslaggevingperioden vanaf 1 januari 2005. De allereerste IFRS verantwoording zal plaatsvinden in het eerste kwartaalverslag over 2005. De eerste jaarrekening onder toepassing van IFRS betreft het jaar 2005. Aangezien in de jaarrekening 2005 de vergelijkende cijfers over 2004 worden opgenomen is de overgangsdatum naar IFRS 1 januari 2004.

De implementatie van IFRS 3, IAS 32 en 39 zal plaatsvinden met ingang van 1 januari 2005. De vergelijkende cijfers over 2004 zullen voor wat betreft deze standaarden niet worden aangepast.

Samenvatting

De gevolgen van de overgang naar IFRS voor het jaar 2004 en 1 januari 2005 worden in dit rapport in detail weergegeven.

Kort samengevat zijn de consequenties voor 2004 de volgende:


· het eigen vermogen neemt af met 8,8 mln per 1 januari 2004 (overgangsdatum);


· de nettowinst over 2004 zal 1,3 mln lager uitvallen;

Het lagere eigen vermogen wordt voornamelijk veroorzaakt doordat operationele leasecontracten lineair in plaats van annuïtaire worden afgeschreven. Dit wordt ten dele gecompenseerd doordat resultaten op de component onderhoud van leasecontracten tijdens de looptijd van de contracten genomen zullen worden in plaats van bij expiratie van de contracten, waardoor een deel van de gevormde egalisatierekening lease-autos aan het eigen vermogen wordt toegevoegd.

De lagere nettowinst over 2004 wordt grotendeels veroorzaakt doordat de vrijval uit de voorziening voor contractrisicos ( 1,3 mln) onder IFRS is komen te vervallen.

Per 1 januari 2005 wordt het eigen vermogen ten gevolge van de implementatie van IAS 32 en 39 verlaagd met:


· 69 mln aangezien preferente aandelen als vreemd vermogen worden verwerkt


· 2,4 mln doordat derivaten tegen marktwaarde worden gewaardeerd


· 0,1 mln doordat leningen worden gewaardeerd tegen amortiseerde kostprijs

In totaal neemt het eigen vermogen af met ca 71,5 mln.

Presentatie van IFRS financiële overzichten over 2004

Teneinde de invloed van de implementatie van IFRS op de financiële verslaggeving 2004 weer te geven zijn de volgende toelichtingen opgesteld:


· wijzigingen in waarderingsgrondslagen in vergelijking met de Nederlandse Richtlijnen voor Jaarverslaggeving, ten gevolge van de implementatie van IFRS


· reconciliatie eigen vermogen per 1 januari 2004, 31 maart 2004, 30 juni 2004, 30 september 2004 en 31 december 2004


· reconciliatie nettowinst over de periode januari - maart 2004, januari - juni 2004, januari - september 2004 en geheel 2004


· verloop van het eigen vermogen in 2004, zowel voor geheel 2004 als per 31 maart 2004, 30 juni 2004 en per 30 september 2004.


· IFRS balans per 1 januari 2004, 31 maart 2004, 30 juni 2004, 30 september 2004 en 31 december 2004.


· IFRS winst- en verliesrekening over de periode januari - maart 2004, januari - juni 2004, januari - september 2004 en geheel 2004.

De cijfers zoals in deze overzichten weergegeven zijn uitsluitend bedoeld om een algemeen overzicht te geven van de gevolgen van IFRS op de financiële verslaggeving van Athlon Holding. Ze vervangen geen formele verslaggeving. De cijfers in dit bericht zijn in overeenstemming met de IFRS standaarden zoals van toepassing per 31 december 2004. Wijzigingen in deze standaarden kunnen nog optreden, hetzij vanuit de goedkeuringsprocedure van de Europese Unie, hetzij door nadere toelichting door de IAS Board. Indien dergelijke wijzigingen zich voordoen zullen de in dit rapport gepresenteerde cijfers worden aangepast. De cijfers zijn niet gecontroleerd.

Wijzigingen in waarderingsgrondslagen ten gevolge van de implementatie van IFRS

Het jaarbericht 2004 van Athlon Holding is opgesteld in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving. Hiervoor wordt verwezen naar bladzijde 76 tot en met 80 van de jaarrekening 2004. Wijzigingen van deze grondslagen ten gevolge van IFRS worden hieronder weergegeven. Tevens wordt de invloed van de belangrijkste wijzigingen weergegeven op het vermogen per 1 januari 2004 en op het resultaat over 2004.

Acquisitie Unilease

Op 29 juni 2004 heeft Athlon overeenstemming bereikt met LeasePlan Corporation over de overname van haar 50% belang in Unilease. Ten gevolge hiervan wordt Unilease vanaf 1 juli 2004 volledig geconsolideerd in de cijfers van Athlon. Tot en met 30 juni 2004 werd Unilease niet geconsolideerd doch opgenomen tegen nettovermogenswaarde. Deze nettovermogenswaarde was onder IFRS lager dan onder Dutch Gaap met name door de lagere waardering van operationele leasecontracten.

De acquisitie van het tweede 50% belang in Unilease heeft de volgende effecten:


· Unilease wordt met ingang van 1 juli 2004 voor 100% geconsolideerd


· onder IFRS is de betaalde goodwill hoger dan onder Nederlandse Richtlijnen met name als gevolg van lineaire in plaats van annuïtaire afschrijving op lease-autos


· de tot en met 30 juni 2004 bij Athlon Holding onderkende waarderingsverschillen tussen IFRS en Nederlandse Richtlijnen (zoals afschrijving operationele leasecontracten, egalisatierekening lease-autos en voorzieningen) nemen toe doordat Unilease vanaf 1 juli 2004 volledig geconsolideerd wordt.

Classificatie van leasecontracten (IAS 17)

Ten aanzien van de door Athlon afgesloten leasecontracten dient onderscheid gemaakt te worden tussen zogenaamde financiële leasecontracten en operationele leasecontracten. Een belangrijk onderscheid tussen beide contracten betreft het al dan niet dragen van het economisch risico (onder meer het restwaarderisico) inzake de auto. Indien het economisch risico bij Athlon ligt is voor Athlon sprake van een operationeel leasecontract. Ten gevolge van de implementatie van IFRS heeft Athlon een grondige analyse gemaakt van het al dan niet dragen van het economisch risico volgens de uitgangspunten zoals beschreven in deze standaard. Dit heeft voor een beperkt deel van de contracten geleid tot reclassificatie van operationele leasecontracten naar financiële leasecontracten.

Waardering van (operationele) leasecontracten (IAS 16 en IAS 17)

De autos voor leasing zowel operationeel als financieel worden onder de Nederlandse Richtlijnen gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van annuïtaire afschrijvingen. Onder IFRS blijven de financiële leasecontracten op dezelfde wijze gewaardeerd. Voor de operationele leasecontracten vinden de afschrijvingen echter op lineaire wijze plaats. Dit leidt tot een lagere waardering. Per 1 januari 2004 is het eigen vermogen hierdoor verlaagd met 11,9 mln. De invloed op de nettowinst 2004 is 0,1 mln (hoger resultaat).

Egalisatierekening lease-autos (IAS 18)

Deze rekening heeft betrekking op de component onderhoud van de leasecontracten. Onder de Nederlandse Richtlijnen werd het resultaat op deze component genomen bij expiratie van het leasecontract. Onder IFRS zal het resultaat verantwoord worden gedurende de looptijd van het contract. Hierdoor is de egalisatierekening lease-autos die verwerkt is onder lang- en onder kortlopende schulden verminderd en is het eigen vermogen onder aftrek van belastingen toegenomen. Per 1 januari 2004 leidde dit tot een verhoging van het eigen vermogen van 3,6 mln. De invloed op de nettowinst 2004 is vrijwel nihil.

Voorzieningen (IAS 37)

Onder de Nederlandse Richtlijnen werd tot en met 1999 een voorziening voor contractrisicos gevormd voor verliezen voortvloeiende uit voortijdige beëindiging van contracten en restwaarderisicos. Deze voorziening werd met ingang van 2000 in vijfjaarlijkse gelijkblijvende termijnen ten gunste van het bedrijfsresultaat gebracht. Onder IFRS wordt deze voorziening niet erkend. Derhalve is deze voorziening onder aftrek van latente belastingen ten gunste van het eigen vermogen gebracht. Dit leidde tot een toename van het eigen vermogen van
1,2 mln per 1 januari 2004. De invloed op de nettowinst 2004 is 1,3 mln (lager resultaat).

Deelnemingen

Onder de Nederlandse Richtlijnen werden de belangen in niet geconsolideerde deelnemingen gewaardeerd op de basis van de nettovermogenswaarde. Onder toepassing van IFRS wijzigt de nettovermogenswaarde. Per 1 januari 2004 betreft de belangrijkste wijziging het belang in Unilease. Door met name de lagere waardering van operationele leasecontracten onder IFRS (lineaire afschrijving in plaats van annuïtaire afschrijving) is deze balanspost per 1 januari 2004 met 1,8 mln afgenomen, ten laste van het eigen vermogen. Door de acquisitie van het tweede 50% belang in Unilease per 1 juli wordt Unilease voor 100% geconsolideerd en niet meer opgenomen in de post deelnemingen.

Goodwill (IAS 22 / IFRS 3)

Onder de Nederlandse Richtlijnen werd goodwill ontstaan bij verwerving van deelnemingen met ingang van 1 januari 2001 geactiveerd en door middel van de lineaire methode afgeschreven ten laste van het resultaat. De afschrijving was gebaseerd op de economische levensduur met een maximum van 20 jaar.

Onder IFRS maakt Athlon tot en met 2004 vanwege uitbreiding van het bestaande belang in Unilease gebruik van IAS 22 en met ingang van 1 januari 2005 zal IFRS 3 worden toegepast. IAS 22 en IFRS 3 zullen prospectief worden toegepast, hetgeen onder IFRS 1 is toegestaan. Deze keuzes hebben tot gevolg dat:


· goodwill van acquisities die voor 1 januari 2004 hebben plaatsgevonden niet wordt herrekend


· onder IFRS ook in 2004 wordt afgeschreven op goodwill (lineaire afschrijving).


· met ingang van 2005 geen systematische afschrijving op goodwill wordt toegepast. Mocht blijken dat sprake is van een bijzondere waardevermindering van de goodwill dan zal het verlies uit dien hoofde direct ten laste van het resultaat gebracht worden. Jaarlijks zal dit beoordeeld worden.

Per 29 juni 2004 heeft Athlon het tweede 50% belang in Unilease verkregen. Ten gevolge hiervan wordt Unilease met ingang van 1 juli 2004 voor 100% geconsolideerd. Doordat de activa en passiva van Unilease op verkrijgingsmoment zijn gewaardeerd onder toepassing van de IFRS waarderingsgrondslagen wijkt de betaalde en geactiveerde goodwill onder IFRS af ten opzichte van de geactiveerde goodwill volgens de Nederlandse Richtlijnen. Met name de lagere waardering van operationele leasecontracten onder IFRS leidt tot een hogere goodwill onder IFRS.

Share based payments kosten van opties (IFRS 2)

Athlon kent opties op gewone aandelen Athlon Holding toe aan bestuurders en een beperkte groep leidinggevenden. Onder de Nederlandse Richtlijnen werden uit dien hoofde geen kosten ten laste van het resultaat gebracht. Ten gevolge van IFRS 2 wordt de waarde van deze opties vastgesteld op het moment van toekenning. Deze waarde wordt in drie jaar ten laste van het resultaat gebracht, zijnde de periode waarin de opties niet mogen worden uitgeoefend. Deze methodiek wordt toegepast met ingang van de in 2003 toegekende opties. De nettowinst over 2004 zal hierdoor 0,2 mln lager uitvallen. Deze gewijzigde verwerking heeft geen invloed op het eigen vermogen, noch per 1 januari 2004 noch per 31 december 2004.

Belastinglatentie

Onder de Nederlandse Richtlijnen werden de belastinglatenties gewaardeerd tegen nominale waarde. Aangezien dit onder IFRS gecontinueerd wordt ontstaat uit dien hoofde geen verschil.

In de jaarrekening 2004 zoals opgesteld onder de Nederlandse Richtlijnen is een bate van 0,5 mln verantwoord ten gevolge van de tariefwijziging in Nederland. Onder IFRS wijzigt ten gevolge van waarderingswijzigingen van activa en passiva ook de post latente belastingen. De post latente belastingvorderingen neemt toe en de post latente belastingschulden neemt af. Hierdoor leidt de tariefsverlaging in Nederland onder IFRS tot een lagere bate. Onder IFRS bedraagt de bate 0,1 mln, derhalve 0,4 mln minder dan onder de Nederlandse Richtlijnen.

Financiële instrumenten (IAS 32 / IAS 39)

Athlon heeft - in het kader van de overgangsregeling van IFRS 1 ervoor gekozen om IAS 32 en 39 met ingang van 1 januari 2005 prospectief toe te passen omdat in 2004 nog niet geheel kon worden voldaan aan deze standaarden. De regelgeving staat niet toe om in dat geval voor de delen waaraan wel is voldaan in 2004 de vergelijkende cijfers aan te passen. Dit heeft tot gevolg dat de vergelijkende cijfers over 2004 niet zijn gebaseerd op IAS 32 en 39.

Per 1 januari 2005 treden de volgende wijzigingen op:


· Preferente aandelen (IAS 32)

Athlon heeft cumulatief preferente aandelen ( 46,2 mln) en financieringspreferente aandelen ( 22,8 mln) uitgegeven. Onder de Nederlandse Richtlijnen werden deze aandelen op de balans als eigen vermogen verantwoord terwijl het preferente dividend via de winstverdeling werd verwerkt.

Onder IFRS worden deze preferente aandelen als vreemd vermogen geclassificeerd omdat een verplichting bestaat ten aanzien van de betaling van het preferente dividend. Immers, het al dan niet betalen van preferent dividend is niet onderworpen aan de goedkeuring van de vergadering van (preferente) aandeelhouders. Dit heeft tot gevolg dat:


· het eigen vermogen per 1 januari 2005 wordt verlaagd met 69,0 mln.


· het preferente dividend als rentelast zal worden verwerkt.

Deze gewijzigde methodiek van verwerking heeft geen gevolgen voor:


· de solvabiliteitsratios die financiers eisen omdat overeengekomen is dat het preferente aandelenkapitaal verwerkt wordt in de berekening van de solvabiliteit.


· winst per gewoon aandeel


· Derivaten (IAS 39)

Athlon sluit Interest Rate Swaps (IRS) af om renterisicos af te dekken. Variabele rentebetalingen op opgenomen leningen worden hierbij omgezet in vaste rentebetalingen die gematched kunnen worden met de vaste rente-inkomsten uit de afgesloten leasecontracten. Deze IRS worden altijd tot einddatum aangehouden. Derhalve werd de marktwaarde van deze IRS onder de Nederlandse Richtlijnen niet op de balans verwerkt doch uitsluitend in de toelichting op de balans opgenomen.

De details van de IRS zijn weergegeven op bladzijde 89 en 90 van de jaarrekening 2004.

Onder IFRS moet de marktwaarde van deze IRS wel op de balans verwerkt worden. Per 1 januari 2005 leidt dit tot een verlaging van het eigen vermogen ter grootte van 2,4 mln.

Indien kan worden aangetoond dat de afdekking van renterisicos effectief wordt uitgevoerd mag de wijziging van de marktwaarde van IRS via het eigen vermogen worden verwerkt. Het aantonen van de effectiviteit van de afdekking behoeft niet op micro niveau (individuele lening en IRS) doch mag op macro niveau (portefeuille van leningen en IRS) plaatsvinden. Athlon duidt dit aan als macro cash flow hedging. Door verwerking van de wijziging van de marktwaarde van de afgesloten IRS via het eigen vermogen kan het eigen vermogen vanaf
1 januari 2005 (beperkt) gaan fluctueren. Indien de afdekking ineffectief plaatsvindt zal (een deel van) de wijziging van de marktwaarde via het resultaat verantwoord worden.


· Waardering van leningen tegen geamortiseerde kostprijs (IAS 39)

Athlon maakt veel gebruik van syndicaatsleningen waarbij initiële kosten (up front fee) ontstaan. Deze syndicaatsleningen hebben veelal het karakter van beschikbare faciliteit waaruit leningen kunnen worden opgenomen. Onder de Nederlandse Richtlijnen werden de initiële kosten lineair afgeschreven. Onder IFRS worden de initiële kosten toegerekend op basis van de effectieve rentevoet. Dit leidt tot een verlaging van het eigen vermogen per 1 januari 2005 met 0,1 mln.

Athlon Holding 2005